Ga direct naar de inhoud.

In deze tijd (11 maart)

Kent U liefhebbers van hier die in pakweg Kuwait, Polen of Amerika duiven gaan kopen? Tuurlijk niet. Vanuit heel de wereld komt men hier kopen. Want zitten hier niet de beste? En moeten we duivensport in verre landen wel serieus nemen? Lopen die niet veel achter? Zouden ‘alledaagse’ duiven van hier daar geen goede zijn?

 REALITEIT
De realiteit is anders, want wat leert die? In One Lof Races wereldwijd worden die ‘goede van ons’ zoek gevlogen. Nederlanders en Belgen komen er amper aan te pas. Ik schreef dat eerder en gaf voorbeelden.

Recent is daar nog ‘een voorbeeld’ bij gekomen, de finale van de Million Dollar Race in Zuid Afrika. Zoals meestal was het weer een harde vlucht. Wie dacht dat ‘die van ons’ niet slechter konden presteren dan voorheen had het mis. Welgeteld vijf Nederlandse en Belgische duiven (samen) klasseerden zich bij de eerste 100.

 DAAROM?
Buitenlandse liefhebbers die vaker in Nederland en België komen tijdens het vlieg seizoen menen te weten waarom onze duiven op zulke wedstrijden te kort komen. Men is hier te voorzichtig met lossen, zeggen ze. Bij wat zij zelfs ‘fraai vliegweer’ noemen worden de duiven hier ingehouden. Dat zou na verloop van jaren tot ‘salonduiven’ leiden die weinig kunnen hebben. Bij 30 graden niet spelen? Liefhebbers uit warmere streken lachen er om. In Zuid Afrika stond tot VOOR de finale een duif van iemand uit Dubai op de eerste plaats. In de finale legden liefhebbers uit Kuwait beslag op de tweede en vierde plaats. Een duif uit Amerika werd derde, een uit Ierland vijfde. Ofwel, weer een afgang voor ‘de bakermat’.

 ALS FOND
Het was dus, zoals meestal, een harde vlucht van 550 km. En kilometers daar wegen zwaarder dan hier, zeker voor jonge duiven, vanwege vaak hogere temperaturen en een golvend landschap. In de finale was alleen eer te behalen voor krachtpatsers, oersterke duiven. De uitslag leerde dat we toch een beetje moeten relativeren. Want wat bleek? De tweede prijswinnaar, de duif uit Kuwait, had twee v d Bulckduiven als ouders. Inderdaad, DE v d Bulck. De vitesse man die bij voorkeur Quievrain (ongeveer 125 km) en Noyon speelt. Zoals ook Leo Heremans en die andere Dirk (van Dijck) een voorliefde hebben voor Quievrain. Dat brengt ons weer bij het thema: Waar zitten de beste HaFo duiven?

 WAAR
Die moet je volgens met name Patrick Boeckx en Dirk van Dijck niet zoeken op de HaFo uitslagen. Wel bij liefhebbers in deze regio die het bij vitesse houden en zelden verder spelen dan Quievrain en Noyon.’ Het deed denken aan wat Gaston van de Wouwer me ooit zei toen ik hem vroeg of die sprinters van Gebr. v d Brande ook ‘verder’ zouden kunnen. ‘Ik zou niet weten waarom niet?’ was diens nuchtere reactie.

 ANDERE VOORBEELDEN
Neem ook die andere v d Brande. ‘Vitesseman’ Jo uit Heultje. In 2017 wonnen zijn twee eerstgetekende van Bourges de 3e en 12e Nationaal. Voorbeelden van bijzonder goede halve fondduiven die van vitesse duiven stammen zijn er talloze. Dus kan elke goede vitesse duif ook de verdere afstanden aan? Dat is weer te kort door de bocht.

Zo had je vroeger vitesse man bakker Dilen uit Ravels. Meestal overwinterde die acht doffers, vier voor Quievrain en vier voor Noyon. En geloof het of niet, die had duiven die eerste prijzen konden winnen van Quievrain maar niet van Noyon. Over specialisatie gesproken! Het zullen wel uitzonderingen zijn, maar toch.

 TWEE SOORTEN?
Zijn er dus volop goede HaFo duiven met ‘vitesse bloed’, er zijn ook goede vitesse spelers bij wie je beter geen duiven haalt voor de halve fond. Omdat ze het niet aan kunnen. Dus lijkt het of je kan spreken over twee soorten vitesse duiven: Duiven die verder kunnen en duiven die dat niet kunnen. ‘Met 400 km is de pijp leeg’, zegt de een over duiven van Leo Heremans. ‘Ze kunnen moeiteloos 600 km aan’, beweert de ander. Zelf meen ik dat je kan zien welke wel of niet verder kunnen.

Duiven met droge harde pluimen, hoe goed ze ook zijn op vitesse, zijn niet geschikt voor de verdere afstanden. Zeker als ze nog eens aan de grote kant zijn ook.

 Zulke duiven hebben meestal stramme, weinig buigzame pennen die makkelijk breken. Waarom die soepel moeten zijn zie je op vertraagde beelden van opvliegende duiven, meer bepaald aan de gebogen laatste pennen.

Goede vitesse duiven daarentegen met perfecte bouw en bovenal zijdezachte pluimen kunnen meestal meer dan de liefhebber denkt. Hoe vaak hoor je niet over liefhebbers die aanvankelijk vitesse speelden en nadien met dezelfde duiven succesvol waren op de HaFo en zelfs kleine fond?

 NU SCHEIDEN?
Of je jongen bij het spenen best meteen scheidt? Doffers apart en duivinnen apart? Er zijn goede spelers die dat doen, andere zetten alles op een hok. De volgende ronde op een ander hok. Marcel Wouters is er zo een. Ikzelf speelde in B N altijd ‘op de deur’, maar scheidde pas in juli. Het leek me beter dat er al koppeltjes gevormd waren voor ze werden gescheiden. Drie maanden ‘gescheiden’ (op de deur) lijkt me te lang. Drie maanden op nest evenzeer. Dus combineerde ik beide. Nu bezwoer een van de beste liefhebbers op deze aardbol me dat je jongen beter niet gescheiden speelt. Omdat dat inleveren wordt als oude duif. Ik zei hem dat dit voor mij niet op ging. Duiven die ‘als jong’ prima kwamen waren als jaarling soms nog beter. De super kampioen: ‘Ja, maar toen speelde je anders, nietwaar? Traditioneel weduwschap.’ Dat klopte. En ik vroeg hem wat duidelijker te zijn.

 ZIJN IDEE
De Superkampioen: ‘Tegenwoordig spelen velen hun oude ‘totaal’, dus zowel doffers als duivinnen. Mijn ervaring is dat duiven die in het geboortejaar NIET gescheiden werden als oude beter doen. Speel je ‘totaal’ dan zullen duiven die ook als jong gescheiden waren minder uit de verf komen en duivinnen zullen makkelijker onderling paren.’ En deze man neem ik erg serieus.

TOT SLOT
Het zijn vaak jongen van de tweede en soms zelfs derde ronde die uit blinken op de Nationaals in augustus en september. Die mannen die de eerste ronde van de hand doen lijken zo dom nog niet. Zelf speel ik HaFo. Vitesse gaat me te snel, voor de (kleine) fond heb ik te weinig geduld, te weinig duiven en te veel angst goede te verliezen. Daarom verbaasde het enkelen dat ik duiven had aangeschaft bij Harrie S, een echte vitesser. Aan de duiven te zien wijst niets erop dat die niet verder zouden kunnen. En aan de afstamming te zien (veel soort Danny van Dijck) evenmin. Afwachten.

  

Tot de finale stond deze duif uit Dubai in Zuid Afrika boven aan. De moeder komt van J Donckers, de vader is mijn soort. De winnaar in de finale is verkocht voor een kleine 100.000 euro. Zou dit duifje, bijna alle prijzen onder alle omstandigheden per tiental, niet beter zijn?