Ga direct naar de inhoud.

Een fee

'Een fee' zeggen ze.

Sommigen noemen vorm 'een fee' die komt en gaat zonder dat er enige verklaring voor is.

En als er vorm is kan je veel, dan kan je amper fouten maken, zonder vorm kan je geen goed doen.

Zo maakte ik afgelopen weekend iets merkwaardigs mee.

 

ONGELOOFLIJK

Vrijdagavond was het inmanden voor een vitessevlucht waarvoor ik drie piepers wilde inzetten, gewoon om ze wegwijs te maken.

Maar tot mijn verbazing en schrik kon ik ze nergens vinden.

De dag ervoor had ik duiven ingezet voor Sens, 380 kilometer en ik had ze met mijn suffe kop toch toen niet per abuis ingekorfd zeker?

Ik keek de inkorfstaat na en jawel hoor, ze zaten op Sens.

Ik vloekte.

Het waren er uiteraard van mijn beste, andere las je in de zomer niet in.

Ze waren amper vier keer gelapt tot 20 kilometer en hadden EEN vluchtje gehad van 73 km.

Die kon ik vergeten.

Dacht ik!

Want weer tot mijn verbazing waren ze 's avonds alle drie terug.

Je hoort meer over piepers die per vergissing ineens op de halve fond werden gezet en terug kwamen. Mij leek dat toeval.

Maar drie duiven kon geen toeval zijn.

En dat in een tijd dat geslachtsrijpe jongen die al enige ervaring hebben massaal verloren gaan.

Tenminste tot half augustus.

 

AFGELOPEN

Want vanaf dan is het gedaan met verliezen, ik schreef dat eerder.

Dan kan je zomerjongen na enkele lapvluchtjes probleemloos op Quievrain zetten.

Wel dient gezegd dat die piepers het op Sens troffen.

Weliswaar was het een massale lossing (daarom dat ik overtuigd was dat ik ze kwijt zou zijn) maar het was fraai weer met de wind van achter.

En' ze waren enorm gezond en dan kan, zoals gezegd, dus veel.

 

WISSELVALLIG

Troffen ze het dus met het weer, dat kan niet gezegd worden van de zomer.

Die was uiterst wisselvallig. Lang bleef het te koud en toen werd het veel te warm.

Daarom dat je, althans in Antwerpen, in juni kon horen dat niemand de concoursen domineerde.

Ook in Nederland waren de gekende tenoren op de fond niet zo dominant als voorheen.

Knaven was een van de weinige uitzonderingen, in Antwerpen bleken dat later R Hermans, Vercammen, Marien, Lanslots Dockx en Diels.

Die wisselvalligheid bij velen had uiteraard te maken met wel of geen vorm.

Want als kwaliteit ALLEEN bepalend zou zijn zouden dezelfde duiven en hokken er een heel seizoen staan.

En geloof maar gerust dat vorm en het weer alles met elkaar te maken hebben.

Vanwege een beter of slechter hokklimaat bij ander weer.

 

HOK EN HOKKLIMAAT

Voor mij staat vast dat niets de vorm zo be'nvloedt als het hokklimaat.

Ik moet het eerste product nog kennen dat vorm opwekt, al die schappen vol bijproducten in voerwinkels ten spijt.

Veelal is sprake van modegrillen, denk aan sliepzand en fondolie.

Vroeger was dat niet aan te rukken, tegenwoordig hoor je er niet meer van.

Nu hoor en lees je over schapenvet, omega enzovoorts.

Ik geloof daar evenmin in.

Modegrillen, spul om zogenaamd vorm op te wekken, zijn er altijd geweest en zullen er altijd blijven.

Liefhebbers willen presteren, die zijn goedgelovig en slaan aan het kopen als ze veel lezen wat gedrukt staat of achter de handpalm wordt gefluisterd.

Zelfs over vitamines heb ik twijfels.

Nog nooit zag ik vorm stijgen na het toedienen van vitamines, ik zag die wel stijgen of dalen als het weer veranderde.

Want ander weer zorgt dus voor een ander hok klimaat en dat leidt tot meer of juist minder vorm.

 

FABELTJE

Zo had je hier vroeger iemand over wie men zei 'diens duiven zijn met warm weer en tegenwind niet te kloppen'.

En dat leek ook zo.

Tot de man stopte en diens duiven werden overgenomen en overgewend door de buurman.

Die had met zijn aanwinsten al heel mooie dingen in gedachten maar het liep anders dan hij gehoopt had.

Op diens hok faalden dezelfde duiven die eerder bij warm weer en tegenwind zo konden schitteren.

Ik denk dat niet het weer OP de dag dat gevlogen wordt bepalend is maar' het weer de dagen ERVOOR.

Dat warme weer en die noordenwind bij voornoemde sportgenoot hadden een gunstig effect op diens hok en dus de vorm. Vandaar die prestaties.

 

WINTER

Zo hoor je in de winter vaak dat liefhebbers zich erover verbazen hoe duiven op enkele dagen conditie krijgen.

Ze zetten zich strak en krijgen krijtwitte koppen.

Dat is wanneer het na enkele vochtige dagen begint te vriezen. De vorst haalt als het ware het vocht uit de lucht met als resultaat plots opkomende conditie.

Twee jaar geleden schreef ik dat ik weinig hokken zag die zo goed zijn als dat van Vercammen. Niet toevallig dat die in dit wisselvallige 2010 een van de weinigen is die constant goed presteert.

Dat die ook goede moet hebben spreekt voor zich maar ik zet lieve mijn centen op een redelijk goede in supervorm dan op een superduif zonder vorm.

 

NIET KNOEIEN

Als geen mens ter wereld in staat is vorm te forceren is het vanzelfsprekend dat je niet moet gaan knoeien wanneer duiven niet in regel zijn.

'Geen vorm' wordt door sommigen verward met 'ziek zijn' en daarom dat ze medicijnen toedienen. Ze weten vaak niet waartegen met als resultaat dat de vorm nog verder keldert.

Medicijnen zijn om ziektes te genezen, niet om vorm op te wekken.

Wel is het zo dat duiven die al of niet met behulp van de dierenarts van een ziekte genazen kunnen gaan schitteren.

 

HIJ DOET HET WEER

Mensen vragen me regelmatig over Verkerk. Ze zien hem nergens staan en vragen of die zo slecht speelt.

Wel, met oude speelde die niet slecht maar helemaal niet.

Die werden verkocht, hij verhuisde, speelt nu met later gefokte jongen en gaf zijn visitekaartje al af.

Als je dat tenminste mag zeggen als je, zoals hij verleden zaterdag, op 42 seconden 20 duiven klokt. 'Als van Quievrain' zegt men dan.

Verkerk echter speelde die dag van verder!

TOT SLOT

Opvallend hoe tijdens die hete dagen in juli enorm gespeeld werd op veel hokken met golfplaten die per definitie amper verlucht zijn.

Of het daarop niet te warm werd?

Ja zou je zeggen. Maar duiven storen zich niet aan theorie'n en soms zijn zaken niet te vatten. Dat maakt de sport juist fascinerend.