Ga direct naar de inhoud.

Pech met een vraagteken

'Wat mensen pech of het noodlot plegen te noemen is vaak niet anders dan eigen stommiteiten' zei Shopenhouwer. Ik moet aan die woorden denken als ik liefhebbers hoor klagen over pech en tegenslagen.

De een verliest massa's jongen, bij de ander faalt zijn elektronisch constateer­systeem, een derde heeft elk jaar weer problemen met coli.

'De kampioenen hebben nooit pech, waarom ik' jammert men soms bijna verwijtend.

Maar ook kampioenen worden door het noodlot tegen de oren geslagen, alleen minder.

Omdat bij veel wat misloopt geen sprake is van pech maar men z'lf schuld had.

Zoals ik die gedenkwaardige 6e mei.

Echt duivenweer stond borg voor een schit­terend concours, mijn eerstgetekende vloog zes minuten vooruit tegen 13.203 duiven (dan weet U dat ook weer) en toch... baalde ik als een stekker.

 

ONGELOOFLIJK.

Eigenlijk was ik niet gerust in die vlucht en voelde een zekere druk.

Gezien het weer was ik toren­hoog favoriet maar het trainen de dagen vooraf beviel me niet. Ze vlogen wel lang maar plichtmatig. Een klad trainende weduwnaars moet na enige tijd uiteen­gereten terugkomen maar dat was niet het geval.

Ze bleven bij elkaar en eenmaal terug op het dak zaten sommigen enige tijd stil en dat is helemaal verkeerd.

Toen kwam die vlucht met dat mooie duivenweer.

Bellers schrokken toen ze hoorden hoe laat (of beter 'hoe vroeg') ik 'zat' en vroegen of ik wel goed gekeken had.

'Dat zat wel goed' dacht ik en dat was ook zo.

Met zulk weer met je eerstgetekende tegen zo veel duiven zo ver voor­uit vliegen gebeurt een mens niet elke dag maar toen kwam de kater.

 

GESTRESSEERD

Wat ik niet vermeld heb is dat twee duiven tegelijk arriveerden, ook de 3e getekende.

De eerste suisde met zo'n snelheid binnen dat ik vreesde dat hij niet geregistreerd was en hoewel ik (tegenwoordig) de rust zelve ben als ik duiven opwacht rende ik naar 'het kastje' om te zien of hij er op stond. Ja hoor, niets aan de hand.

Maar ondertussen was zijn hokgenoot, niet gewend dat ik me gestresseerd ge­draag, opgevlogen en op het dak van het huis gaan zitten.

Ik riep, maar vergeefs.

Nu had ik het geluk (dacht ik) dat er een bal voor het grijpen lag en deed ik iets wat ik nog nooit gedaan had; naar een duif gooien, hopende dat die op zou vliegen en op de valplank lan­den. Opvliegen deed hij wel maar hij was meteen ver­trokken.

'Dat moet een vreemde zijn geweest. Een duif van jou vliegt na zo'n zware vlucht toch niet weg' zeiden 'de letters'. Dat zou dan wel.

 

DE AFLOOP

Maar ik bleef twijfelen.

Ik kende mijn eigen duiven toch zeker. Terug van het clublokaal was het eerste wat ik deed naar het duivenhok gaan om te zien of alles in orde was en vooral of die derde geteken­de thuis was. Niet dus.

Ik meende dat het een duif met toekomst was, zulke verlies je niet graag, dus bleef ik nog even 'letten', men kent dat.

Tot ik het op gaf en met een hoofd vol onbegrip de jongen ging voeren die in een hoek van de tuin zitten. En wie zat daar?

Hij dus. Fris en monter op het hok waar hij als jonge duif gezeten had 'de liefde te bedrijven' met een jonge duivin. Meteen werd alles duidelijk.

Ik had het wel degelijk goed gezien

'Dat kost je het Provinciale kampioenschap' zei de ene 'letter' toen hij het hoorde.

'En geld' wist de ander.

Maar die zaken interesseerden me weinig, de duif kreeg niet wat die verdiende en dat was eigen schuld.

Alleen een gek gooit met een bal naar een duif na de vlucht.

'6 Mei gemist' kwam er op zijn 'affiche' terwijl hij in werkelijkheid de tweede snelste was van ruim 13.000 duiven na een hokge­noot. En dan te weten dat ik vaker schrijf dat je nooit naar duiven mag gooien!

Verder is het natuurlijk ook dom als weduwnaars van een vlucht komen de hokken van de jongen niet af te sluiten.

 

EVENMIN PECH

Dan was er die man die op een dag massa's jongen verloor. 'Heb je die op zondag losgelaten toen vlucht­duiven overkwa­men?' vroeg ik.

Nee zo stom was hij niet, zei hij, er aan toevoegend, 'gewoon pech gehad' .

Maar het was (weer) geen pech zo bleek.

Normaal liet hij zijn jongen rond 14.00 uur los maar die dag moest hij weg en had hij, tegen zijn gewoonte in, de jongen 's morgens om 7.00 uur vrij­ge­laten met het genoemde fatale gevolg.

Slim is anders.

Als je je jongen op gezette tijden vrij laat moet je daar niet bruusk van afwijken. Dat is vragen om.

 

JONGEN DOOD

En er was die man die door ander onheil getroffen was; duiven dood na een combi-enting tegen paramyxo en pokken.

Zo'n enting let nauw, zo nauw dat ik het niet aandurf.

De duiven waren ge'nt door een veearts die misschien wel verstand heeft van koeien, paarden of blinde vinken maar van duiven zeker niet.

De aanmaak van 'de combistof' vereist enige vaardigheid en, heel belangrijk (!) je mag nooit of te nimmer duiven enten die niet tiptop in orde zijn.

En dan te weten dat twintig kilometer van de man vandaan een goede 'duivendokter' woont die zo'n flater zeker niet gemaakt zou heb­ben.

 

OOK NIET SLIM

In duiven­sport gaat het er om wie de minste fouten maakt en de gemaakte fouten ziet denk ik soms.

Ik ga nog een voorbeeld geven van wat ikzelf verkeerd deed:

Twee betere kweekdoffers hielden veel te jong op met bevruchten.

Dat is dubbel 'prijs' omdat je daar je beste duivinnen tegen zet waarmee dus ook een jaar ver­loren gaat.

Pech?

Helemaal niet. Ik had ze leeg gemolken vanwege veel vraag uit die duiven en moest er nu een prijs voor betalen.

 

TOT SLOT

Over die 'vooruitvlieger' tegen ruim 13.000 duiven nog iets.

Clubgenoten vroegen me wat voor duif dat was.

'Een van die duiven die er bij was toen ik verleden jaar de 10 eerste won' zei ik.

Ze waren het vergeten!

Zo betrekkelijk is het dus.

Duiven is tof maar wel een hobby waarvan ik niet wakker lig. Of beter... niet meer!

Een kennis kreeg van de dokter het slechtst denkbare te horen.

D't is pech!

Overigens miste die vooruitvlieger de week nadien bij hetzelfde fraaie weer.

'Dat kan de beste overkomen?'

Inderdaad maar' in dit geval had ik het kunnen weten.

Na diens zege ging hij als laatste het hok uit als er getraind werd en met zulke heb ik alleen slechte ervaringen.

En zo zal er altijd wat zijn. Bij U en bij mij.

Duivensport is vandaag een lach en morgen een traan; zoals in andere sporten en heel het leven eigenlijk!

Onthoud de lach en vergeet de traan.

Dat is beter voor je gezondheid.