Ga direct naar de inhoud.

Tegendraads 2

Als ik dit schrijf is het begin maart en de eerste verliezen met jongen zijn reeds gemeld. Ze zouden eens niet verloren gaan.

Nu al zitten velen met de bibber zitten, want straks, als er gespeeld gaat worden, slechts de helft jongen over van al wat gekweekt is?

Velen zouden zich daarmee gelukkig prijzen.

 

VREEMD

Over die verliezen de laatste decennia is al veel gezegd en geschreven. Vooral ook vanwege de manier waarop.

- Duiven die verloren gaan van dezelfde losplaats als waar ze al meerdere keren eerder waren vrij gelaten? Het gebeurt.

- Ook hoor je dat meerdere liefhebbers op dezelfde dag veel jongen verliezen. "Er zat iets in de lucht" zegt men dan.

- Dan is er het vreemde verschijnsel dat jongen ineens zo raar doen als men ze los laat. Ze trekken niet weg maar vliegen al kringen makend hoger en hoger.

Om dan te vertrekken en niet meer terug te komen.

En mensen pijnigen zich de hersens suf waarom men vroeger die verliezen niet kende. Velen hadden toen niet eens een auto, laat staan de tijd om te lappen.

Je bestelde ringen afhankelijk van het aantal jongen dat je wilde spelen.

Hoe anders is het nu.

Zelfs grote kampioenen ontsnappen niet aan het onheil.

En wat helemaal aanzet tot denken? Het gebeurde anderen en ook mij meerdere malen dat een pieper die verloren ging en werd terug gehaald van soms 30 kilometer of zelfs verder moeiteloos terug vloog naar het hok waar die eerder binnen liep. En sommigen maar lappen van 2, 5, 7, 10 en 12 kilometer.

 

GEVONDEN?

Nu zou er dan eindelijk een antwoord zijn op de vraag hoe die verliezen te beperken. Ingegeven ook door de werkwijze van iconen als Leo Heremans, de Bruijn, D v d Bulck. Laatstgenoemde begon verleden jaar zijn jongen eind maart met dat ijzig koude weer al te lappen. Hij begint op slechts 400 meter, zo las ik, en door vaak te rijden over korte afstand zou hij amper verliezen kennen. Leo gaat er iets "groffer" aan staan. Die rijdt de eerste keer een kilometer. De jongen zien het hok als het ware staan. Zo kortbij begint W de Bruijn niet, maar als hij tijd en zin had zou hij bijna dagelijks rijden, nooit verder dan 10 kilometer, wel heel dikwijls.

In Taiwan is men helemaal verslaafd aan lappen. Gebeurt daar soms meerdere keren dagelijks en je zou zeggen dat, gezien de enorme geldbedragen die er mee gemoeid zijn, men daar wel zal weten waarmee men bezig is zeker.

Einde verhaal dus? Is veelvuldig lappen het antwoord op het probleem?

Nee hoor. Zeker niet einde verhaal.

Want wat nu zo merkwaardig is?

Er zijn er ook die amper of geen jongen verliezen.

En wat NOG merkwaardiger is? Daar zijn mensen bij die hun jongen amper of zelfs helemaal niet lappen.

 

ZOALS

- Zo kon je in dit blad lezen over Pierre Bourgeois, eigenaar van de Nationale Asduif grote fond. Zonder dat ze een mand zagen worden diens jongen ineens ingezet op Arras, 80 kilometer. Ze doen er de hele dag over thuis te raken maar verliezen kent hij amper. Zeker niet meer dan degenen die veelvuldig lappen beweert hij.

- Jos van Olmen, is nog zo"n fondspeler en een goede. Die lapt zijn jongen hooguit enkele keren als hij "toch richting Limburg" moet, verkeerde richting dus, en verliest er ook amper.

- Vlaming John Meurysse stopt ze ook ineens in de grote mand vanwege geen tijd en geen zin om in het drukke verkeer vast te zitten. Verliezen kent ook hij amper.

- Ook Patrick Rubens gaat niet met zijn jongen op stap en die beginnen na een aantal vluchten zelfs te presteren.

- Boeckx Turnhout lapt wel maar' begint daar in tegenstelling tot D v d Bulck niet zo vroeg mogelijk mee maar' zo LAAT MOGELIJK. Hun derde losplaats is al van 20 kilometer. Anderen doen daar tien keer of meer over. En toch, als de Turnhoutse vitesse koning 50 jongen kweekt moet het al gek gaan als hij niet met 47 jongen aan het vliegseizoen kan beginnen.

 

CONCLUSIE

Het lijkt er dus op dat veelvuldig lappen niet het verschil maakt op voorwaarde dat  jongen gezond zijn. En als ze niet gezond zijn mist lappen ook elke zin. Wel is goed opleren noodzaak als je er vanaf de eerste vluchten wilt staan.

Met jongen zonder ervaring "van meet af" goed spelen is een illusie.

 

NOG ZO IETS

Hokken is nog zo iets, meer speciaal de verluchting. Ooit las ik in het toenmalige NP Orgaan hoeveel "afgewerkte lucht" door de "ventilatiespleet" in het hok per minuut per vierkante decimeter mocht ontsnappen.

Wat een fantasten lopen er toch rond.

Door te lezen kan je veel leren. Dat is de verdienste van mensen die schrijven. De verdienste van veel anderen is dat ze niet schrijven.

Maar schrijven of adviseren over hokken is delicaat.

Beschrijf mij hoe een goed hok er uit hoort te zien, desnoods met het hok van een groot kampioen als voorbeeld, en ik garandeer je: Ik kom op de proppen met een totaal ander hok van een al even groot kampioen.

  Het hok waarop Eddy Janssens enorm vloog. Tegen alle regels in. Plat golfplaten dak, geen verluchting. Het werd vervangen door een duivenvilla met perfecte verluchting maar de duiven haalden nooit meer hun oude niveau.    EDDY

Al rond de eeuwwisseling viel het me op dat ene Eddy Janssens (Zandhoven) met weinig duiven soms geweldig "pakte".

Nu kom ik geregeld in die streek en men weet hoe een duivenliefhebber is. Geen duivenhok dat hem ontgaat als die van huis is. Zo viel me daar, elke keer als ik er langs kwam, een hok op dat eigenlijk niet om aan te zien was.

Ook tegen alle regels in met een plat golfplaten dak. Niks geen verluchting dus zoals toch zou horen. Later leerde ik dat het van Eddy Janssens was.

Dezelfde!

En wat krijg je als je goed speelt? Kopers over de vloer. Zo ook de Zandhovenaar.

 

EN TOEN

Dat kwam goed uit. Eddy zelf vond ook dat dat oude hok geen gezicht was.

Het werd afgebroken en van de centen die hij opzij had kunnen leggen van de verkoop  werden twee schitterende hokken neergezet.

Duivenvilla"s welhaast, een streling voor het oog, en die aan alle zogenaamde "duivenregels" voldeden met een vernuftige verluchting. Duitsers die op bezoek waren maakten er zelfs foto"s van.

Omdat veel Oosterburen drie passies hebben: "Rassen, medicijnen en verluchting."

Er zijn er die 20.000 euro spendeerden om een optimale verluchting te bewerkstellingen.

Zopas kwam ik weer langs Eddy en schrok. Met heel de kap er af en vervangen door golfplaten, leken zijn hokken weer op die van vroeger.

Van die duivenvilla"s is niets meer over. Het "waarom" moge duidelijk zijn. Schrijvelaars die zo opteren voor opstijgende lucht en die golfplaten zo verfoeien zouden eens met Eddy"s beroemde plaatsgenoot Dirk van Dijck moeten praten.

Nooit nog zouden ze over hokken schrijven.

Stickers Donckers hebben het lak aan alle regels. Hun jonge duiven zitten dag en nacht buiten en toch... Niet tegen te spelen.