Ga direct naar de inhoud.

In gesprek met Boeckx

De mannen die we dit keer aan U voorstellen, Daniel Boeckx en vader Charel, zijn wederom liefhebbers van uitzonderlijke klasse, bij tijd en wijlen zelfs  buiten categorie. Weliswaar op vitesse, maar moet je juist voor vitesse specialisten niet je petje afdoen?

Die hebben speciale duiven en beschikken over speciale melkers gaven.

Tegen de "Boeckxen" is al jaren lang geen kruit gewassen. Niet met doffers, niet met duivinnen, niet met jaarlingen en niet met jongen.

Zelfs betwijfel ik of de Gebroeders Janssens ooit hun niveau haalden.

Adembenemend gewoon hoe hun duiven, vooral met de zon aan de hemel en de wind op de snavel, de tegenstand de kleren van het lijf vliegen.

 

RESPECT

En wat nu zo verbazingwekkend is? Hoewel ze dus alleen Quievrain spelen en met niet al te veel duiven, komt men van heel de wereld afzakken naar Turnhout om met Boeckx en zijn duiven op zijn minst kennis te maken.

Ik zeg soms dat je (kleine) fond moet spelen om naam te maken en nog met veel duiven ook, Boeckx is een van de weinige uitzonderingen op de regel.

En dat terwijl nooit veel geld uitgegeven werd aan duiven, ze nooit publiciteit maken, geen eigen website hebben en hun pedigrees op kleine kaartjes (handgeschreven)  meer dan simpel zijn. Daarvoor kan je niet anders dan veel respect hebben.

Om een idee te geven weer wat uitslagen. Niet van de laatste jaren, maar van 2014 alleen.

 

"SHOCKING"

- Quievrain 494 jrl: 1, 1, 3, 8, 9, 11, 15, 16, 20, 31 (18/19).

- Quievrain 315 jrl: 1, 3, 4, 5, 6, 13,23, 24, 25, 32 (17/19).

- Quievrain 1.601 jongen: 2, 3, 4, 6, 7, 9, 10, 11, 12, 19, 20, 21, 55, 59. Allemaal 1 op 25. (36/41).

- Quievrain 1.248 jongen: 4, 6, 7, 8, 12, 14, 15, 15, 17, 19, 23, 24, 29, 35, 40, 41. Dus 16 prijzen 1 op 25!  (32/41).

- Quievrain 1.063 jongen: 1, 2, 3, 3, 6, 14, 22, 24, 28, 29, 54, 57, 61 (37/40),

- Quievrain 662 jongen: 1, 7, 18, 30. Deze uitslag lijkt het minst indrukwekkend maar dat is schijn. Boeckx had namelijk maar vier duiven mee en als die allemaal thuis zijn zijn nog prijzen per TWINTIGtal te winnen!

 

NADERE KENNISMAKING

Met vader Charel is het allemaal begonnen. Later kreeg hij assistentie van zijn zoon, nu lijkt het omgekeerd: Daniel voert er de regie en het woord, Charel luistert en knikt af en toe eens goedkeurend.

Charel en Danie
Elk jaar weer zijn jullie super. Wanneer is het allemaal begonnen?

Het lijkt wat opschepperig maar vanaf het begin stonden we er. Dat was in 1972. Ik was twaalf.  Jammer dat we in de 70-er en 80-er jaren geen benul hadden van Nationale Asduiven en daarom nooit iets instuurden.

In 1995 hadden we een prima jaarduif en op aanraden van een vriend werden de resultaten ingestuurd. Die werd 4e Nationale Asduif KBDB. De 1e en 2e Asduif van toen waren erg discutabel zoals mensen met een goed geheugen nog wel zullen weten. Het jaar nadien hadden we opnieuw de 4e Nationale Asduif met weer een jaarling en nadien klasseerden we ons bijna jaarlijks in de top tien.

 

Hoe heb je je hok opgebouwd?

- We zijn begonnen met duiven van de vader van vader; Frans Boeckx. Die had nog soort van de destijds befaamde Miel Verhaert.

- In de 70-er jaren lachte het geluk ons toe toen hier een Hollandertje binnen liep. Pa deed hem een briefje om de ring, liet hem los en dezelfde dag nog kwam men hem ophalen. "Men" waren de Gebroeders de Volder uit het Nederlandse Goirle. Het jaar nadien kwamen ze een koppel jongen uit die opvanger brengen uit dankbaarheid. Sjonge wat kweekten die Hollanders, elk jaar gaven ze supers.

- Van Louis Hermans, de mulder uit Schoonbroek, hadden we goede.

- Prima duiven kwamen er ook van dierenarts Marien.

- En samenkweek met jou (A Schaerlaeckens) was een succes. De nationale Asduif

van Looyschelder stamt nog van deze samenkweek. Ben er trouwens wel trots op dat zowel Looyschelder als Danny van Dijck een nationale Asduif HaFo hadden met een halve van ons.

- En recentelijk was het weer een Nederlander die geluk bracht: Eric Burgers uit Arnhem. Die had bij Leo Heremans jongen gekocht uit "de Jan", we mochten daar uit kweken en daar kwamen ook supers uit.

 

Geld aan duiven gaven jullie nooit, he?

Toch wel. In mijn jonge jaren ging ik naar Verhoeven Wolf in Beerse.

Toevallig zat daar een mand "rommel" klaar om weg gebracht te worden naar de poelier. Ik vroeg of ik die duiven mocht zien en daar zat er een bij die me enorm aanstond. Wel was er een ding aan; het borstbeen was zo krom dat de duif bijna misvormd was. Zo"n misbaksel wilden de mannen onder geen beding verkopen, de broer, een heel mooie, mocht ik wel hebben. Na veel vijven en zessen kon ik ze beide hebben.

Die kostten 5.000 franc stuk wat in die tijd redelijk veel geld was. En je raadt het al, de "kromme" kweekte enorm, zijn veel mooiere broer gaf alleen maar rommel.

 

Waarom heb je nooit Noyon gespeeld?

Dat hebben we wel, nog wel in een samenspel van 20 dorpen. We speelden minstens even goed als nu. Zo wonnen we met de duivinnen vijf weken achtereen 1 en 2. Jaarlijks waren in dat samenspel ook drie prijskampen uit St Denis. We gingen er telkens EEN duif spelen en die won drie keer de 1e.

 

Speelden jullie Quievrain eerder niet in een ander samenspel?

Zeker, dat was in het samenspel Merksplas. Die plaats was altijd een echt duivennest met kampioenen als Louis van Hove, Frans van Breda, Lanslots Dockx, Verheyen en zoon. Tegen die supermannen speelden we eens de tien eerste prijzen. Toen we nadien die stunt herhaalden zei ik al tegen onze va "ik denk dat ze ons hier buiten gaan gooien". En zo gebeurde ook. Dat was in 2002. Nu moesten we "naar  Turnhout" en daar zou het wel gedaan zijn met goed spelen. Zo zei men, dacht men, hoopte men.

En wat dacht je? In 2003 hadden we er meteen de Nationale Asduif. We werden er vier jaar op rij kampioen.

 

Waarom speel je nu geen Noyon meer?

Gewoon voor het gemak. Op een weekend slechts een vlucht spelen bespaart je een hoop werk, zorgen en stress.

 

Hoeveel duiven heb je nu?

22 Doffers die op weduwschap gaan, ongeveer 50 jongen en ruim 25 kweekkoppels.

  De meer dan eenvoudige hokken van Boeckx SPEL MET OUDE

Hoe worden oude voorbereid op het seizoen?

Die worden half januari gekoppeld en mogen geen tweede keer op eieren komen. Opleren gebeurt een keer of vier, dan twee keer Vilvoorde (ongeveer 60 km) en dan zijn ze gereed voor Quievrain (135 km). Tussen de vluchten rijden zoals velen doen doen wij niet. Dat dient allemaal tot niets als je goede hebt die vorm hebben.

 

Jullie zijn erg beducht voor slecht weer en houden zelfs duiven thuis die op de nominatie staan Nationale Asduif te worden. Weet ook dat je in april geen weduwnaars speelt als het weer niet goed is maar duivinnen die nog snoeihard komen ook. Hoe zitten die?

Op niets. Dat zijn in feite de weduwduivinnen. Die pak ik uit de voli're en mandt ze zo in. Die voliere is van betonplaten met golfplaten dak en de voorkant, naar het westen gericht, open. (Noot: En anderen zich maar zorgen maken over verschil tussen dag en nachttemperatuur, verluchting enzovoorts met op de hokken hygrometers, automatische luchtafzuiging en wat al niet meer).

 

Dat is straf. Hoe train je die duivinnen?

Die trainen helemaal niet.

 

Tot hoe lang speel je de weduwnaars?

Tot de eerste week van augustus. Tot dan tellen de vluchten voor de Nationale kampioenschappen, vandaar.

 

Worden de duivinnen getoond?

Ja, altijd.

 

Hoe zit het met het trainen van de weduwnaars en hoe lang speel je die?

Die komen alleen bij goed weer los. Twee keer per dag een uur.

We spelen het liefst jongere duiven. De echt goede verhuizen nogal snel naar het kweekhok. Zo wordt onze "13-607" dit jaar voor het laatst gespeeld. Dat is momenteel onze beste met 4 eerste prijzen. Als jong was die trouwens al 10e Nationale Asduif.

 

JONGEN

 Zowat iedereen verliest tegenwoordig veel jongen. Behalve Boeckx. Leg uit?

 Moeilijk. Ik weet niet hoe anderen doen die wel veel jongen verliezen.

 

Maar er moet toch iets zijn. Je kweekt elk jaar zo"n 50 jongen voor je zelf en als je gaat spelen heb je die nog bijna allemaal, elk jaar weer opnieuw. . Toeval?

Wij vinden het belangrijk dat ze aard hebben op het hok en aan ons hechten. Daarom dat we schoonmaken met de jongen op het hok. Je moet eens zien hoe ze dan op onze schouders gaan zitten. Je moet er mee bezig zijn.

Verder hebben we geduld. Zo begonnen we verleden jaar pas eind juli op te leren. Toen waren veel anderen al de helft van hun jongen kwijt. Het gebeurde meerdere jaren dat mensen dachten dat we niet met jongen zouden spelen omdat we pas zo laat aan de inkorftafel verschenen. Duiven die je niet opleert kan je ook niet verliezen van het opleren. Zo simpel is dat. De jongen gaan hier ook weinig los.

 

Hoe leer die op?

We wachten dus erg lang en rijden alleen bij mooi weer.

De eerste keer 5 kilometer, dan 10 en dan 20.

Dus geen ritjes van slechts enkele kilometers. Ze zitten in drie stappen in Lille, dat is 20 kilometer. Stormen ze meteen naar huis, dan kunnen ze de "grote mand" in naar Vilvoorde, 70 kilometer. Zijn we minder tevreden dan blijven we enkele keren lappen in Lille.

 

En trainen?

Ze gaan om 10.00 uur los en als ze uitgevlogen zijn, dat is meestal na twee uur, worden ze meteen binnen geroepen. In het seizoen zitten hier nooit jongen buiten. Die zitten in het hok of vliegen.

(Noot: Als Daniel de jongen los wil laten, zitten die klaar, stormen dermate naar buiten dat hij zich moet bukken of ze vliegen hem recht in zijn gezicht. Niet een duif die binnen blijft, niet een duif die aarzelt. En dan zie je ze lange tijd niet meer. Kan me voorstellen dat je jongen die dermate gezond zijn niet veelvuldig hoeft te lappen. Waar anderen menen dat je ze jong en veelvuldig moet lappen om verliezen te beperken doet Boeckx omgekeerd).

 

Speel je jongen nest of gescheiden?

Van begin tot eind gescheiden.

Kan het simpeler? Op dit hok haalt Boeckx verwoestend uit met duivinnen.  En wij maar praten over dag en nacht dezelfde temperatuur, lucht afzuigen, verwarmen, ATX platen. VOEREN EN GEZONDHEID

Ook last van Adeno/Coli?

Toch wel maar niet echt veel. Bij problemen biedt "dat spul" van dr. Marien uitkomst.

 

En wat we ornithose noemen?

Nooit.

 

Hoe voer je de dag van inkorven?

Op de honger wordt hier nooit gespeeld. "s Morgens worden ze normaal gevoerd.

 

Wat zit er bij thuiskomst in de drinkbak?

Water.

 

Dat begrijp ik, maar dat gelooft geen mens.

Inderdaad. Soms denk ik "je kan beter niks zeggen want ze geloven je toch niet".

Wel durven we thee geven, maar dat is denk ik niet wat je bedoelt. Die thee maakt vader voor een heel jaar en wij geloven daar heilig in. Verder geven of doen we niets.

 

Helemaal niets? Geen kuur tegen geel, paratyfus, wormen, coccidiose, koppen?

Inderdaad niets van dat alles. Je mag hier ten allen tijde in de drinkbak komen kijken. Onze duiven zijn altijd kerngezond en waarom zou je dan medicijnen geven? Enten tegen paramyxo doen we uiteraard wel. Ook tegen pokken

 

Bijproducten?

Amper. Thee dus, soms honing, "allerlei" van de Ronny en vitamientjes van de Marien. Ook kleine zaden, snoepzaad dus.

 

BOECKX ALLERLEI

Ooit geprobeerd te boosten, motiveren dus?

Wat is dat? Zou niet weten hoe.

 

Lezen jullie veel over duiven? Internet?

Vader wel, ik alleen bladzijde 3 van De Duif. En Internet? We hebben niet eens een computer en gsms zijn helemaal niet aan ons besteed.

 

Regionaal is weinig tegen jullie te doen. Toch vliegen de duiven in het Tienverbond en meer nog in het Diamantverbond meestal weer net iets sneller dan de winnaars hier. Liggen ze daar beter of is de concurrentie er nog heviger?

Als de wind pal noord staat is dat zeker niet voordelig voor ons met tientallen kilometers overvlucht. Weet je, iedereen denkt/zegt dat waar hij speelt de beste  zitten. Maar probleem in duivensport, en zeker op vitesse, is dat die plaats gebonden is. Stickers Donkers speelt super. Maar we zullen nooit weten of hun duiven beter zijn, even goed of slechter. Dan zouden we naast elkaar moeten wonen.

Met biljarten, tennis, wielrennen enzovoorts kunnen mensen van overal zich met elkaar meten. "Vitessers" die ver vaneen wonen kunnen dat niet.

 

TOT DAAR

In duivensport wordt het woord "super" te pas en te onpas gebruikt.

Maar Charel en zoon Daniel zijn ECHT super.

Van rassen, lijnenteelt, inteelt, compensatiekweek enz kennen ze niets.

Van medicijnen nog minder en internet is helemaal niet aan hen besteed.

Pre biotica of pro biotica? "Waar heb je het over?"

Resistentie? "Waar eet je dat bij?"

Boosten? Motiveren? Ze weten niet wat je bedoelt.

Lezen over duiven doen ze amper, maar wat ze heel goed lezen zijn de uitslagen. Die leren of je dingen goed doet of niet. Die tonen ook wat duiven waard zijn. Dat zie je niet aan de pedigree of de naam, zelfs niet aan de duif.

Toen ik er aankwam, begin maart, stond Daniel buiten. Te letten leek het wel. De (oude) duiven waren al een tijdje los maar nergens te bekennen.

Pas toen we twee uur later vertrokken hingen ze boven het hok en even later binnen. Want duiven op het dak? Heb die daar nog nooit gezien. Zelfs zag ik er nooit duiven trainen. Want ALS ze al vliegen is dat meestal hoog, hard en ver. En terugkomen doen ze. Altijd. Helaas is dat tegenwoordig niet voor iedereen een vanzelfsprekendheid.