Ga direct naar de inhoud.

In deze tijd 9

24 April 2013.

In deze tijd, nu sommigen moeite hadden om vanwege de barre en lange winter de oude duiven tijdig op de rails te krijgen, zijn velen hun jongen al aan het dragen.

In Belgie dan. In Nederland wacht men nog zes weken. Ik normaal ook, maar dit jaar is anders.

  

ANDERS

Wat ik nog nooit gedaan heb deed ik nu; in april jongen opleren.

En dat had zijn redenen.

Normaal heb ik in deze tijd problemen met jongen, elk jaar weer opnieuw. Die zijn dan niet ziek maar vliegen geen meter.

Wel kwam het, zelfs zonder te kuren, steeds weer goed.

Dit jaar echter vliegen ze om bang van te worden en vreten ze de oren van je kop.

Dat gaat trouwens altijd samen:

Veel vliegen is veel eten. Niet vliegen is weinig eten.

Waarom ze dit jaar zo trainen snap ik evenmin als waarom ze dat andere jaren vertikten. Ze zitten op hetzelfde hok, niets is veranderd.

Behalve dat vliegen dan. En dat strak zitten.

Je voelt het ook. Andere jaren waren de lijfjes wel rond en vol maar ze trilden niet zoals dit jaar. Er zat geen spanning op zoals nu.

Als ik ze vrij laat maken ze niet een ronde maar zijn meteen vertrokken naar verre einders. Zo hoort het ook met jongen in bloedvorm.

Als je ze los laat en je vervolgens omdraait mag je ze niet meer zien. Ze mogen geen draai maken maar als een streep vertrekken.

Heel lang zijn ze weg om afgepeigerd terug te komen. Ze vallen even op het dak om dan op te schrikken en weer zie je ze lange tijd niet.

Zulke duiven moeten geleerd worden.

Moeten, omdat straks die conditie er mogelijk niet is en dan moet je ze met rust laten.

 

VERTROUWEN

De eerste keer bracht ik ze geen 3 of 5 kilometer weg zoals ik ooit deed maar 18.

Mijn vrouw begreep het niet. Die had me in voorgaande jaren maar al te vaak "mejaar mejaar" horen jammeren als van het lappen weer jongen verloren gingen.

Nu wist ik zeker dat er geen verloren zouden gaan en dat was ook zo.

Toegegeven, de duiven waren niet voor mij thuis, maar ook niet veel later.

Thuis dus. Want daar bleven ze nog zeker een uur vliegen.

De dag nadien bracht ik ze 25 kilometer weg.

Zo driest was ik nog nooit te werk gegaan, zelfs niet met oude.

Maar ik heb ook nooit oude gehad die dagelijks uren trainen.

Nu waren die jongen, voor de tweede keer in de mand en gelost op 25 kilometer kort na mij thuis. Zou je kerngezonde duiven dan toch weinig hoeven lappen?

 

LAMMELINGEN?

Andere jaren moest ik ze in deze tijd dus eerst het hok uit jagen en vervolgens van het dak. Steeds gingen ze alsnog vliegen, behalve verleden jaar.

Eind mei, toen het toch echt tijd werd te gaan lappen deed ik wat dierenarts Marien

adviseert als jongen niet vliegen.

Ze werden gelapt op 2 kilometer van het hok en... je gelooft het niet. Er gingen er enkele verloren!

Vervolgens werd omzichtig te werk gegaan, beetje bij beetje verder.

Geleidelijk begonnen ze ook te trainen en uiteindelijk wonnen het kampioenschap in zowel Union Antwerpen als hier.

 

UITERSTEN

Enorm trainen, of helemaal niet, het zijn uitersten.

Je zou het volgende kunnen concluderen:

- Zijn jongen super gezond en vliegen ze aan huis spontaan en lang? Trekken ze ook lange tijd weg? Dan kan veel en hoef je die korte tripjes niet te maken.

- Weigeren ze aan huis te trainen? Niet opleren. Blijft dat duren en is de tijd daar dat je wel met lappen moet beginnen?

Begin kort aan huis, breng ze veelvuldig weg en niet te ver.

Je zal er mogelijk verspelen maar allengs wordt dat minder en de kans is groot dat ze na enkele weken in regel zijn.

Heel veel draait dus om conditie.

 

Zijn duiven fantastisch gezond dan kan je amper fouten maken. Mankeren ze iets dan kan je amper goed doen!

 

Overigens zal ik jongen nooit opleren met helder weer en oostenwind.

In de 90-er jaren, toen ik omschreven werd als de beste jonge duivenspeler van het land, ging ik anders te werk.

Omdat de duiven toen zo enorm presteerden deed ik het kennelijk niet verkeerd.

 

TOEN

De jongen, steeds ongeveer 45, werden eerst op 5 kilometer gelost. Alles tegelijk.

De volgende keer op dezelfde plek maar nu gingen drie manden met elk ongeveer 15 duiven apart los.

Vervolgens werd gelost op 10 kilometer. Weer eerst alles samen los en dan nog een keer in 3 groepen.

Nadien werd een keer of vier gelost op 15 kilometer, telkens op dezelfde plek om vervolgens nog twee keer te lossen van 30 kilometer.

Er werd dus zo"n tiental keren gereden.

Nadat de jongen enkele keren gelapt zijn op 15 kilometer mag je gerust naar 30 of zelfs 50. Hoewel zo ver alleen goed is voor de pomphouder.

 

MERKWAARDIG

Verder ontdekte ik dat jongen die de allereerste keer dat ze in de grote klad gelost werden zeer vroeg vlogen, al was het maar van 70 kilometer, vaak goede werden.

Het beste jaar ooit en het laatste dat ik voorlopig (!) met jongen speelde was 1998.

In kader ziet men welk resultaat dat had in het seriespel.

De vijf eerste series 4 betekende dat niemand zijn 4 eerstgetekende had toen ik mijn 20 eerstgetekende had.

De 7 eerste series 3 betekende dat niemand zijn 3 eerstgetekende had toen ik mijn 21 eerstgetekende had.

Het was het laatste jaar dat zulke series werden neergezet. Het jaar nadien werd ik verboden te poulen. Er zijn vast meerdere goede methodes om jongen "te dragen" maar deze is zeker geen slechte gezien de prestaties.

Destijds werden de zogenaamde "jonge duiven specialisten" overigens met de nek aangekeken. Die zouden knoeien.

1999 en 2000 waren voortreffelijke jaren met oude.

Ik had toen een serie goede, het waren allemaal duiven van.... jawel 1998.

 

TOT SLOT

Bij een sportvriend trainen de jongen ook enorm. Toch had een dierenarts geadviseerd tegen geel te kuren.

Daar snap ik dus helemaal niets van.

Zijn duiven gezond dan blijf je er best af, mankeren ze iets dan moet je ingrijpen.

Zo simpel lijkt me dat.

Maar ik vrees dat dat voor sommigen een te revolutionaire gedacht is.