Ga direct naar de inhoud.

Hartje zomer

Nou ja, hartje zomer. Volgens de kalender dan, want wat is het toch al weken lang een kl... weer.

En dan die wind.

De heer Coolen mag dan wel beweren dat volgens zijn overigens gewaardeerde studies je in de voorvlucht moet wonen om goed te spelen, dat je daar duidelijk in het voordeel bent, maar ik ben dat slechts gedeeltelijk met hem eens.

Wat ik bedoel is dat je voor bent met tegenwind.

Zelf speel ik ook in de voorvlucht en het weer dat we in april en mei hadden stond me wel aan. Telkens tegenwind en dan kon je in groot verband stunten.

 

DUIVENLIEFHEBBERS

Want zo zijn duivenliefhebbers en ik ben niet anders:

Elk weekend weer hopen we dat de wind ons gunstig gezind is en de concurrentie slecht ligt.

Zeker in een tijd dat het allemaal zo snel gaat.

Soms schrik je wat enkele seconden tijdsverschil op de uitslag kan maken, tenminste in groot verband.

Zo kreeg ik enkele weken terug 4 duiven tegelijk, ze kwamen van verschillende richtingen en dat is soms fataal, ze kruisen elkaar als ze boven het hok uitkomen en maken een paar rondes.

Zo ook toen.

Maar toen vielen ze zowat tegelijk op de superval. Die liggen bij ons buiten en dan maak je soms gekke dingen mee als je Tipes hebt.

Het gebeurt dat je naar een duif toe moet lopen zodat die heen en weer gaat lopen anders hoor je geen piep, met andere woorden een duif die stil zit wordt soms niet geregistreerd.

Enfin ik meende dat de duiven ongeveer gelijk geklokt waren maar er zaten toch 8 seconden verschil tussen.

In de regionale uitslag zaten er al enkele duiven tussen die 4 maar in groot verband was dat bijna een halve bladzijde.

 

WIND

Opvallend is dat de wind in Belgie op de halve fond een minder grote rol lijkt te spelen speelt dan in Nederland. Bij ons zijn er streken waar je amper prijs wint als je echt slecht ligt.

In het begin van het jaar lagen we in de voorvlucht met telkens wind tegen dus goed. Kregen we meer dan ons toekwam.

Maar als ik dit schrijf hebben we al vijf weken achtereen vluchten met sterke wind mee. En krijgen we al vijf weken in groot verband rammel. Een eerste prijs spelen kan soms nog wel maar je komt een hoop prijzen te kort.

Zelf speelde ik 11 eerste prijzen, lang geleden dat zo iets gebeurde, maar in groot verband hebben die vaak een totaal verschillende betekenis.

Zo kan een 4e prijs tegen 300 duiven een 6e prijs tegen 10.000 duiven zijn.

Maar een 1e prijs regionaal kan met zuidenwind evengoed betekenen dat je er in groot verband niet aan te pas komt.

De laatste oude duivenvlucht won mijn 2e duif (ik had er 8 mee) regionaal ruim 1 op 25. In groot verband net 1 op 10.

En dan te weten dat in het voorjaar duiven die regionaal geen prijs wonnen in groot verband soms nog midden in de uitslag stonden of zelfs 1 op 10 wonnen.

Met die sterke wind mee komen de duiven, behalve soms de eerste, van achter, zelfs van 500 kilometer.

En dan ben je er aan.

"Ja dat doen ze zelf, een superduif in vorm komt niet van achter" kan men opwerpen.

Klopt.

Maar wie kan er elke week meerdere supers in vorm in manden?

Ik niet.

 

DORDT

Wat je bij ons ziet zie je ook in Nederlands Limburg.

Limburg is heel diep en in het zuiden staan ze al weken met tranen in de ogen de duiven op te wachten. Omdat ze bij de lossing al weten dat ze gezien zijn.

Een mooi voorbeeld is ook Dordrecht in Zuid Holland.

Daar wonen sterspelers als Peter v d Merwe, diens oom Piet, Bosua en er niet ver vandaan good old Jan Ouwerkerk.

Dordt ligt in de provincie ook in de voorvlucht.

Vaak hebben die liefhebbers uit Dordt de rest van het land de ogen uitgestoken omdat ze concoursen op genante wijze domineerden.

Maar de laatste weken zie je ze niet staan, lijkt het wel of ze daar allemaal gestopt zijn met duiven spelen.

 

WIJSNEUZEN

Vroeger kon ik me nogal eens ergeren, maar dat is met de jaren minder geworden. Slecht voor je gezondheid.

Soms echter kan ik het moeilijk laten mijn ergernis te onderdrukken.

Dat is bijvoorbeeld als een of andere wijsneus die zelf niet met duiven speelt ons de les wil spellen.

Zo schreef er een dat het heel simpel is van Adeno coli af te komen.

Wat je moet doen is:

Niet verduisteren en de hokken heel de dag open houden.

Als de man gelijk had zouden Stickers Donckers, de snelheidskampioenen uit Antwerpen, zeker nooit Coli krijgen.

Ze verduisteren niet, hun jongen zitten gewoon "buiten" (de voorkant van de hokken bestaat uit gaas), maar ook zij blijven niet van Coli gespaard.

 

OOK ZIJ

Als mensen tegenslagen hebben vragen sommigen zich soms af waarom dat juist hen moet overkomen. Waarom de groten daarvan gespaard blijven.

Ze zouden eens moeten weten hoeveel "groten" of wat meent daar voor door te gaan elk jaar weer geteisterd worden door Adeno.

Alleen zwijgen ze er over.

Althans velen. Kampioenen als Leo Heremans, Rudi Diels, W de Bruyn, Verkerk en zelfs dierenarts Marien geven ruiterlijk toe dat ze ook niet gespaard blijven.

Wat verliezen met jonge duiven betreft eenzelfde verhaal.

Ook de "groten" krijgen tikken.

Over Eric Limbourg las ik dat hij zowat zijn volledige tweede ronde verloor en ook voor Geerinckx zijn verliezen van jongen al jaren een groot probleem.

En beide hebben toch bijzonder goede duiven.

 

GROTE HOKKEN

Punt is echter dat de man met veel duiven op veel gebieden bevoordeeld is.

Hij krijgt onverdiend aandacht omdat sommige persjongens geen uitslagen kunnen lezen.

Ze zwaaien de man die 40 prijzen won van 90 duiven alle lof toe maar zien de man die 4 prijzen won van 4 duiven niet staan.

Verder kunnen die mannen met veel duiven veel meer opvangen.

Als die 2 goede verliezen hebben ze nog wel andere.

Als die van hun 150 jongen de helft verliezen hebben ze er nog 75.

De man die 20 jongen heeft en de helft verliest heeft er nog 10 en moet dan nog gaan spelen en selecteren.

 

LIMBOURG

Thone en Limbourg worden vaak afgeschilderd als de kroonprinsen van de Belgische duivensport. Beide hebben een naam als massa inkorver.

Maar volg je hun uitslagen dan stel je vast dat ze toch erg verschillen.

Niets ten nadele van Thone, die heeft al enorm veel bereikt maar mijn persoonlijke mening is dat Limbourg toch van een ander niveau is.

Heeft ook veel duiven om mee te spelen maar dat doet hij op verschillende vluchten en zijn prijspercentage is soms verbijsterend.

En dat tot op Nationaal niveau.

Die man was in zijn tienerjaren al Belgisch kampioen jeugd als ik me niet vergis. Die heeft het in de vingers, moet steengoede duiven hebben en ik denk medisch ook niet van gisteren. Dat je in Nederland nooit leest over goede duiven van Eric is iets wat ik nooit begrepen heb.

Hij ligt nu hopeloos met iemand overhoop maar met die dingen houd ik me niet bezig en dit blad ook niet.

Als iemand zo lang zo goed speelt past respect voor hem als duivenman.