Ga direct naar de inhoud.

Bezinning

Wat heeft het gebracht? Wat hebben we er van geleerd?
En tegelijkertijd besef je hoe snel het leven aan je voorbij trekt.
In je tienerjaren lijkt de tijd stil te staan.
Later gaat het zo snel dat je leert dat een mensenleven maar een komen en gaan is.
Elk jaar weer hopen we op beter maar het lijkt er alleen maar slechter op te worden.
Extremisten die buitenlanders in de fik steken, een overheid die in drugs handelt, asielzoekers die op staatskosten met het vliegtuig op vakantie kunnen of seksclubs bezoeken.
Een 'hoge Piet' die wegens wanprestatie ontslagen wordt krijgt miljoenen toegeschoven (een gouden handdruk noemen ze dat) terwijl Sabena medewerkers na jaren trouwe arbeid als het ware biij het huisvuil worden gezet.
Als je daarbij ziet dat topcriminelen vrijuit gaan wegens procedurefouten vraagt een mens zich af: 'Wie is er nu eigenlijk gek?'

MISDAAD
En nu we het toch over criminelen hebben, in de echte misdaad zoals ik die van vroeger kende zit de klad. De romantiek is weg uit deze bedrijfstak.
Waar is de tijd van de man die er nauwgezet en zonder geweld in slaagde je huis leeg te roven zodat je met een mengeling van woede maar ook een beetje respect de rampzalige leegte overzag?
In mijn kinderjaren stuitte je nog wel eens op zo'n duister iemand met muts en masker die zich bijlichtend met een ordinair zaklampje sluipend voortbewoog.
En dan wist je het: Daar gaat een dief, zo'n kleine zelfstandige.
Vertederend was dat.
Tegenwoordig komen ze op klaarlichte dag en zonder vermomming. Ze schieten om zich heen en rammen met gepantserde auto's voorgevels van panden in.
Vol heimwee denk ik soms terug aan die ouderwetse insluiper die kans zag je portemonnee uit de broek naast je bed te halen terwijl je rustig lag te snurken. Dat waren nog eens vaklui.

VREEMDE WERELD
De criminaliteit is huiverend hard geworden maar wat doen we met de crimineel van nu? Lui die iemand meedogenloos de hersenen inslaan worden direct omringd door een leger welzijnswerkers en psychiaters.
Bezorgd vragen ze de boef of hij zich bij het misdrijf niet heeft bezeerd, of hij geen ongelukkige jeugd heeft gehad, of hij ergens mee geholpen kan worden.
'Uit de cel' zou de inbreker van vroeger bij de laatste vraag roepen.
Nu vraagt de rechter de crimineel of die het goed vindt dat hij hem laat gaan. Wegens te kort aan cellen.
Er is èèn ding wat je in dit land kennelijk beter niet kunt doen: De belasting foppen.
'Ja' denkt U misschien, 'en dat is nu juist het enige misdrijf waar ik nog een beetje begrip voor op kan brengen’.
Doe het niet. Ook niet als U zich met hard werken net overeind kunt houden omdat U de helft van Uw inkomen af moet dragen. Je zou bijna denken: De staat mag ongestraft roven en U mag niets doen om dat te voorkomen.

'KAMPIOEN'
Een rare wereld? Dat vindt ook die duivenliefhebber uit Noord Nederland.
De man kan niet veel duiven houden, gepould wordt daar niet maar omdat je toch een doel moet hebben speelt hij voor een kampioenschap.
Maar wat is het geval?
Waar hij speelt tellen de twee eerste uit de klok op vluchten van 70 tot 1000 kilometer met soms drie vluchten in een weekend.
Hij moet het opnemen tegen lui die duiven met een aanhangwagen in komen manden.
Terecht stelt hij zich de vraag of nog wel sprake is van SPORT als het gaat om de twee eerste uit de klok en de een 100 duiven speelt en de ander het moet doen met 10 wegens geen tijd, geen ruimte en geen geld.
Ik heb niets tegen megahokken, maar de grondregel in elke sport is 'gelijke kansen'.
Onze man uit het noorden heeft gelijk.
'De eerste twee uit de klok al zijn het de 87e en 99e getekende' kan niet.
De laatste jaren is inzake kampioenschappen veel ten goede veranderd, dat is waar, maar nog te veel mensen trachten te verdedigen wat niet te verdedigen is.

WEL HANDEL
Mensen die willen verkopen dankzij dwaze kampioenschappen behaald door de macht van de massa moeten wel beseffen dat de liefhebbers slimmer worden.
Die letten op de aantallen gespeelde duiven.
In deze krant worden die in reportages steeds vermeld.
Als een 'kampioen' massa's duiven in de strijd werpt, verhoudingsgewijs bar slecht speelt en men dit nergens kan terug vinden is publiciteit misleidend en verwerpelijk.
Maar gelukkig worden mensen dus slimmer en met 'ras' vang je alleen nog naïeve buitenlanders. Wat financieel wel opschiet?
Handelen in gezondheid.
Je wordt tegenwoordig bedolven onder literatuur die handelt over gezondheid.
Als je alles doet wat men aanraadt wordt je minstens 150 ga je denken.
Voor mij hoeft dat niet. Mijn 100 meter is al niet meer wat het geweest is en bovendien zijn er statistieken die je moet respecteren.
Ik volg die adviezen van die ‘gezondmakers’ dus niet.
Ik heb geen zin om tot mijn 150e langs de kant van de weg heilzame kruiden te zoeken en wil ook geen 150 worden.
100 Vind ik het absolute maximum en zelfs dan vrees ik dat ik me eenzaam zal voelen tussen al die jeugd van tachtig of zo.
Maar handel in gezondheid is dus kassa.
Reik de medemens de illusie aan dat hij niet meer dood te ranselen is als hij bepaalde kruiden koopt en hij is bereid zijn laatste spaarcent op te offeren.
Om bruin te worden, voor een rustig gevoel, voor hangende borsten, voor droog haar, voor zowat alles zijn er thans pillen.
'Wetenschappelijk samengesteld' op basis van uitgezochte kruiden van de maagdelijke wouden van Brazilië.
De goedgelovigheid van de medemens is zo groot dat ik sommigen er toe in staat acht een geruite pet te dragen als ze ergens lezen dat dat de potentie verhoogt.

DUIVENSPORT
En de duivensport volgt.
Verontrustend wat er de laatste tijd allemaal op de markt wordt gebracht voor 'het welzijn' van onze vogels. Men schermt met de meest fantastische producten om duiven harder doen vliegen.
Mensen die hun prestaties op willen krikken zou ik willen zeggen: Pas op voor die handelaars in gezondheid.
Ze slaan Uw pogingen behoedzaam gade en verheugen zich nu al op eventueel falen.
Want slecht spelen betekent dat voor hen het moment is aangebroken om toe te slaan.
Pas op voor die lui.

BEETJE ZON
Dat de samenleving in het algemeen en duivensport in het bijzonder weinig reden heeft tot lachen is helaas zo.
Als Oost Vlaanderen in 1980 nog 29.000 liefhebbers telde en nu amper de helft is dat iets waar je niet vrolijk van wordt.
Maar dat zijn er nog genoeg om lekker met duiven te spelen.
Om de liefhebbers die er zijn te behouden moeten we elkeen wel zijn beetje zon gunnen. Fondspelers moeten respect hebben voor vitessespelers en omgekeerd.
Mensen die graag voor kampioenschappen spelen moeten gelijke kansen hebben en mensen die lol hebben in poulen moet je de mogelijkheid daartoe niet ontnemen.
We moeten ook van kleiner wordende clubs afblijven.
Wekelijks komen daar misschien vijftien mensen inkorven, een pint drinken, over duiven praten. Sommigen hebben niet eens een auto.
Die mensen mogen we hun genot niet ontnemen.
Saneren is goed. Inmandlokalen voor nationale vluchten beperken is ook goed, maar gun die kleine liefhebber in dat kleine clubje zijn plezier.

SFEER
'Ken je die van die agent' vroeg een liefhebber in zo'n klein clubje?
Die kenden ze niet.
Nou die agent vroeg aan iemand die te hard gereden had: ‘Heb je dat bord niet gezien?
Ben je soms Blind?'
'Nee Kluivert' was het antwoord. Alles in een deuk.
'En ken je die van die man die elke avond met een stuk in zijn kraag thuis kwam, zijn vrouw afranselde en elke maand naar de hoeren ging?' vroeg een ander.
Kenden ze ook niet.
Zijn vrouw ging naar de pastoor en die vroeg of ze haar man niet kon vergeven.
De vrouw: 'Heb ik geprobeerd meneer pastoor maar hij heeft een maag zo sterk als van een paard.'
De liefhebbers rolden van hun stoel.
Wat ik bedoel is dit: Er wordt te weinig gelachen, in de samenleving en in duivensport.
Reden tot lachen kun je van uw bestuur, van mij of andere natuurrampen niet verwachten. Lachen moet beginnen in de club!
Want het is vooral de sfeer in de club die bepaalt welk plezier we aan de sport beleven en welke kant de sport uit gaat.