Ga direct naar de inhoud.

Alles in perspectief

"Naar clubresultaten moet je bij de selectie niet kijken, vind je wel? Voor ons tellen alleen prestaties in groot verband."

Zo sprak de kampioen uit Nederland.

Ik zei "dat hangt er van af."

Niet begrijpend keek hij me aan. Het deed denken aan de man die een reportage bij me kwam maken. "Hoe was de uitslag verleden week?" vroeg hij.

"In de club gewoontjes. De helft prijs. In groot verband waren dat er, zoals gewoonlijk, aanzienlijk meer.

"Hoe kan zo iets nou? Jullie spelen toch per drietal en in groter verband per viertal?" vroeg hij stomverbaasd. "Toch is het zo," zei ik.

Niet begrijpend keek ook hij me aan.

 

REEUWIJK

Ik moest aan beide mannen denken toen ik de uitslag zag van Verkerk van Quievrain op 23 augustus. Hij had, en dat voor de verandering met jongen, weer eens enorm gespeeld. 180 Duiven mee en 134 prijzen, ofwel 75% per viertal.

Hij klokte 29 duiven op een minuut van 200 kilometer. Dit gold een uitslag in groot verband, in de club was het echter heel wat anders. Daar "slechts" 84 prijzen, of nog geen 50%.

Het waarom moge duidelijk zijn. De eigen duiven en ook die van de Bruijn vlogen elkaar in de weg, hielden hokgenoten van de uitslag.

Zo kan het gebeuren dat, als je in een sterk centrum woont, duiven in de club geen prijs winnen maar wel in groot verband, provinciaal bijvoorbeeld.

Daarom klopt de redenering niet altijd dat je je bij de selectie alleen maar moet baseren op de resultaten in een overkoepelend samenspel.

De concurrentie regionaal, denk aan het Diamantverbond, kan groter zijn dan in een overkoepelend samenspel. De concurrentie is in het ene verbond groter dan in het andere en dan is er de invloed van de wind.

Door de wind kan je regionaal goed spelen en in groot verband slecht en' omgekeerd.

 

VERKEERD

Prestaties in clubverband niet meerekenen omdat het "maar" in clubverband is, zoals de eerder aangehaalde kampioen zei, is dus te kort door de bocht.

Ik hoorde Herbots ooit ook zeggen dat regionale uitslagen een betere graadmeter zijn dan nationale. En vaak is dat dus zo.

Zo is er ook die Belg die beweert dat zonale uitslagen hem niets zeggen.

"Nationaal tegen alles en iedereen, dat zijn uitslagen die tellen", beweert hij en ook hij zit er dus naast.

Neem een Nationale vlucht met een stevige west zuidwestenwind. Dan kan het gebeuren dat een prijsje in Limburg Nationaal nog top is.

En dat een eerste prijs in Vlaanderen nationaal niets te betekenen heeft.

Zulke uitslagen zagen we vooral in augustus en september dit jaar.

Onder invloed van de wind gebeurt het vaak dat alle vroege duiven in een bepaalde regio vallen. Dat de prijzen daar verdiend zijn aan een snelheid die elders een 1e prijs zou betekenen.

Neem met name Argenton.

Vergotte won zonaal de 30e tegen 4.348 duiven. Dat is top, ruim 1 op 100.

Nationaal stond die duif op plaats 2.691. En dat is geen top, verre van. Zo"n man moet die Nationale uitslag snel vergeten. Omdat hij kansloos was voor een vroege klassering.

En wat te denken van die mannen in Belgi' die een zonale (dus S-Nationale?) uitslag oprollen terwijl het regionaal lang niet zo goed was.

Den Bart uit Wommelgem kon er 2 jaar teug over mee praten.  

 

ANDER VOORBEELD

Zo herinner ik me die vlucht van 2 jaar terug. Ik "zit" Zuid Oost in de Afdeling. Die dag stond er een zuidoosten wind en de 1e prijs in de club was zelfs niet genoeg om in de afdeling bij de eerste 500 te pakken.

Op een andere vlucht dan weer betekende een 4e plaats in de club de 7e prijs tegen 10.000 duiven of meer.

Dan was er die Nationale Orleansvlucht in de 90-er jaren. Er stond een stevige NW wind, ik had enorm gepakt. Een Zeeuwse sportvriend kwam, toen de uitslag na een week bekend werd (dat was zo in die tijd) een fles wijn brengen.

"Ik zou er jou een moeten geven" zei ik.

Niet begrijpend keek hij me aan. "Je hebt 7 duiven voor mij. Hoe kan je zo iets zeggen?" Toch was zijn prestatie, ik meen de 37e prijs nationaal of zo, veel beter dan die van mij die toch 7 duiven voor hem had. Alles was die dag immers in mijn voordeel. De wind en de massa. Zijn duif was de eerste aan de westkant. Die had de wind tegen en ook nog eens de massa waarvan die zich op haar eentje los had moeten maken. Zo kan het dus gebeuren dat een 200e prijs Nationaal een grotere sportieve waarde heeft dan pakweg een 20e prijs nationaal.

 

NOG DIT

Nog even terug naar die prestatie van Verkerk. 29 Duiven in een minuut van 200 km was indrukwekkend en ik maakte daarvan melding op mijn site.

Maar WAS dat ook zo indrukwekkend? Nee, dat was het niet. Dat LEEK alleen maar.

Het was een Belgische mailer die me er op wees.

De man was helemaal niet onder de indruk. Verkerk had er immers 180 mee. 29 Duiven is daarvan een zesde deel en een zesde van je ingezette duiven pakken op een minuut is iets waarvoor mannen als Stickers Donkers en Boeckx zich zouden schamen. Dat komt immers neer op 3 duiven van 18 pakken of 2 van de 12. De man had gelijk.

 

PATRICK BOECKX

Bij de naam Boeckx, denkt men onwillekeurig aan Charel en Daniel, de supermannen op vitesse uit Turnhout.

Maar er is nog een Boeckx en niet de eerste de beste, Patrick uit Vorselaar.

De man had welgeteld EEN duif mee naar Tours en won daarmee de 20e prijs Semi Nationaal tegen 5.185 duiven.

Ik kon nergens over hem lezen.

Veel publiciteit kregen wel Jos en Lars Vercammen nadat ze Nationaal Chateauroux gewonnen hadden, al was het met de 66e getekende. Die publiciteit was terecht. Die verdient iedereen die een 1e prijs Nationaal wint.

Maar persoonlijk vind ik een 20e prijs S Nationaal winnen met slechts EEN duif mee een aanzienlijk betere prestatie dan de 1e winnen met de 66e getekende.

Maar mogelijk zie ik dat verkeerd.

  Patrick Boeckx, super op de snelheid en een zeer gezond stel duivenhersens. DIAMANTVERBOND

Verder is dus de ene club de andere niet, zoals we zagen bij de club uit Reeuwijk waar Verkerk en de Bruijn spelen.

Neem ook het eerder genoemde Diamantverbond in Belgi'.

Als je de uitslagen ontleedt en vergelijkt kan je niet anders dan concluderen dat daar de beste snelheidsduiven van Belgi' zitten.

Elke week weer opnieuw sluiten de concoursen uit Quievrain en Noyon er eerder dan in welk ander verbond ook. Meestal zelfs veel eerder.

Het is eerder regel dan uitzondering dat een simpel "staartprijsje" daar nog een prijs per tiental zou betekenen in een ander verbond. Daarom dat een goede uitslag of een eerste prijs me weinig zegt. Ik wil weten waar die gewonnen werd en tegen wie.

"Zeg me tegen wie ge speelt en ik zal zeggen hoe goed Uw duiven zijn."

 

' Ad Schaerlaeckens