Ga direct naar de inhoud.

Dankzij de media (23-01-2022)

Dankzij de media

 Mijn kleinzoon is acht en nu al draait bijna alles in zijn nog jonge leven om voetbal. Zoals bij veel van zijn klasgenootjes. Bijna allemaal hebben ze hun favoriete club en speler. Dragen soms zelfs een shirt met hun naam er op. Het volk heeft nu eenmaal instinctmatig behoefte aan heldenverering.

Voetballers, te jong om te mogen stemmen, te jong voor een rijbewijs en nog bijna verstoken van het kleinste pijltje schaamhaar worden behandeld als nieuwe goden. In de media worden emoties tot in de zoveelste macht uit vergroot. En al heel jong wonen die gastjes wel samen met vrouwen met fraaie rondingen en even mooi als blond. Tot ze weer een ander hebben. Iemand die nog meer verdient. Want het wereldje is zo decadent geworden dat niemand nog schrikt van een maandloon van 250.000 euro.

Met de vinger omhoog, als een fallisch symbool, zie je hun foto in de krant als ze gescoord hebben. Brood en spelen! Meer moet dat niet zijn, zeiden de Romeinen al. Het is allemaal uit de hand gaan lopen door de God van deze tijd: Kijkcijfers! 

Want wanneer zijn je advertentie centen het best besteed?  Vlak voor of na uitzendingen die massaal bekeken worden. En kijkcijferkanonnen als voetballer zijn worden dus grof betaald. Zelfs al zijn het snotneuzen van amper achttien.    

 HOEZO?

Eddy Merckx was ook zo’n publiekstrekker. Als hij koerste merkte je dat aan uitgestorven straten. Iedereen zat voor de buis. Door hem werd wielrennen in Belgie nog populairder en talloze jonge gastjes wilden in zijn voetsporen treden en grepen naar de fiets. Later toonden TV beelden dat Belgenland veldrijders rijk was die amper te kloppen waren. Weer kropen jonge gasten op zo’n fiets. Er kwamen steeds meer uitzendingen en de sport werd alsmaar populairder. En omdat de sport populairder werd kreeg die nog meer aandacht. In Nederland werd een darter, zo’n pijltjesgooier, wereldtop. Wedstrijden werden live uitgezonden, mensen voelden zich aan getrokken en de ene ‘dartclub’ na de andere werd opgericht. Hoe kan het dat in verschillende landen totaal verschillende sporten zo populair zijn? Door de media en niets anders.

 DUIVENSPORT

Naar verluidt waren er in Belgie kort na de oorlog bijna 40 duivenkranten en krantjes voor ongeveer 200.000 liefhebbers. Veelal regionaal. Het was voor mijn tijd, maar afgaande op de talrijke (lege) duivenhokken die je ziet als je op de fiets de Kempen doorkruis geloof ik het graag. Hoeveel duivenkranten zijn er nog over? Elk zichzelf respecterend dagblad had wekelijks zijn ‘duivenpagina’. Ik heb er nog in twee geschreven, tegelijk met twee duivenkranten. Snap nog niet hoe ik het voor elkaar kreeg. Tot voor een aantal jaren kon je meerdere Belgische dagbladen elke maandag van elke club de uitslagen lezen.

In Zuid Nederland kwamen zelfs de tien eerste prijzen van elke club op ‘Omroep Brabant’, een TV zender die heel de provincie Noord Brabant bestreek. Zelfs heb ik nog mee gemaakt dat je op vrijdagavond na (of was het vòòr) het nieuws  het duivenpraatje van Pol Jacquemeyns (of hoe schrijf je dat) op TV had. Dat alles werd minder. Thans zijn we overal zo goed als uit beeld. Natuurlijk heeft dat te maken met minder liefhebbers en dus minder lezers. Maar door minder aandacht kreeg je nog minder liefhebbers. En zo was/is de cirkel rond.

 HET ERGST

In veel dagbladen heb je een hoekje voor het weer. Middels een cijfer kan je zien hoe  goed of slecht het weekend zal worden voor fietsers, wandelaars, vissers, barbecue, terrasjes enzovoorts. Daar stond ooit ook duivensport bij! Eveneens verdwenen. Maar wat ik persoonlijk het allerergste vond?

Het verdwijnen van de lossingsberichten op de Nationale omroep. Vijf minuten voor het nieuws, een beter tijdstip en een mooiere propaganda voor duivensport was er niet. Elke Belg, jong en oud, raakte vertrouwd met woorden als Quievrain, Noyon, Dourdan en zeker ook ‘wachten’. Ook dat verdween, zij het weer geleidelijk. Die lossingsberichten gingen eerst nog even over naar de commerciële omroep om dan voor goed te verdwijnen. Typerend was wat met de teletekst pagina’s van de Nederlandse TV gebeurde. Een tijdje stond ‘duivensport’ onder de rubriek ‘sport’, later onder ‘vrije tijdsbesteding’ en nog later verdween het ook daar.

 TOCH ZIN

Die clubuitslagen (eerste 10) op een TV zender of in een dagblad of streekblad hoeft ook weer niet, maar zin hadden die wel degelijk. Want wat werd ik vaak aangesproken over hoe ik gespeeld had. Door familie, zelfs mijn moeder, door de buren, de collegae op het werk en ‘vrienden en bekenden’. Elke week weer zochten ze naar mijn naam en telkens werden ze herinnerd aan ons bestaan.

 VICIEUZE CIRKEL

Dus wat zagen/zien we? Minder ‘melkers’, daardoor minder aandacht in de media, dus minder lezers. Minder lezers betekende dus nog minder aandacht in de media. En minder mmensen die zich voor de sport gingen interesseren. Het is die vicieuze cirkel die duivensport heel geleidelijk deed verworden tot ‘iets van vroeger jaren’.

Toch kunnen mensen nog enorm genieten van duiven. Dat kon je bij sommigen ook merken tijdens het hoogtepunt van de corona crisis. Want wat waren velen blij iets om handen te hebben. Geen sport meer van deze tijd? Hoe is dat te rijmen met mensen uit Polen, China, Denemarken, Amerika, Irak en vooral ook Roemenie die er veel voor over hebben om hier, in Nederland of Belgie, met de duiven te kunnen spelen?

 TERUG

U voelt aan waar we heen willen: Die vicieuze cirkel doorbreken. We moeten terug  de media in. We kunnen die niet meer voor ons winnen, dus zal het kunstmatig moeten gebeuren. Zoals, althans in Nederland, de vissers dat deden. Er kwam een speciale serie uitzendingen over en voor de vissport. Met soms fascinerende beelden. En het aantal beoefenaars van vissport kelderde niet. Integendeel. Belgie lijkt (eindelijk) een bestuur te hebben dat van aanpakken weet. Een bestuur ook dat praktisch is ingesteld en weet wat leeft aan de basis.

De KBDB, en ook de NPO zouden, zouden in hun streven naar behoud of mogelijk zelfs groei, als prioriteit de media moeten stellen. Niet eenvoudig, ik weet. Van het predicaat ‘oubollig’ ben je ook niet zo maar af. Sommigen vinden duivenmelkers maar rare kwasten. Maakt niets uit. Als ze maar iets vinden. En dus weten dat we bestaan.

 GELD

‘Niet eenvoudig’ ze ik. Geld is vaak de oplossing als iets ‘niet eenvoudig’ is. Aan geld kan je komen door sponsoring. Er zijn genoeg kapitaalkrachtige liefhebbers die een steentje bij zouden willen dragen. Mits ze zeker kunnen zijn dat het geld goed besteed is. In Nederland hebben veel afdelingen prachtige duivenwagens. Maar aan de buitenkant valt amper af te lezen dat ze wedstrijdduiven vervoeren. Pak daar mee uit. Ook met clubgebouwen. Verder kan je veel bereiken met mensen in je midden die connecties hebben bij kranten, radio en TV. In de club in B N is elke winter een agenda punt bij vergaderingen wie er zorgt voor aandacht in het streekblad. Het zou liefhebbers schelen als elke club zo deed.