Als we gaan kweken (07-12-24)
Als we gaan kweken
Als je meer dan een halve eeuw fanatiek met duiven speelt beïnvloedt dat een mens. Je meent dingen geleerd te hebben en ook afgeleerd omdat het fout lijkt. Komt bij dat je, als medewerker van een duivenkrant, ook kennis maakt met talloze kampioenen.
En die maken je niet dommer.
GOLDEN COUPLE
Toen ik een 30-er was spraken nog weinig liefhebbers Engels. En in Taiwan al helemaal niet. Toch communiceerde ik met iemand van daar die de Engelse taal een beetje machtig was. Nog ‘per’ fax. Toen Taiwan een economische grootmacht was en de grote broer dat wilde worden. Toen je om de oren geslagen werd met spul ‘made in Taiwan’ in plaats van het hedendaagse ‘made in China’.
Natural was een van de zeer weinigen die duiven naar China exporteerde.
Dat kostte toen 30 gulden (14 euro) per duif. Nu zo’n 350 euro, zo’n 800 oude guldens. Weer per duif dus.
Als goed gespeeld werd was ik zo trots als een meisje van 13 op haar eerste bh en werd de uitslag ‘door gefaxt’.
Wisten hier nog weinigen wat een pedigree was, laat staan dat ze die van hun duiven maakten, daar was men toen al stamboomgek.
Die Taiwanees had ontdekt dat ik twee goede had uit dezelfde ouders, dus een ‘Golden couple’.
‘Sjonge jonge’, dacht ik, niet beseffend dat de echte waanzin nog moest komen.
NIET ZO SIMPEL
Janeke Janssen (een van de broers) was er zo een die wist te relativeren als geen ander. (Relativeren: Vijf haren op je hoofd is weinig. Vijf haren in de soep is veel).
Janeke was daar de melker, Charel de krabber, Sjef de loopjongen en Louis de man van de centen. Adriaan liet anderen praten, maar als hij zijn mond open deed, kon je dat in je zak steken. Dat was raak. Zo vond hij een koppel dat elk jaar èèn ‘super’ gaf al een prima kweekkoppel.
‘Golden Couples?’ Er zijn er zeker meer geweest, maar ik heb er in al die jaren maar twee gekend. ‘Het kweekkoppel’ van Meulemans en ‘het Wonderkoppel’ van Hans v d Veeke uit Westdorpe. Vooral de laatste is zwaar miskend.
VERKERK
Als je zegt dat Verkerk de beste speler van Nederland is zullen weinigen je tegenspreken. Hoeveel echt goede duiven zal die in de loop der jaren wel niet gekweekt hebben?
Maar toch weet ook hij te relativeren. Hij mag nog zo’n superduif ontdekken, in de winter die volgt worden de ouders om gekoppeld.
Bas: ‘De kans dat ze nog eens een super geven is immers te verwaarlozen.’
Het doet weer denken aan wat Klak altijd zei:
‘Hoe langer een koppel op elkaar staat, hoe minder de kwaliteit.’
Maar mogelijk heeft dat met iets anders te maken; Leeftijd. Oudere doffers geven minder goed zaad, de eieren van oude duivinnen hebben minder voedingswaarde. ‘Kweekkoppels’ die alleen maar supers geven bestaan enkel in de verbeelding en in verkoopprogramma’s.
KAMPIOEN EN KWEEKKOPPEL
Voor jou kweekkoppels samenstellen doen vooral charlatans. In de praktijk, ik schrijf het vaker, gaat het meestal als volgt:
Eerst is er de goede duif, pas nadien wordt op de ouders het predicaat kweekkoppel geplakt. Ofwel: Het kweekkoppel maakt niet de kampioenduif, maar de kampioenduif maakt het kweekkoppel.
(Een beetje te vergelijken met de eeuwige vraag: Werd het Nederlands elftal destijds Europees kampioen dankzij Michels? Of werd Michels groot dankzij al die goede voetballers die hij mocht trainen?)
SCHELLENS EN VOETS
In de 90-er jaren, vòòr internet, kwam ik vaak bij Voets. Heb er meerdere rondes jongen gekocht, een keer samen met Frank Aarts Tilburg.
Maurice was goed bevriend met de schatrijke Karel Schellens voor wie geen goede duif veilig was als hij er zijn zinnen op had gezet. Het was ‘voordat de Chinezen kwamen’.
Op een avond rond deze tijd van het jaar (begin november) had ik de eer daar die Schellens, over wie ik veel gehoord had, te ontmoeten en wat die destijds zei is me bij gebleven: Karel: Op het kweekhok horen natuurlijk alleen maar goede. Liefst voormalige vliegers. Jaren heb ik me geamuseerd met koppel briefjes maken. Tot ik het beu werd. Vanaf toen werd het ‘vrij paren’ en… ging ik betere duiven kweken.’
ANDEREN
- Johan Verhoeven Goirle en zonen waren eertijds grote Kampioenen in Zuid Nederland. Zoon Albert: ‘Koppelen is hier een fluitje van een cent.‘ Als er gekoppeld wordt kijk ik welke duiven het gekst zijn op elkaar en laat het zo. Je moet toch vooral geluk hebben’.
- Diens grote concurrent was Vermeulen Chaam, die had een duif waar ouderen nog over spreken: Diens ‘05.’
Op de uitslagen moest je kijken naar het geldbedrag achter de gewonnen prijs en je had hem: De duif waar het meeste geld achter stond.
Vermeulen was mijn buurman, onze hokken stonden bijna tegen elkaar.
We woonden met dertien liefhebbers op een kluitje. Alleen fondspeler Ad v d Ouweland, de zoon van Cees is er van over.
Janus was een van de eerste in de streek die geld gaf een duiven.
En als gekoppeld moest worden werden de duurste tegen de duurste gezet.
Toen, in die memorabele winter, alles gekoppeld was, bleven twee duiven over: Dat waren de gratis duiven, een doffer van kapper Koos de Kort Ulvenhout en een duivin van zijn schoonbroers Stabel uit Alphen. Ze zouden de ouders worden van de legendarische 05.
- Leo Heremans ooit: ‘In de winter probeer ik twee superkoppels te formeren, de rest zie ik wel.
- Wijlen Miel Daems: ‘Als je beste jongen uit je favoriete koppel komen sta je er niet goed voor.’
VOETS EN ULRICH
Van Maurice herinner ik me ook zijn grote hekel aan het schrijven van stamkaarten.
Destijds haalden de broers Ulrich uit Arnhem hier jaarlijks duiven. Ze kregen er uit mijn Voetsduiven. ‘Nooit van gehoord’, maar ze hadden een blind vertrouwen in me. En dat loonde zich. Toen hij in 1997 ‘totaal’ verkocht had een pagina grote advertentie als kop: ‘De Schaerlaeckens duiven maakten van Johnny Ulrich al voor zijn 35e een vedette.’
Dat was dus Voets soort. Die hadden hem 2e NATIONAAL kampioen gemaakt. Eric Limbourg was nog naar die verkoop geweest en ik herinner me nog zijn telefoontje. Eric: ‘Ik heb nu jouw soort. Ben benieuwd.’
Ik: ‘Dank voor het vertrouwen Eric, maar jij als fondspeler zal er niet veel mee kunnen. 400 km. is zowat de limiet voor die duiven.’
Twee jaar nadien weer een telefoontje van de Belgische superman: ‘Heb met een jong uit jouw duif een 1e Nationaal gewonnen van 900 km.’
Zo zie je maar. Als het om het kweken van goede gaat is een ons geluk meer waard dan een kilo kennis.