Ga direct naar de inhoud.

Sprokkels

In deze tijd hebben duivenmelkers het wat rustiger en is het tijd voor bezinning.

Per definitie zal slechts een minderheid echt tevreden zijn over het voorbije seizoen en vooral zij zullen dingen anders willen doen. Beter. En daarmee ben je te laat als we weer aan het vliegen zijn.

 

ULTIEME SELECTIE

Als sportgenoten abnormaal goed presteren gaat menig wenkbrauw de hoogte in.

Dan hebben mensen twijfels en gaan zoeken.

Naar "het geheim van de kampioen" zeg maar, dat eigenlijk al zo oud is als duivensport zelf. Zo was Tilburg een echt duivennest met, naar verluid, ooit 1.600 liefhebbers. Daarvan zijn er amper 100 over, maar dat terzijde.

Met name de combinatie Aarts Remie zorgde destijds voor heel wat ophef.

Maar wat die destijds over zich heen kreeg tart elke beschrijving.

Echt alles werd er bij gehaald om ze onderuit te halen.

Lang heeft hun verpletterend overwicht evenwel niet geduurd.

En naarmate ze minder goed gingen spelen verstomde de kritiek. Tot er een moment kwam dat ze zelfs sympathiek gevonden werden.

Dat was toen ze slecht gingen spelen met veel duiven en grof poulden.

Men kent de duivenmelkers.

 

HET GEHEIM

Ik had destijds vrij veel contact met Frank Aarts. Zeker nadat we ons beide bij de voorzitter van de Afdeling, je raadt het nooit, moesten verantwoorden. Wij zouden, onze duiven hetzelfde spul geven en daarmee de regionale duivensport kapot maken. Het was onze morele plicht, en vooral die van mij als schrijver openheid van zaken te geven. Of simpel gezegd; openbaar maken wat we uitspookten om zo hard te vliegen zodat iedereen met gelijke wapens kon strijden.

We wisten destijds niet of we ons kwaad moesten maken of medelijden moesten hebben. Een geheim?

Toen de prestaties van Aarts Remie bergaf gingen hadden ze nog wel hun geheim, maar wat ze niet meer hadden waren de goede duiven van weleer.

 

DE DUIVEN

Natuurlijk haalt de een meer uit de duiven dan de ander. Maar dat neemt niet weg dat "goede duiven" hetsantwoord is op de vraag waarom sommigen zo veel beter spelen. En hoe je aan die goede duiven komt?

- Je krijgt goede vooral door toeval!

- Je blijft goede houden door gedegen en consequente selectie.

Bijna al het andere, en zeker al die middeltjes die men je tracht aan te smeren om duiven harder te doen vliegen, kan je gevoeglijk vergeten.

Of, om weer maar eens een van mijn dogma"s van stal te halen:

Slechte duiven moet je opruimen, goede verkopen en de supers houden.  

In Antwerpen, en eigenlijk overal, zijn ook liefhebbers die geen schim meer zijn van wat ze ooit waren. De verklaring is weer simpel. De goede wil is er nog wel, ze hebben dezelfde hokken waarop ooit zo goed werd gepresteerd, dezelfde dierenarts, hetzelfde voer, maar wat ze niet meer hebben zijn dezelfde goede duiven.

En meestal komt dat omdat men niet streng genoeg selecteerde. Men geen duiven verwijderde toen het er te veel werden maar wel een hok bij zette.

Een gedegen selectie is vooral gebaseerd op:

Kwaliteit en natuurlijke gezondheid.

 

KWALITEIT

Het zijn vooral de uitslagen die leren hoe goed je duiven zijn.

Aan de hand van de uitslagen kan je selecteren waarbij de normen verschillen van liefhebber tot liefhebber. Die hangen af van waar men staat.

De een zal die leggen bij bijvoorbeeld 50% prijs.

De ander bij 50% prijs per tiental. Of iets dergelijks.  

 

GEZONHEID:

De infectiedruk op onze duiven is nu veel groter vroeger. Dat komt ook omdat duiven anders zijn. Alleen duiven stopt men wekelijks met velen bij elkaar in manden. Duiven met allemaal hun eigen virussen en bacteri'n.

Verder heeft men nu, anders dan vroeger, de middelen om meer duiven te houden met als gevolg dat velen te soft worden.

Maar toch:

Als 4 van je 80 duiven ziek worden, dat gebeurt vooral in deze (rui)tijd, doe je er best aan die te verwijderen.

Als de andere gezond blijven is er voor die 4 geen excuus.

Zelfde hok, zelfde voeding enzovoorts maar kennelijk niet dezelfde weerstand.

Natuurlijk kan, als je pech hebt een flink deel van je bestand ziek worden.

Herpes, ornithose en in het voorjaar Adeno bijvoorbeeld.

Dan heb je een probleem en moet je wel. Daarmee bedoel ik: de hulp inroepen van een gespecialiseerd dierenarts.

En zeg nooit, want dat hoor je soms, dat een goede niet ziek kan worden.

Zelfs de allersterkste mensen kunnen geveld worden door een of andere kwaal.

Bij duiven is het niet anders.

Selectie is belangrijk bij je jongen, je vliegers maar vooral bij je kwekers.

De meesten hebben kweekduiven te veel en dat weten ze.

Sentimenten zijn de oorzaak van duiven op het kweekhok die er niet horen.

Die er zitten te zitten alleen omdat het de broers, zusters of jongen zijn van goede.

Of afkomstig zijn van een befaamd hok.

Of veel geld hebben gekost.

Drie jaar op het kweekhok en nog geen vader of moeder van een echt goede?

Dan zitten ze op een plek waar ze niet horen.

Weg ermee, ongeacht de afstamming, schoonheid of prijs die men er voor betaalde.  

 

RESISTENTIE

Ik had het met een plaatsgenoot over paratyfus.

Dat hadden mijn duiven in 2011 en het scheen hem deugd te doen dat ook (of zelfs?) mij dit kon overkomen. Ik verstond toch de kunst duiven gezond te houden? Nu dus niet. De man vroeg me waarmee ik de duiven terug op de rails gekregen had. Dat was gebeurd met behulp van Stijn en Baytril.

"Hmm, komt mooi uit" reageerde hij. "Dan ga ik ook daarmee kuren. Dat gebruikte ik nooit en daarom kunnen mijn duiven niet resistent zijn.

Het was hier dat de man dezelfde fout maakte als velen.

Als je nooit een bepaald medicijn gaf wil dat niet zeggen dat DUS geen sprake kan zijn van resistentie. De bacteri'n komen immers van elders en'duiven worden niet resistent maar bij bacteri'n!!!

 

BOSUA

Over selectie nog dit:

Veel liefhebbers zouden nuchterder moeten zijn. Zoals Nederlandse Kees Bosua.

Ooit kwam hij van nationale (nou ja "nationale") vluchten bij mij duiven letten, samen hebben we nog verkopingen gehouden dus ik ken hem een beetje.

Lang geleden hield de Dordtenaar een gedeeltelijke verkoop.

Zoals gewoonlijk werd de schijn gewekt dat hij de goede verkocht en bijgevolg de tweede garnituur zelf hield, maar natuurlijk was het omgekeerd. Al gauw na diens verkoop was hij weer top.

Nooit zal ik vergeten wat hij toen zei: "eigenlijk zou iedereen om de zoveel jaar het gros van zijn duiven moeten verkopen. Daar word je beter van."

Kennelijk beseffen vandaag de dag velen hoe waar dit is. Het is zo ver gekomen dat, wanneer je niet "bijna totaal" verkoopt, je nog amper meetelt.

Talloos zijn de liefhebbers die, na bijna totaal verkocht te hebben (vaak om "gezondheidsredenen"), kort nadien meer duiven hadden dan ooit voordien.

Geen beter medicijn voor een slechte rug of duivenlong, zo lijkt het, dan een gedeeltelijke verkoop.

En dat probeert Chinezen wijs te maken dat de beste kwekers in de verkoop komen en de mindere behouden worden. Schei nou toch uit. En Jezus allemachtig. Die kopers trappen er nog in ook. De vraag is voor hoe lang nog.