Ga direct naar de inhoud.

In deze donkere dagen (19-12-2019)

December 2019. De tijd van zich bezinnen en tegelijkertijd het besef hoe snel het leven aan je voorbij trekt. In je tienerjaren lijkt de tijd stil te staan, naarmate je ouder wordt besef je dat een mensenleven weinig meer is dan een komen en gaan.

Elk jaar weer hopen we op beter, maar het tegendeel lijkt waar. Extremisten die buitenlanders in de fik steken, asielzoekers die op staatskosten met vakantie kunnen, presidenten als notoire leugenaars, miljardairs en een Engelse prins middelpunt van seksschandalen. Werknemers die na jaren trouwe dienst bij het huisvuil worden gezet, terwijl de baas bij ontslag een gouden handdruk krijgt van soms miljoenen. Topcriminelen die vrijuit gaan wegens procedurefouten, een bouw die werd stilgelegd vanwege de mogelijke aanwezigheid van vleermuizen. Dat heety 2019.

 MISDAAD

En nu we het toch over criminelen hebben, in de misdaad zoals ik die van vroeger kende zit duidelijk de klad. De romantiek is weg uit deze bedrijfstak. In mijn kinderjaren stuitte je nog wel eens op zo'n duister iemand met muts en masker die, zich bijlichtend met een ordinair zaklampje, sluipend voortbewoog. En dan wist je het: Daar gaat een dief, zo'n kleine zelfstandige die kans zag je portemonnee uit de broek naast je bed te halen terwijl je rustig door snurkte. Dat waren nog eens vaklui. Je kreeg er zelfs een beetje respect voor. Hoe anders is het nu. Nu komen ze op klaarlichte dag. Zonder vermomming schieten ze om zich heen en rammen met gepantserde auto's voorgevels van banken in.

 VREEMDE WERELD

En wat doen we vandaag de dag met die keiharde criminelen? Die worden omringd door een leger welzijnswerkers en psychiaters. Bezorgd vragen ze de boef of hij zich bij het misdrijf niet heeft bezeerd, of hij geen ongelukkige jeugd heeft gehad, of hij ergens mee geholpen kan worden. 'Uit de cel' zou de schurk van vroeger bij de laatste vraag roepen. Nu vraagt de rechter of de crimineel het goed vindt dat hij hem laat gaan. Wegens te kort aan cellen. Er is èèn ding wat je in dit land beter niet kunt doen: De belasting foppen.

'Ja' denkt U misschien, 'en dat is nu juist een misdrijf waar ik nog wat begrip voor op kan brengen’. Doe het niet. Ook niet als U als Belg, zo kon je onlangs toch lezen, van uw met hard werken verdiende geld bijna de helft aan belasting moet afdragen. De staat mag ongestraft roven, U mag niets doen om dat te voorkomen.

 KASSA

En weet U wat in deze tijd kassa is? Handel in gezondheid. Reik de medemens de illusie aan dat hij niet meer dood te ranselen is als hij bepaalde kruiden in neemt en hij is bereid zijn laatste spaarcent op te offeren. Om bruin te worden, voor een rustig gevoel, voor hangende borsten, voor droog haar, voor zowat alles is er wel iets. Vaak 'wetenschappelijk samengesteld' op basis van ‘zorgvuldig uitgezochte kruiden’ uit de maagdelijke wouden van Brazilië.

De goedgelovigheid van de medemens neemt zulke tragische vormen aan dat ik sommigen er toe in staat acht een geruite pet te dragen als ze ergens lezen dat het je seksleven stimuleert. Als je alles doet wat men aanraadt word je minstens 150 ga je denken. Voor mij hoeft dat niet. Mijn 100 meter is al niet meer wat het geweest is en bovendien zijn er statistieken die je moet respecteren.

Ik volg die adviezen van die ‘gezondmakers’ dus niet, heb geen zin om tot mijn 130e langs de kant van de weg heilzame kruiden te zoeken en wil ook geen 150 worden. 120 is genoeg en zelfs dan vrees ik dat ik me eenzaam zal voelen tussen al die jeugd van 80 of zo.

 DUIVEN

Ook in duivensport is het verontrustend wat er allemaal op de markt is voor 'het welzijn' van onze vogels. Men schermt met de meest fantastische producten om duiven harder doen vliegen. Pas op voor die handelaars in luchtkastelen, beste mensen. Ze slaan Uw pogingen behoedzaam gade en verheugen zich nu al op slechte prestaties in 2020 of een slechte kweek. Dat zijn voor hen momenten om toe te slaan.

 NEDERLAND

Momenteel is chaos troef in Nederland. Ook in duivensport zijn de dagen er donker. Kafkaiaanse toestanden veroorzaakt door mensen met megalomane trekjes die te veel te vertellen hebben. De kleine(re) clubs wil men weg en duivensport meer digitaal maken. De liefhebber wordt meer naar de computer, de laptop en diens telefoon gelokt. Maar wil de liefhebber dat? Nee, die wil dat niet, Die wil daarvan juist weg, die wil die schermen en schermpjes ontvluchten. Naar zijn duiven en duivenhok.

Natuurlijk hebben de plannen van de ‘vernieuwers’ ook goede elementen, denk daarbij vooral aan tijdsbesparingen. Maar we willen ons plezier tussen de duiven, niet aan de telefoon of computer. Duiven op weg naar huis kunnen volgen is prachtig. Maar wil de sportman in ons weten waar zijn duiven zitten en hoe laat die gaan vallen? Nee toch. Ziet hij op zijn telefoon of computer dat die te ver achterop zijn geraakt om een fatsoenlijke prijs te winnen dan gaat hij toch niet meer letten zeker. Dan is van alle spanning die de sport zo fascinerend maakt immers geen sprake meer.  

 BEETJE ZON

Het aantal liefhebbers is schrikbarend geslonken, maar er zijn er nog genoeg over om lekker met duiven te spelen. Maar dan moet men wel van kleiner wordende clubs afblijven. Wekelijks komen daar misschien amper tien of vijftien mensen inkorven, een pint drinken, over duiven praten. Sommigen hebben niet eens een auto. Die mensen mogen we hun genot niet ontnemen. Gun die liefhebbers in die clubjes hun plezier. Te weinig duiven om opgehaald te worden? Daar kan iets op gevonden worden.  Bijvoorbeeld voor een minimum van 100 duiven vracht laten betalen. Komt men slechts aan 70 duiven? Jammer. De wordt ‘bij leggen’. Soms vele kilometers rijden om elders in te manden kost meer aan geld en tijd.

Samen zouden de Nederlanders voor minstens TWINTIG miljoen euro aan antennes gekocht hebben in de loop der jaren. Dat zijn die natuurlijk niet meer waard, maar… die nu naar de schroothoop verwijzen? Komaan.

 SFEER

'Ken je die van die man die elke avond met een stuk in zijn kraag thuis kwam, zijn vrouw afranselde en elke maand naar de hoeren ging?' vroeg iemand in het clublokaal. Kenden ze niet. Zijn vrouw ging naar de pastoor maar die vroeg of ze haar man niet kon vergeven. Zij: 'Heb ik geprobeerd meneer pastoor maar hij heeft een maag zo sterk als van een paard.' De liefhebbers rolden van hun stoel. Als de vernieuwingen doorgang vinden hoef je nog amper in het clublokaal te zijn. Edoch: Dat beetje dat in onze sport nog gelachen wordt is veelal daar. Reden tot lachen kun je van de KBDB, de NPO, van mij of andere natuurrampen niet verwachten. De club is de aangewezen plaats. Ook om verdriet te delen, sterke verhalen te vertellen, te overdrijven, te trakteren en zelfs te liegen.

Minder clubs en minder naar het clublokaal hoeven zijn met name troeven van de hervormers. De liefhebbers denken daar anders over met heel veel heibel als gevolg.