Slecht spelen (15-10-24)
Drank, Rivaliteit en nog wat. Als je klakkeloos alles aanneemt wat men je in duivensport wil doen geloven moet je beschikken over een elastische geest.
Neem medicijnen, gezondheid en ziektes.
Voor veel vooral vrouwen favoriete gespreksonderwerpen.
Een vrouwelijke collega docent bezwoer me ooit dat alcohol puur vergif was. Een enkel glas bier zou al talloze hersencellen vernietigen. Toen ik het hoorde stopte ik meteen met drinken want met een kop zonder hersens zou je wel eens kunnen gaan redeneren als een kip zonder kop.
Een onvergeeflijke fout, zo zou blijken.
Want nu beweerden wetenschappers van de Erasmus universiteit weer dat een dagelijks glas wijn gezond is. Dus hadden niet-drinkers hartstikke ongelijk. En was de fles onaangeroerd laten een blunder van formaat.
Mijn wijnboer krijgt er een goede klant bij, dat beloof ik U. Het zal wel afzien zijn met dagelijks champagne en wijnen terug op het menu maar ik houd vol. Voor je gezondheid moet je iets over hebben.
OOK DUIVEN
Oude waarheden vervangen door nieuwe?
In duivensport is het niet anders. Sommigen veranderen even vlot van mening als een prostituee van klant. Die neem je best niet serieus.
Zo gaf ik eens wat oude duivenboeken aan een beginnend liefhebber, je kunt immers niet alles bewaren, maar niet nadat ik er nog eens doorheen gebladerd had.
Zo las ik dat je duiven die niet presteren niet snel genoeg van het hok kan verwijderen. ‘Dan krijg je ook meer zuurstof.’
In een volgend boek kon je lezen dat tijdens het seizoen weduwnaars van het hok nemen de sfeer zodanig kan verpesten dat de vorm verdwijnt. Ik geloof in het laatste. En dat al vanaf die vervloekte Homburg jaren terug. Inderdaad lang geleden maar het staat me nog bij als de dag van gisteren.
We moesten noodgedwongen vliegen uit Homburg Duitsland. Eigenlijk is ‘moesten’ een verkeerd woord. Want in een mensenleven moeten eigenlijk maar twee dingen:
Dood gaan en belasting betalen. Veel sportgenoten pasten. Duiven Duitsland in? No way!
Ik had me voorgenomen ook niet me te doen maar aangemoedigd door de successen van de weken voordien, toen ook uit een andere richting (Arlon) werd gevlogen, werd ik overmoedig en overmoed is al vaak afgestraft.
AFKNAPPER
Het weer was goed die dag en aanvankelijk leek weinig aan de hand omdat de duiven redelijk vlot arriveerden. Tot de aankomsten stokten. Het verbaasde me maar ook niet meer dan dat.
Ik met de klok naar het clublokaal. De uitslag was prima, het prijspercentage wat minder, maar je kan niet alles hebben. Terug thuis ging ik meteen kijken of er nog duiven achter waren en dat was schrikken. Nog duiven achter? Alles!
Er was er niet een meer na gekomen. Twee volle dagen heb ik tot verwondering van mijn vrouw en buren de tuin staan wieden maar had meer oog voor het duivenhok dan het onkruid.
Ook de volgende dagen werden de hokken zodanig in de gaten gehouden dat ik er een stijve nek van kreeg. Er is nooit nog iets gekomen.
DAARNA
Elke keer als ik nadien geconfronteerd werd met die hopeloze hoeveelheid lege bakken waarin voorheen bewezen toppers zaten ging er iets door me heen van ‘het is niet waar’.
Maar hiermee was het hoofdstuk ‘Homburg’ nog niet afgesloten. Als ik het restant weduwnaars, de duiven die de ramp dus hadden overleefd, los liet weigerden sommigen het hok uit te gaan.
De inkorf dag die volgde zei ik tegen clubgenoten: ‘Ik denk dat ik aan populariteit ga winnen, ik ga niet goed spelen.’ ‘Dat kennen we ja’, zeiden die, maar ik liet me niet blij maken. Want mij moeten ze echt niet vertellen hoe weduwnaars in vorm zich gedragen.
Aan duiven die te tam of te lam zijn om zelfs maar het hok uit te gaan en die, nadat je ze hebt buitengejaagd, plichtmatig rondjes draaien, al is het een uur, is geen eer te behalen. Ze, de weduwnaars, hebben zich dat jaar niet meer herpakt.
Dus lijkt inderdaad dat je een hok weduwnaars intact moet laten. Want met de duiven verdwijnt de sfeer en met de sfeer de vorm. De ‘rivalen’ die links, rechts of boven je ‘goede blauwe’ huizen laat je dus best op het hok. Die verwijder je best pas later.
RIVALITEIT
Het doet denken aan wat Devos me vaak vertelde. Zijn Didi had moederziel een hok voor zich alleen. Een week voordat hij zou worden ingemand voor een Nationale vlucht werd een andere doffer op het hok geplaatst en de vlam sloeg meteen in de pan. De Didi zijn ogen spuugden vuur en daarbij bleef het niet. Etienne zag zich gedwongen de bijgezette duif op te sluiten of hij zou het niet overleefd hebben.
Toen Didi, de duif die zo lang als een kluizenaar alleen op het hok gezeten had zegevierend van (ik meen) Dax arriveerde, was het eerste wat hij deed niet naar zijn duivin vliegen maar naar de bak waar hij de nieuwe, ‘die indringer’ vermoedde. Wie zei ook weer dat de rol van de duivin in het weduwschap beperkt is?
EN OMGEKEERD?
’Als de conditie kan kelderen wanneer je duiven van het hok verwijdert hoe zit het dan omgekeerd?’ zou je je af kunnen vragen. Zou de conditie en motivatie mogelijk stijgen als je tijdens het seizoen duiven bij zet? Dat kan inderdaad. Probleem echter bij vooral weduwnaars is dat ze zo opgewonden raken dat ze weinig eten en energie op het hok verspillen.
En als de vlucht die volgt een zware is kan het wel eens averechts werken.
Vanwege niet snel tevreden, de duiven kwamen prima maakte ik ooit ook de fout wat kwekers op het vlieghok te zetten.
Ze braken de tent af. De vlucht die volgde was ver en zwaar en de duiven kwamen te kort en dat verbaasde me niet. In de mand waren ze onrustig, in de handen nerveus en te licht.
Gekke dingen uit halen is soms een spelletje ‘alles of niets’ en bij ‘zwaar’ weer is het veelal ‘niets’.
JONGEN
Een probleem heb je ook vaak na een rotvlucht met jongen. Als veel ‘laatkomers’ totaal ontredderd thuiskomen, soms zelfs pas de volgende dag of dagen, kan dat ook desastreus zijn voor een hok jongen in vorm. Niet alleen vanwege vele lege plekken op het hok, maar ontredderde laatkomers zonder fut halen ook de rest omlaag.
Ook omdat duiven zonder vorm geen rivalen zijn.
En rivalen zijn nodig om gehechtheid aan het territorium een extra impuls te geven die vorm verhogend kan werken. Ik vind dat die eerste schrijver dus geen gelijk had. De man die deze column schreef wel?