Ga direct naar de inhoud.

Ook dat nog 2

Voor velen is duivensport een prima verzet omdat je er een heel jaar mee bezig bent.

De vluchten staan centraal maar krap twee maanden later wordt al aan winterkweek gedacht.

Voor anderen heeft duivensport juist als nadeel dat je een heel jaar gebonden bent.

Een hoofdstuk apart vormen de kampioenendagen.

Ze horen er bij, in alle sporten worden kampioenen gehuldigd, maar in duivensport zijn er zoveel dat men steeds meer moeite heeft volk te krij­gen.

Soms vindt men daar iets op: Winnaars dienen prijzen persoonlijk af te halen.

Ik vind die dagen een crime, niet te verteren oubollige kost.

 

VASTGEROEST

Het scenario is zowat overal hetzelfde: Plichtmatig en voor­spel­baar.

Een openingswoord door de voor­zitter en als het even kan ook nog een toespraak door een van de notabelen van het dorp.

Vaak komt iemand nog een dankwoord uitspreken voor geld dat wordt afge­dragen voor een goed doel en vervolgens wordt een einde­loze reeks kampi­oenen gehul­digd.

Men begint met de laatste en na een eeuwigheid is de algemene kampioen aan de beurt.

Al die kleine, gewone en grote kampi­oenen druk je immers niet zo maar een beker in handen, daar hoort een passend woord bij.

Want de derde kampioen vitesse is mogelijk even trots als de man die jaar in jaar uit Alge­meen kampioen wordt.

Toch interesseert het weinigen wat de voor­zitter al die kampi­oenen te vertellen heeft wat ook blijkt uit diens her­haald verzoek om stil­te.

En dan zwijgen we nog maar over de meegeko­men vrouwen.

Zulke dagen kosten ook geld maar daar is iets op gevon­den. Een bonnenverkoop, loterij of beide.

 

BONNENVERKOOP

De bonnenverkoop is vaak even saai als de huldiging van de kampioenen.

Soms ook een g'nante bedoening.

Vrienden kopen van vrienden, tafelgenoten van tafelgenoten.

Van enig verband tussen de prestaties van de liefhebber en het bedrag dat voor diens bon wordt betaald is vaak totaal geen sprake.

De bon van dezelfde man gaat hier 50 euro, elders 300.

Zon bonnenverkoop duurt soms ook zo lang dat de man achter de micro­foon door zijn goedbe­doeld ge­schreeuw de zaal, amper her­steld van die reeks kampi­oenen die werd gehuldigd, opnieuw de mond doet open sper­ren van verve­ling.

Vooral weer de vrouwen.

Die hebben al dikwijls op hun horloge gekeken maar van naar huis gaan kan nog geen sprake zijn.

Op tafel liggen immers stapels loten en de lote­rij is het slotstuk om te voorkomen dat mensen voortijdig naar huis gaan.

 

LOTERIJ

Om de loten te trekken wordt veelal een beroep gedaan op wat appetijte­lijk vrouwe­lijk schoon van rond de 18.

Blozend als een sterappeltje graait ze in de emmer en heeft het niet meer als al snel de zaal luid­keels begint te roe­pen:

Schuddeeee, schuddeeee.

Eindelijk het laatste lot. De microfoonman voelt het moment gekomen het geheel een element van spanning te geven want nu komt de fiets.

De winnaar krijgt een plichtmatig applaus en ook afgun­stige blikken van waarom hij.

Een aantal lege stoelen later dankt de voorzit­ter de nog aanwe­zi­gen voor hun massa­le opkomst, hij vond het weer ge­slaagd en is vooral verheugd over de opkomst van zoveel vrou­wen die zo belang­rijk zijn voor de sport.

De brave borst heeft er geen erg in dat degenen die zijn overgebleven al lang op scherp staan. Richting huis.

Velen weten het zeker. Dit was de laat­ste keer dat ze zich lieten vangen.

 

BEZINNING

Een vertrouwd beeld is ook de verslaggever van een of andere krant. Achter wat gratis consump­tie­bonnen maakt hij ijverig notities en je kunt er vergif op innemen dat zijn verslag lovend zal zijn.

De werkelijkheid is dat veel vieringen aftakelen.

Sommigen kennen de gevoelens van de mensen die verveeld achter eindelo­ze rijen bierglazen zaten en van de meegekomen vrouwen die vaak niet beter weten te doen dan te kijken wie bij wie zit en wie wat aan heeft.

Maar hoe wil je het anders? vragen ze zich af.

Toch k'n het anders.

Er zijn plaatsen waar men aan klantenbinding doet. Waar men er wel in slaagt van zon dag een happening te maken waarvan liefhebbers en vrouwen niet ver­zuch­ten ook dat nog.

Die mensen verdienen een compliment.

 

ANDERS

Zoals ook die bestuurders lof verdienen die een periodiek uitgeven.

Buiten dui­vensport is dat gewoon. Kwestie van mensen er bij te houden.

Dat kan een soort jaarboek zijn, een kampioenenboek, of kwartaalblad.

Zon boekje dat je bewaart met daarin aandacht voor duiven en liefhebbers die presteerden.

Je ziet ze in die streken waar duivensport niet achteruitholt.

 

SFEER

Waar het om gaat is sfeer.

Die doet voetballers beter voetballen, schoolkinderen beter opletten, mannen bij de vrouw blijven en... liefhebbers liefhebber.

Van vroeger herinner ik me de sfeer in mijn dorp.

De weekends, de kampioenendagen en zelfs verga­derin­gen, daar zag je naar uit.

Op vliegdagen was iedereen al vroeg uit de veren en na de vroegmis schoolde men samen voor de kerk en men maakte progno­ses voor de vlucht van die dag.

De een tipte op Piet, de ander op Klaas en een derde meende dat het nu zijn beurt wel eens kon zijn.

Liefhebbers die 75 duiven inkorfden waren er (nog) niet en duivensport leefde. Mooie tijden waren dat.

 

OOSTENRIJKERS

Ik kwam tot dit artikel door die bus Oosten­rijkers. Het land telt 600 liefhebbers en ik schat de gemid­delde leef­tijd zon kwart­eeuw jonger dan hier.

Trots vertelden ze over hun club­lokaal, zelf ge­bouwd en als de duiven van de vlucht kwamen belde iedereen iedereen.

Dit uitstapje was de afsluiting van het sei­zoen en de hele club was paraat, 26 man.

Enkele jaren terug waren dat er 17!

Duiven­sport niet van deze tijd?

Dat ligt dan kennelijk niet aan duivensport zelf.

Er zijn ook nog duivendagen met volle zalen.

Maar daar zijn mannen die de kar trek­ken, die dat fraaie jaarboek in elkaar zetten, sponsors strikken.

 

TOT SLOT

Eens was ik op een kampioenendag waar 28 lui moesten worden gehuldigd.

Ik zat met de voortdurende angst dat, voordat de laatste aan de beurt was, die al een duik in het publiek genomen had.

Stage-diving noemen ze dat.

Van belang is dus SFEER en die moet beginnen aan de basis. Daar moet het goed zit­ten.

De KBDB of NPO kunnen daar niet voor zorgen, dat moeten we zelf doen en onze regionale bestuurders.

Prijs je gelukkig als je zulke bestuurders hebt.

En geef ze af en toe een compliment in plaats van ze steeds weer af te zeiken.