Ga direct naar de inhoud.

'Chaos' een goed systeem?

De reportage over Albert Derwa ook gelezen? Wat de kampioen uit Herent vooral siert is dat hij zijn status niet heeft afgedwongen met de massa maar met een eerder beperkt aantal duiven.

En daarin zal geen verandering komen "want", zo zegt Albert: "Een duivenmelker moet zo veel duiven houden als hij aan kan."

Waar heb ik dat meer gehoord.

 

AANKUNNEN

Van Filip Herbots met name. Die hamert er ook steeds weer op dat velen aanmerkelijk beter zouden spelen als ze zich zouden beperken.

Ze spiegelen zich aan de grote hokken, willen die navolgen maar beseffen niet dat deze veelal niet door een man gerund worden.

Met de lat hoog leggen is niets mis. Maar'je moet er nog wel over kunnen.

Dirk van Dijck: "Ik speel graag veel duiven en blijf dat doen zolang ik het aan kan."

"Onze grootste vijand is de leeftijd" zo waren Co Verbree en ik het eens.

 

BETREKKELIJK

En op leeftijd kan je geen getal plakken. Sommigen zijn met 55 op, op anderen, soms 15 tot 20 jaar ouder, schijnt leeftijd amper vat te hebben. En goed in je vel zitten heeft zijn weerslag op wat je wil bereiken. Ook in duivensport.

William Geerts, wie had meer zelfvertrouwen dan hij, zei het me zo vaak: "Zo lang ik fit blijf, zal ik presteren".

Uitblinken op meerdere fronten is voor het gros gewoon niet weg gelegd.

Wat "dat gros" moet doen? Keuzes maken en Algemene kampioenschappen snel vergeten. Zo waren er die twee vrienden die beiden barstten van ambitie.

De eerste zette een groot hok neer en ging veel duiven houden want hij wilde zijn mannetje staan op alle fronten.

De tweede koos er voor alleen met jongen te spelen.

Die heeft nog duiven, zijn vriend niet meer.

 

STAP TERUG

Zelf worstel ik met een serieus fysiek probleem. Niet groot wel vervelend en erg beperkend in mijn mogelijkheden. Dat deed me, al weer enkele jaren terug, besluiten minder duiven te houden hoewel ik er nooit veel had.

Ook de manier van duiven houden diende te worden aangepast en die was dit jaar wel heel erg anders.

Ik had kennis gemaakt met het zogenaamde "systeem van de chaos" en dat was net iets voor mij. Dacht ik. Vanwege de eenvoud en het gemak.

Je hoeft daarmee amper naar iets om te zien. Bij Pascal Arien werkt het formidabel en een kennismaking met Roger Buvens overtuigde me helemaal.

Je hoeft met die methode je duiven niet te koppelen en een vaste partner? Nergens voor nodig. Althans, zo wilde men me doen geloven.

Duivinnen die met elkaar paren? Buvens heeft niet liever en weinigen spelen beter vindt ook eerder genoemde Derwa.

 

GEWETEN

Ik had afgelopen winter in B N 10 doffers en 15 duivinnen op twee hokjes, in maart werd de tussendeur geopend en ik liet ze doen.

Na een dag of tien (enkele koppels hadden eieren) werden ze gescheiden. Het begin was veelbelovend met op 18 april, de dag met dat mooie duivenweer, 20 prijzen van 22 duiven.

Toen de duiven vielen wist ik al dat het "wel goed zat", want dat zie je aan de manier van aankomen. Zo ook toen, ze struikelden over elkaar om zo snel mogelijk binnen te zijn.

Enkele weken later kreeg ik wat duiven redelijk vroeg en even later klokte ik 6 duiven op 8 seconden, zo ongeveer halverwege de prijzen. "Klokte" dus want er zat veel meer verschil in de aankomsten. Ze waren gewoon niet fel om binnen te zijn, dat

verklaart waarom ze zo "dicht" zaten en' Waarom mijn vermoeden bewaarheid werd: Niet goed gespeeld.

Bij vedette Roger Buvens werkt het wel. Twee duivinnen met elkaar gepaard? Hij ziet niets liever. De 162

Dienaangaande zal ik de aankomst van mijn "162" van een keiharde vlucht uit Creil niet licht vergeten. Erg warm was het die dag met ook nog eens tegenwind. Plots was daar de eerstgetekende, een duif die al meerdere eerste gewonnen had, de "162". Hij suisde binnen. Nog nooit mee gemaakt, de "letters" niet en ik niet. Ik haastte me naar het apparaat want we waren er van overtuigd dat hij niet geregistreerd was.

Dat was hij wel en toen was het lang wachten. Nadien bleek waarom. Is winnen of verliezen, zeker in groot verband, een seconden spel geworden, de 162 vloog ongeveer 5 minuten vooruit tegen meer dan 13,000 duiven.

Vanaf toen heette die niet meer "de 162" maar "Home Alone" en die naam was niet gestolen. Overigens zelden een duif thuis gekregen die er zo door zat. Hij zat minuten lang doodstil in zijn bak, alsof hij elk moment dood neer zou vallen.  

  MERKWAARDIG

Wat ook merkwaardig was? Hij leek op die Creil al zijn kruit verschoten te hebben want hij veranderde van een super in een goede. Daarom al vrij jong uit de vliegploeg genomen en nu maakte ik eens geen fout. Knaven kreeg er een jong van als verjaardagscadeau voor zijn vrouw en mede door zijn nazaten werd hij NATIONAAL kampioen fond.

Jochems van Hasselt had een bon van me gekocht. Hij kreeg een nazaat van de "162" en kweekte er een 1e Nationaal (z) uit.

Bart van Oeckel had eerder een bon gekocht. Kreeg ook van die soort en won eveneens een 1e Nationaal. Dat deed ook Vanlint met die soort (via de Bruijn) en Patrick Rubens van Argenton.

  

TEGENSTRIJDIG

Maar ik wijk af. Wat ik wil zeggen is dat het systeem van de chaos hier volledig faalde. De 732 en de 702 die eerder in groot verband tegen duizenden duiven 1e en 2e kampioen duif werden waren het kopvliegen helemaal verleerd.

Wat zeg ik? Die waren het prijs vliegen zelfs verleerd. Ook de 684 die verleden jaar bij keihard weer (geen 1.100 mpm) de 1e won tegen ongeveer 2.300 duiven van Orleans bakt er niets meer van.

En dat ligt volgens bakker Bart niet aan het systeem. Misschien heeft hij gelijk. Misschien niet. Misschien is Pascal Arien, bij wie het wel lukt, beter vakman.

Want duiven? Wanneer weet je het? Wanneer ken je het? Wanneer doe je het goed?

- Leo Heremans en D v d Bulck vinden dat je voorzichtig moet starten als je je jongen op gaat leren. Hun eerste lapvlucht is 400 meter of enkele meters meer.

Andere, even grote kampioenen, brengen ze ineens naar 15 kilometer.

- Dezelfde v d Bulck begint al in maart te lappen. Boeckx, ook een grote, is voor laat beginnen.

- Best kweek je voor het seizoen niet uit de vliegers menen grote kampioenen. Bij Gebr Van den Brande, de snelheidskampioenen uit Berlaar, brengen de vliegers voor het spel 4 jongen groot.

- Gerst is vergif beweert de een. Albert Derwa vindt het goud.

 

ZEKERHEID

Een zekerheid is er wel.

Als de een faalt lacht de ander, al is het soms achter de handpalm.

Hoewel, er zijn ook anderen. Ik had dus slecht gespeeld. Eigenlijk nog nooit zo slecht. "Omdat het sterke wind mee was" beweerde Johan.

Ik dacht daar anders over. Goede duiven in vorm zijn er ook met 1.600 mpm.

En de melker moet als eerste in vorm zijn.

De 12-702. Fantastisch gevlogen maar oeps, afgelopen.