Ga direct naar de inhoud.

Elise

Een stichtend verhaal

 

Onderstaand verhaal beste lezers is niet gemaakt om de tranenzee in diverse huiskamers tot kniehoogte te doen stijgen of geen zakdoek droog te houden.

Het is echt gebeurd alleen de naam van de hoofdpersoon, Elise, 13 jaar oud, is gefingeerd.

Ze was een leerling van me en zeldzaam bescheiden.

Zo bescheiden dat ze mij, toch haar leraar, nooit uit eigen beweging zou benaderen. Zelfs had ze nog nooit een vinger opgestoken ook al kende ze haar spulletjes.

Daarom was mijn verbazing groot toen ze na de les wat in de klas bleef 'hangen'.

'Is er iets?' Vroeg ik haar.

Ze verzamelde alle moed die ze in zich had en toen kwam het er uit: 'ik heb een duif meneer.'

 

EEN DUIF

'Ga je duiven houden?' Was mijn reactie.

'Nee hoor, die duif zat in onze tuin. Hij kan niet vliegen en niet staan. Hij is heel dun en ik steek hem elke dag stukjes geweekt brood op. Weet U wat ik nog kan doen om hem beter te maken?'

Ik had haar nog nooit zo veel op zo korte tijd horen zeggen.

Een toegevlogen duif die amper kan staan, graatmager en die niet meer eet? Misschien was die het best af als je hem uit zijn lijden zou verlossen maar ik zei niet wat ik dacht.

Het moest voor haar een enorme stap zijn geweest mij aan te spreken en ik wilde dat eerste contact niet verzieken.

'Waar is de duif nu?' Vroeg ik.

'In de slaapkamer. Elke dag sta ik wat eerder op om hem te verzorgen.'

'Ik kan zo niet zeggen wat er aan scheelt Elise. De duif kan ziek zijn, gewond of misschien wel vergiftigd. Maar morgen breng ik wat pilletje mee zodat die aansterkt.'

Dankbaar keek ze me aan, wilde weggaan maar vroeg toen: 'kunt U ook wat voer meebrengen?'

Stommeling die ik was. 'Natuurlijk' zei ik. 'Morgen breng ik ook voer mee.'

 

LATER

De dag nadien stond ze er weer.

'Meneer hebt U nog aan de duif gedacht?'

'Welke duif Elise?'

Toen wist ik het weer. Het schaamrood steeg me naar de kaken.

'O ja. Wel aan gedacht maar ik moest veel nakijken en nu liggen die pilletjes toch wel thuis zeker. Morgen breng ik ze mee en ook voer. Dat is beloofd.'

Hopelijk merkte ze niet dat ik loog.

De volgende dag zag ik hoe ze me vragend aankeek maar opnieuw had ik niet aan haar en haar duif gedacht.

Ik tussen de middag als een haas naar huis om de pilletjes en het voer voor haar te halen. Dankbaar name ze die in ontvangst.

Een week nadien kwam ze opgewekt naar me toe gelopen.

 

EN VERDER

'Meneer, de duif kan al staan' straalde ze.

Vanaf toen informeerde ik dagelijks naar de duif en het ijs tussen ons was gebroken. Waar een duif al niet goed voor kan zijn.

Toen kwam die dag dat ze met een doos naar school kwam.

Daarin zat de duif en het was het diertje aan te zien dat die heel wat doorstaan had.

Maar nu was die zo opgeknapt dat die niet meer te houden was, zeker niet op een slaapkamer.

'Goed gedaan Elise' zei ik, 'het diertje is bijna beter'.

Toen legde ik uit hoe wij duivenliefhebbers een verloren duif terug bij de eigenaar bezorgden.

Elise wou het zelf doen zodat ze kennis kon maken met het baasje. 'Wat zal die blij zijn' vertrouwde ik haar toe.

 

ONTREDDERD

Er verstreken enkele dagen en ik merkte tot mijn schrik dat Elise weer dat teruggetrokken schuchtere meisje van weleer werd.

Ach, ruzie thuis, of aan het puberen dacht ik en liet haar gerust.

Het bleef echter duren en daarom dat ik haar wilde aanspreken.

'Wilde' dus want ze rende weg.

Wat was me dat nu?

Ik moest het weten en liet ze na blijven.

En daar stonden we dan. In haar ogen tranen, in die van mij onbegrip.

'En zeg nu maar eens, wat is er met je' zei ik geruststellend.

Ze zei niets, wierp een envelop op mijn bureau en liep de klas uit.

Ik haalde er een brief uit en begon te lezen.

 

BRIEF

'Sportvriend. Nou ja, ik kan beter zeggen vuile dief dat je bent. Ik ben de duif die je opgaf maanden kwijt en nu dacht jij zeker dat je die mocht houden. Dat feest gaat niet door. Je blijft met je poten van die duif af, die is mijn eigendom. Ik eis dat je hem de kop aftrekt en binnen een week de ring op stuurt. En reken maar dat ik je weet te vinden als dat niet gebeurt. Ik hoop dat ik duidelijk ben geweest.'

Ik dacht door de grond te zakken.

Thuis was het eerste wat ik normaal deed als ik van school kwam naar het duivenhok gaan maar niet die dag.

'Moeten je duiven niet verzorgd worden?' Vroeg mijn vrouw.

'Ach die duiven' zei ik en haalde de schouders op.

'Voel je je wel goed?' Was haar volgende vraag.

'Niet echt' zei ik maar dat gaat wel over.

Sinds toen veranderde ik als leraar. Praatte ik voordien met mijn studenten graag over hun hobby en die van mij; de woorden duif of duivensport kreeg ik niet meer uit de strot.

 

ANDER VOORBEELD

In een eerste opwelling wilde ik de bewuste brief naar de NPO sturen met het verzoek de man in kwestie aan te pakken. Een maand niet meespelen of zo.

Ik heb het niet gedaan maar besloot er ooit nog eens over te schrijven.

Om sommigen aan het denken te zetten.

Zo stuurden mensen me eens een dagblad met daarin een artikel over een kampioen.

'Presteren daar gaat het om. Anders heb ik niks aan een duif. Dan gaat de kop er af' stond er vet gedrukt.

'Om te huilen' was het commentaar van een van de briefschrijvers.

En laat die winnaar nog een bestuurder zijn ook, iemand met een voorbeeldfunctie. Zo praat je niet tegen persmensen.

Je weet op voorhand dat zulke termen uitvergroot worden.

Soms zie je stickers met daarop 'duivensport mooie hobby'.

Daar zullen mensen die dezelfde ervaring hebben als Elise anders over denken.

 

TOT SLOT

Al gauw zullen de eerste piepers van 2011 weer verloren gaan.

Dat is onvermijdelijk. Ook honden katten enzovoorts gaan verloren. Als iemand zo'n verloren duif opgeeft reageer en doe het correct. Ook als U geen prijs stelt op de duif.

Dat is zelfs een kwestie van eigenbelang.

Onbeschoft reageren kan tot gevolg hebben dat mensen geen duiven meer opgeven.

En bij dezelfde mensen zou Uw superduif die voor U goud waard is wel eens binnen kunnen lopen'