Geel, grit, geld (14-10-24)
Geel, Grit, Geld en ‘Geneesheer’.
Ik schreef eens over die liefhebber die zich beklaagde dat zijn duiven geen grit lustten. Dat lusten die natuurlijk wel, maar ze aten het niet. En dat is heel wat anders.
GRIT
Zo kon je over de Nationale Kampioen Nederland 2022 Fondspiegel lezen dat G Tervoort en compagnon, de boodschap begrepen hadden. Op hun hokken zou je nooit bakken of potjes met grit vinden.
Zo hoort het ook. Er komt bijna onmiddellijk stof op en duiven pikken dat niet. En dat terwijl het zo belangrijk is. Ben het dus niet eens met die voerdeskundige die meent dat op elk hok potjes met grit en minderalen horen te staan.
Beter geef je dat enkele keren per week vers en steeds in kleine beetjes. Bijvoorbeeld een hoeveelheid die past tussen je duim en wijsvinger. Je zal zien dat ze het soms nog eerder zullen pikken dan het voer.
Trouwens over stoffig grit gesproken. Sommigen hebben voor het hok een soort bordes van steen. Zoals vroeger de Gebr. de Hoogh Oosterhout. Daarop gooien ze na het kuisen grit dat is blijven liggen. Het is schrikken wat er gebeurt na een regenbui. De duiven storten zich er op.
DIERENARTSEN
Als je naar een dierenarts gaat ga je natuurlijk naar een in duiven gespecialiseerde.
Maar ook in hun opleiding kwamen duiven niet ter sprake vanwege zoveel minder liefhebbers en bijgevolg minder duiven, dus minder economisch belang. De duivendierenarts is dus iemand die zichzelf heeft moeten bekwamen. Daarom lijkt het beter in iemand vertrouwen te stellen die zelf duiven heeft of, beter nog, mee speelt.
Dienaangaande herinner ik me een flater die ik ooit beging toen ik ergens in een forum zat naast ‘ene’ Carlo van Rompaey. Ik vroeg of hij ook met duiven speelde. Wat heb ik me nadien vaak geschaamd. Telkens als ik zijn naam ergens tegen kwam
kon ik door de grond zakken.
Frustrerend voor velen is wel, zo kan je herhaaldelijk lezen, dat dierenartsen elkaar zo tegenspreken. Liefhebbers verwachten van een dierenarts kennis, geen tegenstrijdigheden, of, erger nog, onderling gekrakeel.
- LEMAHIEU
Zo’n gespecialiseerd dierenarts met veel aanzien, ook onder zijn collegae, was dr. Lemahieu. En het was hij die me ooit wees op het belang van grit.
‘Als duiven van een verre en zware vlucht komen moet je ze eens verwelkomen met wat voer met grit. En als je dan de kans krijgt zien waar ze het eerst van pikken.
Ben er op gaan letten en… het was inderdaad van het grit.
Je kan natuurlijk ook een greep onder het voer doen.
Soms krijg je van sportgenoten duiven in handen die geen prijs winnen. Vaak voelen die slap aan. Fout gemaakt met het geven van grit en minderalen vraag ik me dan af. De duiven zullen het wel gekregen hebben maar aten die het ook?
OOK ZO
Wat voor grit geldt, geldt dus ook voor de mineralenmengsels die onder meerdere benamingen in de handel zijn:
Best telkens in kleine hoeveelheden opdienen en zeker weer niet dagen achtereen in potjes op de hokken laten staan. Er komt niet alleen (duiven)stof op, het wordt ook vochtig en dan eten duiven het niet meer. Bij superman Derwa zie je ook geen potjes op de hokken. Wel gooit hij geregeld greepjes mineralenmengel op de vloer zag ik ooit. De duiven vlogen er op af als de apostel Paulus op de Corinthiers.
GEEL
Of ik die liefhebbers geloof die zeggen nooit (meer) tegen geel te kuren?
Absoluut. Ken meerdere topspelers van wie ik zeker ben dat ze niet liegen. Maar het zijn wel kenners. Mensen met veel opmerkingsgave die niets ontgaat en die zich zeker niet laten verrassen.
Vind je jezelf geen ‘kenner?’ Dan neem je beter geen risico. Nu weet ik ook wel dat geel lang niet meer het probleem is wat het ooit was, maar het negeren doe je toch maar beter niet. Dat is spelen met vuur.
Vroeger probeerde men ons wijs te maken dat je geel kon voorkomen door bepaalde soorten kruidenthee. Vooral weegbree zou effectief zijn. Je zag in die tijd dan ook geregeld een duivenmelker langs de weg weegbree staan snijden of plukken, weet ik het. Trouwens thee? Wie gaf dat vroeger niet?
Nu hoor je er nog amper van.
Eerder genoemde dr. Lemahieu was voor.
De dierenarts: ‘Laat de melkers hun duiven maar thee geven. Zo lang ze thee geven doen ze tenminste geen medicijnen in het water.’
Ook Kampioen Andre Roodhooft is van zijn geloof gevallen.
GELD
‘Had ik maar naar je geluisterd’, zei de man die een Nationale Asduif had. Daar was een gigantisch bod op gekomen en hij vroeg raad. Ik zei dat ik geen raad wilde geven maar hij mocht wel weten wat ik zou doen. Zeker omdat het een doffer was.
‘De koper een voorstel doen. Er eerst een mand vol jongen van kweken en dan pas weg. Vereist een beetje handigheid met eieren verleggen, je hebt voedsterduiven nodig, maar het verzacht de pijn je super te moeten missen.’
Hij luisterde half. Kweekte er veel jongen van maar verkocht zijn asduif niet. Een roofvogel was de laatste die lachte.
BESCHAMEND
Een tijdje terug kwam een jonge beginneer een duif laten zien. Of ik mijn mening wilde geven. Mijn eerste ingeving was dat het een ziek jong was.
Fout. Het was een oude duivin die hij online gekocht had. Daar was werkelijk niets goeds aan. Een groter prul heb ik nooit op mijn hok gehad. En ik heb al wat prullen op mijn hok gehad. Maar mijn grootste schrik moest nog komen. Dat was toen ik de stamkaart zag. Mooi dik, glad, glanzend en gekleurd papier. Van een wereldnaam en rijker dan rijk. Wat zou ik diens naam hier graag publiceren.
Al was het alleen maar om te waarschuwen.
‘Verkeerd !’