Ga direct naar de inhoud.

Het nieuwe normaal 1 (29 sept)

Ik had het al lang beloofd, maar eindelijk kwam het er van. We zouden gaan vissen, de kleinzoon (9 jaar) en ik. Ik wist een vijver niet ver van Arendonk en natuurgebied ‘de Liereman’. Ik had er ooit nog geschaatst maar toen het ventje vroeg wat dat was besefte ik dat natuurijs iets van vroeger was.  

 KLAP

Toen we het huis van Bart passeerden zei ik ‘kijk eens wat een duivenhok.’ ‘Een duivenhok? Ik zie niets?’ Ik wees. ‘Dat is geen duivenhok, maar een fabriek.’ Ik had geen zin in verdere discussie. Al gauw arriveerden we op de plaats van bestemming, we pakten onze hengels en wij er naar toe. Maar wat was dat? Gortdroog. Jeetje, wat een afknapper. Gelukkig wist ik nog een vijver. Maar helaas, ook gortdroog. Op de terugweg stelde ik voor een spelletje te doen. In de streek staan nog veel duivenhokken, hij moest die tellen. Voor elk hok kreeg hij een punt. Zaten er duiven op dan had ik een punt.  

 UITLEG

Wel vond ik dat ik hem enige uitleg schuldig was en begon te vertellen. Over vroeger. Kievitseieren zoeken was een van mijn hobby’s, maar dat ging niet altijd even eenvoudig. De lager gelegen weilanden oversteken kon soms niet zonder door water te moeten baden. Het wemelde ook van  de sloten en beekjes, allemaal vol water. Ik wees hem op zo’n sloot. Stond daar vroeger water in? Wilde hij weten. En ook vissen, zei ik hem. ‘Kleinzoon: ‘Dat moet een toffe tijd geweest zijn!’ ‘Hmm. Niet helemaal. Het was vaak behelpen. Als hengel gebruikten we een stok, dobbers maakten we zelf van kurk.     

  KONIJNEN

De kleine weer: ‘Die bossen zijn zeker nog hetzelfde?’ ‘Bijna, groot verschil is de konijntjes.’ ‘Konijntjes? Die zitten toch in de dierentuin?’ ‘Tot voor enkele jaren wemelde het er van, in alle bossen, zelfs in parken.’ ‘Waar zijn die dan gebleven?’

Ik besloot het daarbij te laten. Want: Smeltend poolijs, 28 graden op Spitsbergen, ijsbergen en gletsjers die afbreken, 80% van de dieren uitgestorven, immense branden in Australie en Amerika, het regenwoud dat we aan het vernietigen zijn, een president met een vreemd kapsel die dat alles ontkent en de ‘global warming up’ een uitvinding van Chinezen vindt? En dan in deze tijd ook nog eens gaan vertellen over een virus dat alle konijnen doodde? Geen gespreksstof voor negen jarigen.  

 POST

Eenmaal thuis eerst de post in zien. Vroeger moest je daarvoor naar de brievenbus, nu naar je computer.

-Een mail van Marco T uit Deventer. Die had verleden jaar wat eieren gehaald en was nu 2e kampioen in de kring geworden. Mooi.

-Twee mails uit Belgie die op zowat hetzelfde neer kwamen: Ze noemden met naam en toenaam wat sportgenoten en de enorme aantallen jongen die ze hadden ingezet op de Nationals. En toch was het aantal jonge duiven op Chateauroux nog met 4.000  gekelderd. Hadden veel ‘kleinere’ niet mee gedaan vanwege sommige groten?

-Een Limburger wees op een concours daar met 29 deelnemende liefhebbers. V d Pasch won 1 t/m 31!

-De broers vdK waren ‘Grootmeester’ geworden (op een bepaalde vlucht de beste van Nederland volgens bepaalde berekeningen van een bepaalde duivenkrant).

Maar ze vonden het gênant. Van dezelfde vlucht had een sportgenoot  bijna 100 duiven toen zij nog moesten beginnen. Het lijkt op de mail waarin verwezen werd naar Harrie van Boxmeer. Die won de 1e in de club (156 duiven). Comb van Wanrooy had  73 duiven die sneller vlogen.

-Het gebeurde allemaal op de dag dat ook Eyerkamp, Theunis en Meyers de boel op kuisten.   

GEHEEL

De twee ‘strafste’ mails waren de volgende:  B:

Ik zie afgelopen weekend dat massa hokken de vluchtjes op rollen . .Wat ik mij afvraag .Hoe zullen deze liefhebbers zich voelen als ze de uitslag bekijken , en ze met massa"s duiven de kleine hobbysten een pak voor de broek geven . Ik persoonlijk zou een gevoel van onbehagen over mij heen krijgen ,voor zulk een onsportief gedrag !!

Een andere B, nu uit Belgie:

Beste A S. Dit is mijn laatste mail. Ik stop. Heb vrouw en kinderen die ik moet onderhouden. Als anderen voor de derde keer in een week hun nestduiven lappen zit ik op mijn werk. Ook vertik ik het om met 6 duiven te kampen tegen 160 duiven van mijn concurrent. En later te horen dat die 40 duiven voor mij pakte. U schreef ooit dat dit geen sport was en dat is het zeker en vast ook niet.

 DUIDELIJKE ZAAK?

Zijn die ‘oprollers’ het nieuwe normaal? En zo ook die buitenlanders die in Belgie de concurrentie te lijf gaan met enorme aantallen duiven. In Nederland is gestemd over een inkorfbeperking en tot veler verbazing was de  meerderheid tegen.  De vraag stelt zich of je die ‘oprollers’ met hun massa’s duiven en vaak nog een of meerdere verzorgers moet bewonderen of verwijten. Of, erger nog, verguizen? Wel, voor mij is dat is geen Gordiaanse knoop die je door moet hakken. Die mensen doen niets verkeerd. Half september duiven nog zo in vorm hebben en ook zo gemotiveerd dat  die met een hele klad tegelijk zelfs van 450 km voor de rest uit arriveren getuigt van vakmanschap. Zo’n oproller in Belgie is Derwa. Die had geen pa die hem middels enorme uitgaven aan goed materiaal hielp. Hij werkte zich zelf naar de top. Zo’n man kan je toch alleen maar bewonderen. Dat sportgenoten met een vreselijke kater zitten als hij de boel weer maar eens op kuiste is een ander verhaal. 

 NIEUW

Jan v  d Pasch heeft zeker goede, maar je maakt mij niet wijs dat hij 31 duiven heeft die beter zijn dan de beste duif van zijn 28 concurrenten. Voor een inkorfbeperking is het trouwens te laat. Dat had men 50 jaar geleden moeten doen. Je kan mensen nu niet meer verplichten hokken af te breken, duur gekochte duiven te verwijderen en verzorgers te ontslaan.  De geschetste ontwikkeling, steeds minder liefhebbers met steeds meer duiven voorspelde ik jaren terug al. Maar ik had niet gedacht dat het zo snel zou gaan.   

 TERUG THUIS

Mijn kleinzoon: ‘Was dat grote gebouw echt een duivenhok bompa?’ Ik knikte. ‘Dan hadden we beide gelijk, een duivenfabriek. En als daar duiven in zaten is het 8 – 1. Acht lege duivenhokken? Opnieuw gingen mijn gedachten uit naar vroeger. Toen er zelfs in de kleinste negorij een duivenclub was. En ik dacht aan die vijver waar ik vaak viste en de witte zwaan die daar meestal zwom. Zijn kop en nek in de vorm van een vraagteken. Een vraagteken. Daar zeg je me wat.

Wordt de concurrentie met een massa duiven compleet in de vernieling spelen het nieuwe normaal? Hoe daarmee om te gaan is het vraagteken van hedendaagse duivensport.  Want dat er iets moet gebeuren moet ook de KBDB en NPO  duidelijk zijn. Of zijn ze ziende blind.

Niets doen is het simpelste. Maar daarmee verliezen we de ‘kleine man’. En als de die verliezen verliezen we duivensport. Duivensport begint in de club, daar moet het goed zitten, hoor en lees je vaak. Hoe de stemming daar zal zijn als èèn liefhebber  de 20 of zelfs 31 eerste prijzen wint is makkelijk raden.