Ga direct naar de inhoud.

Wel en geen schuld (29-10-24)

Wel en geen schuld

Hoogst zelden zal ik ergens op bezoek gaan zonder me vooraf aan te kondigen. En van bezoekers wordt hetzelfde verwacht.
Zeeuwse Koen Minderhoud was er ook zo een. Zo gesteld op zijn privacy dat je bij hem niet eens aan kon bellen. ‘Als ze willen komen moeten ze de telefoon maar pakken’, aldus Koen. In juli echter ging hier iets mis. Nou ja, ‘mis’. 

VAN VER
Een vrij jong stel aan de bel. En wat later stonden ze tot mijn verbazing in de tuin. Mijn vrouw had ze ‘toch maar doorgelaten’ want, zo zei ze, ‘die komen van heel ver’. Leek te kloppen. Vooral het dialect van de vrouw was amper te verstaan maar haar wijd uitgevallen decolleté maakte veel goed.
Beide waren bezeten van duivensport, maar nu zaten ze in de put en niet weinig ook. Dit jaar waren ze opnieuw twee derde van hun jongen verloren al voor het spel op de wagen zat. Wat ze vooral wanhopig maakte was dat dit voor het zoveelste jaar op rij was. Daardoor waren ze steeds opnieuw gedwongen alle jongen die ze gekweekt hadden door te houden. Kon niet geselecteerd worden omdat er weinig te selecteren was. Misschien had ik, ‘met al mijn ervaring’, goede raad?

MISSCHIEN
‘Misschien ja’, want toevallig waren ze op bezoek bij en vroegen ze raad aan iemand       
die ook veel jonge duiven verloor. En dat hoeft niet altijd aan de liefhebber te liggen vond ‘deze man met al zijn ervaring’.  
- Als piepers net buiten komen en een roofvogel slaat er onder mag je al blij zijn als de schade beperkt blijft tot èèn dode duif. Vaak stuiven ze, bezeten van een panische angst, alle kanten uit en zie je er veel nooit meer terug.
- Ook kan gebeuren wat de Goirlese combinatie Stabel ooit over kwam. Hun piepers waren zeker acht keer op dezelfde plaats gelapt, niet echt ver, en toch: De negende keer een massa kwijt.
- Zelf maakte ik ooit ook iets vreemds mee. Met het los laten van jongen was ik altijd even voorzichtig als iemand die van de ene glibberige kei op de andere springt om een beekje over te steken. Toch kwam die verfoeide dag.
Toen de jongen, zoals gebruikelijk, rond 15.00 u werden los gelaten trokken die niet weg zoals ze normaal deden, maar bleven cirkels maken, alsmaar hoger en hoger. Tot het nog stipjes waren en toen waren ze weg.
Was ik van zo’n glibberige kei in het water terecht gekomen?
Inderdaad, een drama. Maar het meest vreemde moet nog komen. Later hoorde ik van sportgenoten die ze ook rond dat uur hadden vrij gelaten dat hun hetzelfde was overkomen. Is er dan toch meer tussen hemel en aarde dan we kunnen vermoeden, vraagt een mens zich af.

PORTUGEES
Ofwel, ik kan niet anders dan toegeven dat ik van veel ook weinig snap.
Zo is er die Portugees.
Die kwam dit jaar hier met duiven spelen. Ik had hem er op voorbereid flink wat jongen te kweken want de helft verliezen is hier ‘het nieuwe normaal’.
Dus kweekte hij voor alle zekerheid inderdaad maar flink wat, liefst 185.
Dan was er nog geen man overboord als hij er enkele verloor.
Maar dat gebeurde niet en daarmee had hij op die warme zomerse dagen een  probleem. ‘Nooit meer zo veel jongen’, jammerde hij. ‘Niet om te doen.’
Niet ver hier en van hem vandaan speelt ook ene Eric R verdienstelijk met duiven.
Eind augustus, zo kon je over hem lezen, nog 18 over van de 100. De verzorgers zijn zo bekwaam dat het niet waarschijnlijk lijkt dat die fouten maken en aan kwaliteit kan het evenmin liggen. Eric is met zijn duiven namelijk erg succesvol in O L races.
‘Weet het soms ook niet’, zei ik tegen het koppel dat op bezoek was.
Hoewel, je kan wel degelijk problemen vragen

TE SNEL
Zo gaan veel duiven verloren vanwege ongeduld.
Ze hebben Adeno/Coli (kan de beste overkomen), worden gekuurd, herstellen maar dat laatste alleen ogenschijnlijk.
Ze lijken hersteld, dus mee, maar zijn dat nog niet. Tenminste niet helemaal. De weerstand laat nog te wensen over. Dus verliezen!
Hetzelfde wat je vaak ziet bij duiven die verloren gingen, ontredderd terug kwamen en vervolgens te vroeg terug werden ingemand.   
Zo kan het gebeuren dat veel goede duiven wel thuis geraken van een rampvlucht, maar niet van de vlucht nadien.
Die kwam te snel. Opnieuw, de duif leek hersteld maar was het niet.
De kleur van het vlees rondom het borstbeen is een graadmeter.
Omdat weinig zo pijnlijk is dan het verliezen van een bewezen goede duif (voor èèn zo’n buitenbeentje moet je er immers zo veel kweken) let ik ook op het trainen. Als zo’n ‘twijfelaar’ als laatste het hok uitvliegt voor de dagelijkse training en als eerste weer landt, hoef je eigenlijk niet te twijfelen.

‘LAATSTE KEER’
Talloze
goede duiven zijn ook al verloren gegaan op de laatste vlucht van het jaar. Of beter, op de laatste vlucht die geldt voor een kampioenschap.
Zo’n duif staat hoog genoteerd, hoeft eigenlijk nog maar een prijsje te winnen om Asduif te worden of èèn prijsje om een titel binnen te halen.
Arme liefhebber die het behoud van een lievelingsduif ondergeschikt maakt aan het winnen van een onnozele beker. En arme duif natuurlijk.
Weet U nog wie pakweg drie jaar terug pakweg de tweede asduif had in Uw samenspel? ‘A bridge too far’, heette die fameuze film.
‘Een vlucht te veel’ is het tragische verhaal van veel goede duiven. Dat alles zei ik tegen het jonge koppel.
Ook in het voorjaar oppassen met een bewezen goede die steeds te laat is. Blijven doorspelen is vaak fataal. Zo’n duif komt niet voor niets steeds te laat.
Of de boodschap begrepen is? Weet niet. Mensen zijn soms hardnekkig in de boosheid.

NOG ZO IETS
Neem nu die Nederlander. Op zijn hokken zit heel veel kwaliteit, maar presteren? Ho maar. Een kwart eeuw terug zei ik hem al dat hij de deuren niet plat moest lopen bij al die dierenartsen. Zo pas sprak ik hem weer. Hij speelt nog even slecht als toen.
En weer amper een dierenarts in Nederland of België die hij niet had bezocht.
De een zei dat zijn duiven niets mankeerden, de ander gaf hem wat mee voor soms veel geld. Maar hij raakte geen steek verder.
Opnieuw arme liefhebber, arme duiven en misschien ook wel arme dierenarts.
Aan klanten als deze, al zijn ze nog zo van goede wil, is immers weinig eer te behalen.