Ga direct naar de inhoud.

Ben ik zo slecht?

'Elk mens is geneigd tot het slechte' leerden we vroeger tijdens de godsdienstles.

Of het zo'n vaart loopt weet ik niet maar een kern van waarheid zit er in.

Het is de doorsnee mens eigen eerst aan zich zelf te denken en hij keurt veel goed als het de eigen belangen maar niet schaadt.

Nog niet zo lang geleden sloten we vluchtelingen uit Oost Europa in onze armen. Juichend werden ze opgewacht als ze er in geslaagd waren zich letterlijk een weg te banen naar de vrijheid en we vervloekten dat ijzeren gordijn.

Nu zijn de grenzen open en wil men mensen uit dezelfde landen hier weg.

In Afrika is honger, hier worden tonnen fruit doorgedraaid.

Omdat een te veel de' eigen belangen schaadt.

 

KAREL

Toen ik in mijn huidige woonplaats kwam wonen was Karel de te kloppen kampioen.

Hij was al op jaren maar tegen zijn duiven was geen kruit gewassen.

Nog goed herinner ik me die zomer met dat warme weer en tegenwind; een kolfje naar de hand van Karel zijn duiven.

We kregen rammel zo veel we wilden en echt vrolijk werden we daar niet van.

Tot die dag kwam dat zuidwestenwind werd voorspeld.

Met zijn allen haalden we opgelucht adem.

'Dit was geen weer voor Karel of beter, zijn duiven' meenden we.

De zondag die volgde waaide het nog harder dan voorspeld, likkebaardend wachtten we de duiven op maar de ontgoocheling die volgde was groot.

Karel zijn duiven hielden geen rekening met onze stiekeme hoop en deden voort zoals voorheen: Die van ons in de vernieling vliegen.

Het was de dag dat ik voor eens en altijd leerde dat vluchten met wind mee geen geluksvluchten zijn.

 

SUCCES?

Als liefhebbers voor een vlucht elkaar tegen het lijf lopen hebben velen de gewoonte elkaar succes te wensen.

Soms vraag ik me af of zulke mensen eigenlijk wel weten wat ze zeggen.

Ga ik bij mezelf te rade dan moet ik bekennen dat wanneer ik iemand succes wens dat wel meen maar niet voor de volle 100 procent.

Ik gun hem een goed resultaat maar wens wel dat er EEN is die beter presteert.

Ikzelf dus.

Trouwens over mezelf gesproken.

Het eerste wat ik doe als ik opsta op een dag dat er gevlogen wordt is naar de windwijzer kijken. Om te zien of die gunstig staat voor mij en mijn duiven.

Dat brengt ons bij de uitspraak 'dat de beste mogen winnen'.

Is dat ook zo?

Menen we dat ook?

Ik alvast niet.

Ik sta niet te springen op een vlucht met voor iedereen gelijke kansen.

Ik hoop dat het een mooie vlucht wordt voor mij en de wind goed staat voor mij wat inhoudt: niet goed voor de ander.

 

ANDERS?

Of ik in deze zo anders ben waag ik te betwijfelen. DE vlucht in Belgi' is 'de tweede Bourges' in augustus.

Je moet de dagen vooraf bij liefhebbers op bezoek zijn geweest om te beseffen hoe we het eigenbelang koesteren.

De weerman op tv krijgt alle aandacht en men is nieuwsgierig hoe de wind zal staan de dag dat er gevlogen wordt.

De Vlamingen hopen op Oostenwind. De Limburgers op westenwind.

En geloof maar dat ik niet anders was toen we nog Nationaal Orleans vlogen.

Hoe men in Nederland de oren heeft laten hangen voor de groenen en die vlucht teloor lieten gaan door Bobos die elk contact met de werkelijkheid verloren hebben is iets wat ik nog niet snap.

 

TYPEREND

Typerend ook hoe liefhebbers reageren NA een vlucht.

Men is nieuwsgierig hoe de ander gepakt heeft maar nog nooit hoorde ik iemand vragen 'hoe VROEG zit je?'

Nee de vraag is 'hoe LAAT zit je?'

En zeg nu zelf, als je een belangrijk concours won en je hoort nadien dat je kon winnen omdat een duif van een sportgenoot slecht binnen kwam, word je daar treurig van?

Springen dan de tranen in de ogen?

Niet bij mij!

Dus praat me er niet over dat 'de beste mogen winnen'. Zo zitten we niet in elkaar.

Duivenliefhebbers niet en mensen niet.

Welke voetbalfan stort wenend ter aarde als zijn ploeg een penalty krijgt toegewezen die niet terecht was?

Ik alvast weer niet, integendeel.

Mijn hart gaat dan sneller kloppen van vreugde.

 

TELEFOON.

Vooral concoursen die slecht verlopen zijn soms mooie staaltjes van hoe velen zijn.

De telefoon rinkelt dan vaker dan normaal en als men je aan de andere kant van de lijn vertelt dat X amper duiven thuis heeft en ze bij Y ook barslecht komen hoor je een bijna juichende ondertoon.

En als jezelf al een handvol duiven hebt en dan gebeld wordt met de vraag of er ergens al iets bekend is krijg je dan medelijden met de beller?

Nee, je maakt bijna een sprongetje van vreugde.

Wat mij betreft is er niets mis met wat ego'sme zolang het binnen de perken blijft.

Hopen dat iemand stukken krijgt met zijn klok gaat dus te ver.

Hopen dat de duiven bij een ander ziek worden eveneens.

Zo verloor ik dit jaar van Pithiviers al mijn beste duiven.

Iemand bij de voerboer:

'Zo van die A. S. hebben we voorlopig geen last meer.'

Maar hij kreeg wel de wind van voor:

'Dat je zo iets DENKT tot daar aan toe, maar dat je het ZEGT maakt van jou een waardeloze kerel' kreeg hij te horen,

 

BESTUURDERS

Overigens neemt bovenstaande niet weg dat onze beleidsmensen de plicht hebben te proberen voor iedereen zo veel mogelijk gelijke kansen te cre'ren.

Maar daar heb je wel goede bestuurders voor nodig.

Kleurloze podium beklimmers die zich als een drenkeling vastklampen aan hun eigen spreekgestoelte omdat ze niets te vertellen hebben kunnen we missen.

Door een rookgordijn op te trekken met woorden en een halve meter paperassen waarachter ze de duiven­sport een vrije val laten maken doen ze weinig anders dan hun overtolligheid demonstreren.

Geen enkele sport kan zich spontaan als een baron von Munchau­sen aan zijn eigen pruik uit het moeras trekken waarin die dreigt te verzinken.

Hebt U goede bestuurders? Koester ze.

Want de klok tikt verder en de slinger dreigt steeds meer de richting uit te slaan van de teloorgang. Goede bestuurders moet je niet alleen koesteren maar ook steunen want alleen kunnen ze het karwei (duivensport bevorderen en stimuleren) onmogelijk klaren.

 

TOT SLOT

In Nederland hadden we eens problemen met een elektronisch constateersysteem.

Niet gezond was hoe een concurrerende firma daar middels een advertentie op inspeelde om de eigen waar aan te prijzen.

Mensen die praten hoe goed ze presteerden kan ik begrijpen.

Die zijn trots en terecht.

Naar mensen die het maar niet kunnen laten te benadrukken hoe slecht anderen speelden luister ik liever niet.

Die hebben meestal een probleem en dat zijn' de eigen prestaties.