Ga direct naar de inhoud.

Het nieuwe normaal 2 (30 sept)

Nee, over Corona ga ik het hier niet hebben. Daar is al genoeg over gezegd en geschreven. Wordt 2020 het jaar dat alles voorgoed verandert? We zullen zien.

Veranderingen in duivensport gaan meestal geleidelijk. Toen die paar Nederlanders begonnen met verduisteren duurde het nog ongeveer 15 jaar voordat dat algemeen in zwang kwam. In België werden die Noorderburen die verduisterden aanvankelijk zelfs amper serieus genomen. Nu hoort verduisteren bij duivensport als de Eiffeltoren bij Parijs. Wat zaken die opvielen in afgelopen kort maar hevig seizoen. 

 OVER KILL  

Toen we eindelijk aan spelen toe kwamen leek het wel alsof men de schade in wilde halen. Wat een overdaad aan vluchten. Want soms drie fondvluchten in een weekend werd zelfs de meest verstokte fondspelers te veel. Over die over kill, zowel in Nederland als België, klaagt men al jaren maar de bevoegde instanties lijken doof en stom. Zo veel vluchten afgelopen seizoen? Geloof me, velen zagen er niet naar uit, maar tegen op.

In mijn opleiding moesten we een boekje lezen dat heette ‘De rijping van het verlangen’. Mensen voelen zich beter als ze ergens naar toe kunnen leven. Het verlangen naar iets zou velen nog gelukkiger maken dan het bezit. Het verhaal van de jongen die op zijn verjaardag een bromfiets krijgt alsof het de gewoonste zaak van de wereld is en van de jongen die daarvoor lang gespaard heeft. Wie van de twee zijn brommer het meest zal koesteren en het best schoonmaken moge duidelijk zijn. Toegegeven, je hoeft zo veel vluchten niet te spelen, maar duivensport kan zo verslavend zijn dat je liefhebbers soms tegen zichzelf in bescherming moet nemen.

 COMBI

Eerder kwamen de Combi entingen overgewaaid uit Oost Europa. Daarmee wordt bedoeld tegen twee of meer kwalen tegelijk enten. Vooral de entingen Paramyxo-Rota en Paramyxo pokken werden populair. Met èèn enting meerdere kwalen voor blijven? Het lijkt mooi, maar ‘eerst zien dan geloven’ redeneren sommigen, en ze besloten de kat uit de boom te kijken. Anderen waren enthousiast en pasten die Combi entingen toe. We hebben nu een jaar ervaring en wat weten we nu? Sommige grote kampioenen geloven er in, andere even grote kampioenen (ook dierenartsen) zijn sceptisch. Je hoort dat jongen na geënt te zijn nog even goed Adeno kregen. Iets wat je soms ook hoort na een enting tegen pokken. Het lijkt vooralsnog te vroeg om over die combi entingen te oordelen.

 ANDEREN

De voorstanders zijn uiteraard mensen die na enting bespaard bleven van een of meerdere kwalen die ze vreesden. ‘Voor het eerst geen Adeno’,  hoor je dan. Maar wie bewijst dat dat iets met de enting te maken had? Er zijn er nog dit geen problemen hadden en hun duiven waren niet geënt. Enkele jaren terug hadden in Noord Brabant nogal wat liefhebbers dode duiven. Zo maar, van de ene dag op de andere. De symptomen wezen duidelijk op iets anders dan Adeno. ‘Rota-virus’ zo beweerden onze oosterburen. Dat jaar behoorden bijnabuur Johan en ik ook tot de slachtoffers met meerdere dode jongen. EEN jaar dus, nadien geen dode jongen meer.

Wat denk je wat gebeurd zou zijn als we na dat probleemjaar geënt zouden hebben? Dan zouden we denken ‘dankzij die enting’. Van dierenarts H de Weerd kon je overigens lezen dat die niet erg in Rota en Circo virus gelooft.

 ONE EYE COLD

Wat ikzelf als misschien wel erger dan Adeno ervaar is de One Eye Cold en wel om meerdere redenen. Je krijgt er veelal last van midden in het seizoen, je raakt er van af maar daar gaat te veel tijd over heen, en… Geen druppel of zalf werkt verlossend. Als je heel veel geluk hebt kan je baat hebben bij een antibioticakuur, afhankelijk van de aard van het virus. Een entstof tegen One Eye Cold zou veel mensen blij maken.

Die zou er overigens al lang geweest zijn als we nog met 150.000 waren. Toen loonde het voor met name Janssen Farmaceutica en andere labs om er aan te werken. Maar economisch stelt duivensport niets meer voor nu we nog met zo weinig zijn.  

 WIND

Afgelopen seizoen kenden we veel vluchten met wind uit Westelijke richtingen. Een halve eeuw terug waren de kwaliteitsverschillen zo groot dat een superduif een nadelige wind kon neutraliseren. Nu zijn duiven zo aan elkaar gewaagd dat de wind vaak beslissend is. Zo vroeg een Oosterling hoe het kwam dat Vlaanderen er op veel Nationals niet aan te pas kwam. Zat daar geen kwaliteit  meer? Natuurlijk zitten daar nog even goede duiven als voorheen, maar door de nadelige wind waren veel vluchten voor hen een kansloze missie. En dat werkt door m.b.t. Nationale Asduiven en kampioenschappen.

 DOMINANTIE

Evenals in voorgaande jaren werden veel nationals ook nu volledig gedomineerd door liefhebbers uit de regio Nijlen, Berlaar, Putte, Bevel, Itegem. Vanwege betere duiven zou je zeggen, maar is het wel zo simpel? Ik schreef eerder dat meerdere liefhebbers van elders in die streek inkopen hadden gedaan in de hoop zich te verbeteren. Ze haalden duiven bij eerlijke betrouwbare liefhebbers, werden er goed behandeld, maar de duiven uit die befaamde regio bleken niet beter dan de duiven die ze hadden.

Mogelijk is genoemd overwicht een gevolg is van een mix van factoren: Gunstige ligging (in de vlieglijn zegt men), massa en natuurlijk kwaliteit. Daar wonen meerdere liefhebbers met goede duiven kort bij elkaar en ik ben er van overtuigd dat er meer is dan wind en massa die de trek bepaalt: Kwaliteit! 

 LOKKER

Tegenwoordig, in een tijd dat seconden steeds meer bepalend zijn voor winst of verlies, hebben velen een of meerdere lokkers. Vooral op vitesse kan je amper zonder. ‘Amper’ dus. Want bij supervorm heb je die echt niet nodig. Toen wij afgelopen seizoen 1, 3, 4, 5 en 6 speelden tegen veel duiven en de week nadien zelfs 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8 in de Overkoepeling met Grensverbond (meer dan 2.000 duiven) hadden we ook lokkers klaar gezet. Maar die zaten toen de duiven thuis waren van de vlucht nog in de mand. Bij aankomst zat er zo’n ‘snee’ op dat ze het hok leken aan te vallen. En geloof me, een ervaren liefhebber ziet vaak aan de manier van aankomen hoe het resultaat zal zijn.  

 NIET ZO SIMPEL

Soms vragen buitenlanders wie ‘dit jaar de beste waren’ in Nederland en Belgie. Zo simpel is zo’n vraag niet te beantwoorden. Die mensen beseffen kennelijk niet dat, vooral in Belgie, liefhebbers zich specialiseren. Wie wel erg veel indruk maakten waren in Nederland Eyerkamp op HaFo en R Bakker op de Kleine Fond. In Belgie was Albert Derwa vaak verschroeiend op de HaFo en Gebr. Vandenheede op de kleine fond. Wat Derwa uniek maakte is dat hij excelleert op vitesse, HaFo en  kleine fond (waarop hij zelfs Nationals wint) en ook… Dat het weinig verschil uit maakt of hij met jongen of oude speelt.

Velen zullen het niet prettig vinden zulke supermannen als tegenstander te hebben, anderzijds verdient hun inzet respect. Niets voor niets en Insiders weten wat voor inspanningen het vergt om de concurrentie zo te ontstijgen.