Ga direct naar de inhoud.

De ultieme proef

Goede duiven, dat is wat we allemaal willen. Toch weten we dat kwaliteit alleen niet volstaat om te presteren.

Daar is meer voor nodig, iets wat in mijn ogen nog belangrijker is: Conditie. Ik zou liever mijn centen zetten op een middelmatige duif in supervorm dan op een super zonder. "Conditie" is ook het antwoord op de vraag waarom iemand plotseling presteert. Of' niet meer presteert.

 

CONDITIE

Over het fenomeen "conditie" is al veel gezegd en geschreven. Hoe duiven in vorm houden of krijgen is de vraag die op veler lippen brandt.

Dat weten ook de verkopers van overtollige bijproducten. Handenwrijvend zien die toe als duiven er niets van bakken.

"Geef je duiven dit of dat en ze vliegen minuten vooruit", krijsen ze. Het is het soort mensen dat belooft een brug te bouwen zelfs als er geen rivier is.

Want duiven zonder vorm is hun boterham. Dat zet liefhebbers er toe aan hun rommel te kopen.  Een foto van een kampioen die hun spul ook geeft dient vaak als "overtuigend" bewijs hoe goed dat is. Tot het moment komt dat men er niets meer over hoort. Maar dan zijn de zakken al lang gevuld en is er voor de liefhebber wel iets anders. En die koopt weer. Omdat hij weet hoe belangrijk vorm is en daar heeft hij veel voor over.

Maar wat is werkelijkheid?

Bijproducten of medicijnen waarmee je conditie kunt forceren bestaan niet. Conditie kan je niet kopen. Die komt en gaat en zelden hebben we een verklaring.

Zelfs de grootste kampioen slaat soms met gefronste wenkbrauwen zijn trainende duiven gade. "Wat mankeert daar nu toch aan?"

Een verandering in het hokklimaat is zo wat het enige waarin ik geloof als we het hebben over be'nvloeden van conditie.

Conditie uit het flesje is voor dromers.

 

GOED EN NIET GOED

De "vormtekens" die wijzen op conditie zijn maar al te goed bekend.

- De duiven lijken kleiner, de nekken dunner.

- Ze komen snel en nagenoeg gelijk met eieren.

- De ogen glanzen, het gevederte is bepoederd, het borstvlees mooi roze en de duiven nemen graag een bad.

- De lijfjes zijn gespannen, ze trainen spontaan en uitbundig en zitten geen moment stil. Duiven die tijdens het seizoen stil op het dak zitten is dodelijk.

Bekend is ook wat duidt op geen conditie:

- Duiven komen traag en onregelmatig met eieren.

- Ze hebben droge pluimen, fletse ogen, blauw vlees met schilfers, zitten opgetrokken.

- Je moet ze (of enkelen) het hok uit jagen.

- Ze hebben weinig eetlust, de lijfjes voelen "dood" aan, zonder spanning.

En meer van "dattem".

 

HELEMAAL NIETS?

Toch ben je nooit echt zeker. Allemaal mandden we ooit duiven in waarvan we veel  verwachtten, maar die teleurstelden. Pas na de vlucht werd veel duidelijk: Geen conditie. We hadden ze verkeerd beoordeeld.

Of er dan helemaal niets is dat ons houvast biedt met betrekking tot de conditie?

Dat is een ander uiterste. Daarvoor neem ik U mee terug in de tijd.

 

1998

De duiven presteerden enorm, week in week uit. Kan me zelfs niet voorstellen dat iemand beter deed. Soms ging ik tussen de vluchten door lappen: Brussel, 70 km.

Zo ook die memorabele 21 Juli. Ik had vier manden ingeladen met in elk ongeveer 15 jongen. Ter plaatse laadde ik een mand uit, liet de duiven vrij en zette de mand terug in de auto. Hetzelfde gebeurde met de volgende manden. Ik schat dat er telkens ongeveer 20 seconden verschil was in lossen.

Toen naar huis, toegegeven veel te snel, maar wat wil je? Altijd snelweg, weinig verkeer (toen) en een liefhebber die voor de duiven thuis wilde zijn. Dat moest  kunnen, zeker gezien de stevige NO wind.

 

TERUG THUIS

Amper was ik thuis of een groepje van een stuk of vijftien duiven kwam nijdig aangestormd. Het leek of ze het hok aanvielen, meteen alles binnen en, ik schat geen halve minuut later weer een stuk of vijftien, dat herhaalde zich nog twee keer en toen viel mijn franc.

De duiven kwamen aan in volgorde van lossen!!!

Ik had ze in groepjes van ongeveer vijftien los gelaten en ze kwamen aan in groepjes van ongeveer vijftien.

Een verschil van amper 20 seconden was er te veel gaan geweest om de eerder geloste duiven in te halen. Die moesten als een speer de manden verlaten hebben en in kaarsrechte lijn naar huis zijn gestormd. Zonder ook meer een ronde te maken of ook maar iets van hun koers af te wijken. Abnormaal.  

 

SUPERVORM

Enkele dagen later dan een concours.

In het samenspel had ik 19 duiven aan de 29e prijs van 2.573 duiven, te beginnen met 1, 2 en 4. Nog nooit gebeurd en zou nooit meer gebeuren. Zei men.

De donderdag die volgde ging ik weer met de jongen naar Brussel. Liet ze weer in groepjes los en de geschiedenis herhaalde zich.

En dat gold ook voor de vlucht die volgde. Nu (op 1 augustus) was de uitslag zo mogelijk nog beter. Tegen 2.088 duiven werd begonnen met 1, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 14, 15, 22, 23, 24 enz. Ook in de Afdeling tegen ruim 11.000 duiven enorm te beginnen met de 1e. Enkele weken later werd van Orleans Nationaal (z) begonnen met 8, 10 en 13. Ik had als eerste 3 duiven.

Had ik "een flesje" gehad zoals men beweerde dan zou ook de jaren nadien zo gepresteerd zijn. En dat is toch echt niet het geval.

 

DE LES

In dit blad las ik over een kampioen, weet niet meer wie, maar wel wat die beweerde. De man had de reputatie goed te spelen als hij flink had gepould. Toen men vroeg naar "zijn geheim" antwoordde hij:

"Als ik twijfel aan de conditie lap ik mijn duiven een voor een of in groepjes. Als ze elkaar inhalen, samen aankomen dus, durf ik niet poulen. Ze moeten aankomen in volgorde van lossen." Toen ik dat las dacht ik aan 1998.

 

2000

Uiteraard werd destijds gepraat en men troostte elkaar.

"Ach, het was maar met jongen."

"Jongen in vorm kunnen allemaal kop vliegen."

Een jaar later had ik de vijf eerste Asduiven (allemaal jaarlingen) en 2000 was een van mijn beste jaren ooit met oude. Duiven als Invincible, Big Brother, Home Alone en Turbo maakten het mooi weer. Allemaal "1998-ers". De moraal?

Goede duiven alleen is niet genoeg om concoursen naar je hand te zetten, maar conditie alleen evenmin. Je hebt beide nodig.

 En zelfs dat is niet genoeg. Ook de baas moet in vorm zijn was een pijnlijke ervaring die ik zelf op deed.

  Vorm uit het flesje? Dan zou steeds zo gespeeld worden en dat is toch echt niet.