Ga direct naar de inhoud.

Feiten en fictie (30 jan)

Kreten als onderstaande hoor je vaker en ook mails van gelijke strekking rollen hier met grote regelmaat binnen.

-‘Ik ga niet naar dat forum want wat kan je er leren? Die kampioenen handelen allemaal anders.

- ‘Naar dierenartsen luister ik al lang niet meer. Die spreken elkaar alleen maar tegen.’

- ‘Reportages las ik vroeger maar niet meer. Niet op Internet en niet in de duivenkrant. Iedereen presteert op zijn manier.

 VERKLAARBAAR
Je kan de mensen die zulks zeggen nog begrijpen ook. Talloze wegen leiden in onze sport naar Rome. Een sport waarin niets zeker lijkt maar alles mogelijk.

- Vertel me hoe een groot kampioen voedert en ik geef U de naam van een al even grote kampioen die het totaal anders doet.

- Zeg me hoe een goed hok er uit moet zien en ik geef U een voorbeeld van een kampioenenhok dat totaal anders is.

Het lijkt inderdaad dat je amper iets kan leren. Dat je goede en vooral gezonde duiven moet hebben en het verder allemaal weinig uit maakt. Is dat ook zo? Nee hoor. Er zijn wel degelijk punten van houvast, dogma’s zeg maar. Dat leer je na jaren praktische duivensport en contacten met goede liefhebbers.    

 MEDISCH
Neem nu medische zaken. Vooral in Nederland lees/hoor je steeds meer van grote spelers dat ze meer terug gaan ‘naar de natuur’.  Ze kuren steeds minder of hoegenaamd niet meer. ‘Allemaal leugenaars’ hoorde ik een dierenarts eens zeggen. Daar geloof ik dus niets van. Ken te veel spelers die enorm spelen met een minimum aan medicatie van wie ik zeker ben dat het GEEN leugenaars zijn. Liefhebbers daarentegen die in verwarring raken door onze overigens gewaardeerde dierenartsen zijn er volop. ‘Elk jaar kuren en spuiten tegen paratyfus , beweert de een. ‘Afblijven als duiven gezond zijn’, zegt diens collega.

Zo haalt dierenarts R Hendriks op Pitts uit naar collegae die middeltjes als ‘4 in 1’ voorschrijven en verkopen. En naar collegae die het ‘vier weken systeem’ promoten. Daarmee bedoelt hij het wekelijks ongecontroleerd kuren tegen telkens een andere kwaal. Hij en vakgenoten als dr. Wolff en dr. Marien refereren naar de veeteelt en de humane geneeskunde. Daarin wil men het gebruik van medicijnen drastisch verlagen tot een absoluut minimum in verband met resistentie en een ‘super bacterie’ die straks niet meer te onderdrukken zal zijn.

Tegen geel moet je wekelijks een dag kuren beweert de ene dierenarts. Als geel niet aantoonbaar aanwezig is helemaal niet kuren, zegt de ander. De een is voorstander van vitamines, de ander vindt die zinloos. En zo kan ik nog wel even door gaan.

 NOG MEDISCH
Zo sprak ik enkele Poolse liefhebbers die het ook niet meer wisten. Twee dierenartsen (een Nederlander en een Belg, dus mooi verdeeld) komen daar soms lezingen houden. Beide beweerden dat je achter de feiten aanloopt en je successen kan vergeten als je niet wekelijks ‘tegen de koppen’ kuurt. Die Polen ‘wisten het niet meer’ omdat twee andere dierenartsen in een Poolse duivenkrant beweren dat men terug moet naar de natuur en het met zo veel antibiotica de verkeerde kant uit gaat.

 SCHIMMELS
Het moet nu zo’n 20 jaar geleden zijn dat ik voor het eerst hoorde over schimmels bij duiven. Bij een groot Nederlands kampioen weigerden de duiven vorm te krijgen. En geen dierenarts die kon helpen. Hij ten einde raad naar dr. R Herbots. Die gaf een kuur mee tegen schimmels en het resultaat was verbluffend. Enkele jaren terug wees dr. Schroeder op het gevaar van schimmels en adviseerde een maandelijkse kuur. En wat kon men afgelopen najaar in een Nederlandse duivenkrant lezen? Dr.de Weerd schreef dat de aandacht voor schimmels schromelijk overdreven is. Dat schimmels bij duiven amper iets te betekenen hebben. Hij had het in heel zijn carrière amper mee gemaakt. Hij had toen gekuurd maar merkte na de kuur geen verschil. En… ALS er al sprake is van schimmels dan is dat veelal bij erg vochtig weer. In droge zomers hoefde je geen schrik te hebben. Aldus dr. de Weerd.

 TEGENDEEL
In het kerstnummer van dezelfde krant schreef dr. v d Sluis (ook een vooraanstaand Nederland dierenarts) er over. Hij had nog nooit zo veel aanvragen voor medicijnen tegen schimmels gehad dan dit jaar. In 2018 dus. Dat zou komen door de droge zomer. Juist droogte opent de toegangspoort tot een schimmelinfectie aldus dr. v d Sluis. En hij sprak over liefhebbers van wie de resultaten spectaculair verbeterden na een kuur. Ik denk dat bij het lezen van beide stukjes menig wenkbrauw de hoogte in ging. Als meningen zo botsen moge duidelijk zijn dat een van de twee er naast zit. De vraag is vooralsnog ‘wie van de twee?’  

 ZEKERHEID
Een zekerheid in duivensport is dat er zo veel onzekerheden zijn. Dat er een grote grijze zone is.  Vroeger, toen we met 150.000 meer waren, hadden duiven enige economische betekenis. Niet zo veel als kippen en varkens, maar toch. Toen loonde het zich voor de wetenschap om wetenschappelijk onderzoek te verrichten, zoals met name Janssen Farmaceutica en Merial dat deden. Maar dat is volkomen oninteressant geworden. Vanwege te weinig duiven, te weinig liefhebbers en dus te weinig of geen rendement voor gedane investeringen.

Wees maar zeker dat we veel meer zouden weten over schimmels en andere ongemakken bij duiven als we nog met 150.000 of meer liefhebbers zouden zijn. Dan zouden dierenartsen ook niet zo verschillend denken.  Van hun opleiding moeten ze het immers niet hebben. Duiven komen daarin niet aan bod.  

 HET GAAT ZONDER
Maar we dwalen af. Ik wilde het hebben over zekerheden die in duivensport nog wel degelijk bestaan, ook al zou je soms anders vermoeden. Een zo’n zekerheid is dus, zoals gezegd, dat succesvolle duivensport in 2019 nog wel degelijk mogelijk is zonder intensief gebruik van medicijnen. Eigenlijk is het van een verbluffende eenvoud.

Het bestaansrecht van medicijnen (antibiotica) is gebaseerd op ziektes die genezen moeten worden. In onze sport niet om duiven ‘harder’ te doen vliegen.  Bij gezonde mens of dieren zullen antibiotica niet zorgen voor nog meer gezondheid, vaak integendeel.

Die kunnen wel een zege zijn als iets aan die gezondheid hapert. Dus, als U medisch kort op de bal speelt en u hebt succes, ga voorlopig zo door. Zweer medicijnen niet van de ene op de andere dag af. Geleidelijk afbouwen mag. Dan ben je ook voorbereid op een tijd dat je nog moeilijker aan antibiotica kan komen dan nu.

 GEVECHT
Je kan spreken over een soort strijd tussen antibiotica en bacteriën. Bij de eerste kuur delen de antibiotica een tik uit die de bacterien bijna knock out doen gaan. Pas na langere tijd staan die terug op. Bij de tweede kuur, de tweede tik, gaat de bacterie ook neer maar staat sneller op. Bij de volgende kuur gaan de bacteriën niet meer neer maar schudden zich zoals een hond die uit het water komt. Tot het moment komt dat de bacterie het antibioticum knock out slaat.