Ga direct naar de inhoud.

Willem

Ik weet nog wanneer ik Willem voor het eerst zag. Op een feestavond lang geleden alweer. Soms klikt het meteen als je met iemand kennis maakt en soms wordt het nooit wat. Met hem klikte het meteen.

Soms hebben we veel contact, dan een tijdje weinig.

Over veel zaken denken we hetzelfde maar wat spelen betreft lijken we wel tegenpolen.

Ik zou liefst wekelijks slechts een duif spelen, maar dan wel een super, hij zou er liefst 200 spelen.

Hij weet dat ik niet gecharmeerd ben van spelen met veel duiven en dat weten ook Verkerk, Leytens, Peter van de Merwe, Berckmoes, Jochems van Hasselt en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Toch leidde dat nooit tot scheve gezichten, integendeel, we respecteren elkaar en zo hoort het ook.

 

WEDERZIJDSE HOBBY

Behalve dat we beide graag goed spelen hebben we nog iets gemeen.

Enkele keren per jaar trekken we er op uit om een kampioen te bezoeken.

Bij voorkeur een zonder ronkende naam maar met steengoede duiven en altijd gaan we dan Belgie in.

Waarom Belgie?

Om in het buitenland te zijn misschien?

Soms kakelen we dan aan een stuk maar het kan ook enige tijd stil zijn.

Dat zijn geen pijnlijke gespannen stiltes maar soms is er weinig te zeggen en de onderlinge verstandhouding is zodanig dat die weinig woorden behoeft.

Inmiddels is ook hij in Belgie geen wildvreemde Hollander meer, vooral niet na het

uitbrengen van een dvd over Vanlint.

Die had op korte tijd de duivenwereld veroverd en na de dvd wist men dat hij het deed met zijn 'Nederlands systeem' en ten dele Nederlandse duiven.

Beide had hij van Willem.

Ik ga iets over enkele van die ritjes zeggen, sommigen kunnen er iets van opsteken.

 

DE EERSTE

De eerste was naar het verre Vlaanderen.

We bezochten twee kampioenen, bij de een kocht ik 6 duiven, bij de ander kocht hij een volle mand.

Vanwege vrij duur liet ik die van mij niet los, bij hem gingen ze de mand in.

Drie jaar na datum heb ik de mijne geruimd.

Ze kwamen uit prima duiven van een goed hok maar niet goed is niet goed, dus weg die handel.

Willem verging het beter, die had een echte fenomeen en misschien zou hij die nooit gehad hebben, of beter ontdekt, als hij gedaan had als ik.

Hij was met de nieuwe aanschaf dus gaan vliegen en die ene toonde zich al meteen.

Die won kop van 100 kilometer en pure kop van 600.

Zelfs klasseerde die zich derde in een of ander Europees kampioenschap.

Verder was hij een van die witte raven die niet alleen goed vloog maar ook als kweker amper zijn gelijke kende.

Verkerk en Vanlint wonnen met nazaten zelfs Nationaals!

Had Willem gedaan zoals ik, die duif meteen op het kweekhok zetten, dan had die misschien even kort geleefd als de duiven die ik kocht.

.

LATER

Begrijpelijk smaakte 'Gilbert' (zo heet die duif) naar meer.

Dus zei hij 4 jaar nadien, nu 3 jaar geleden 'als je nog eens zo'n adres weet'.

'Ik denk van wel' zei ik, want ondertussen had ik Leo leren kennen.

Ongelooflijk wat speelde die man.

Ik was er al enkele keren met David geweest en de duiven vielen zo in de smaak dat die er een massa kocht.

De stamkaarten waren maar bleekjes, die interesseerden Leo amper en een verkoper was hij evenmin; hij vroeg 100 euro.

'Ja maar ik wil er van de goede' hoor ik David nog zeggen toen hij de prijs hoorde.

Leo was namelijk geen verkoper.

Diens passie was superduiven en ik geloof amper dat die voordien ooit verkocht had. K'pen deed hij als hij ergens iets goeds wist.

Dat Leo zijn duiven op vrij korte tijd veel duurder werden is normaal.

De simpele wet van vraag en aanbod.

 

NAAR LEO

Anyway, de volgende met wie ik naar Leo reed heette niet David, Luna of Maggie maar Willem. Die had het daar snel gezien en kocht geen mand jongen maar een mand eieren.

Zo'n 60 in totaal op voorwaarde dat er enkele van de topkwekers bij waren.

Ondanks MIJN enthousiasme had Willem echter twijfels.

'Als ze niets waard zijn heb ik toch een tijdje mogen dromen' zei hij herhaaldelijk.

'Geloof je er echt zo in?' vroeg hij al even herhaaldelijk.

'Wacht maar' zei ik, 'je gaat nog wat mee maken. Dat zijn de beste die je ooit kocht.

Vraag is alleen of ze de afstanden aan kunnen.'

Maar zijn twijfels werden enkel groter, zeker toen bleek dat een aantal jongen niet opgroeide zoals je zou wensen.

Die werden geruimd maar daar zat hij niet mee.

'Het gaat er niet om hoeveel er uit moeten maar wat ik overhoud' zei hij steeds.

Nu zijn we enkele jaren verder en mijn tragiek is dat ik ook wel eens gelijk heb.

Hij hield er 10 goede tot zeer goede aan over, dus missie uitermate geslaagd.

Dat vond ook Eyerkamp zo zou blijken van wie toch bekend is dat die alleen maar genoegen neemt met het beste.

En of ze de verdere afstanden aankonden?

Sommige niet, andere wonnen probleemloos eerste prijzen tot 500 kilometer.

En weet U wat weer interessant is?

Die van de kwekers waren ze niet, de toppers kwamen uit de vliegduiven.

Hij ontdekte dat (opnieuw) door er mee te spelen.

 

HERMAN

Overigens maakten we destijds die ritjes met drie'n, ook Herman was er bij.

Tot die plots kwam te overlijden.

Willem is er nog niet overheen maar leerde er wel van als duivenliefhebber.

Men moet weten dat hij bijna verslaafd was aan trainen tussen de vluchten door.

Het was iets dwangmatigs, iets in hem dat sterker was dan hijzelf.

Zelf had hij er de tijd niet voor maar hij had Herman; die deed niets liever.

Diens overlijden echter maakte een bruusk einde aan het trainen en Willem had er zich al bij neergelegd dat hij enkele stappen terug zou moeten doen.

'Dan maar minder goed spelen maar opgeslokt worden in de files rondom Rotterdam is iets wat ik er niet voor over heb' redeneerde die.

En wat gebeurde?

Met duiven waarmee geen meter meer gereden werd ging hij beter presteren.

 LAATSTE RIT

Onlangs dan gingen we naar Marcel.

We haalden er duiven en op de terugweg herinneringen op.

'Zou er iets goeds tussen zitten zoals bij Leo, Gilbert, Maurice en anderen?' vroegen we ons af.

Nu was de rit echter anders, we waren met zijn twee.

En plotseling en tegelijk hadden we beide last van natte ogen.