Ga direct naar de inhoud.

Omgaan en spelen met jongen (deel 6)

En wat gebeurde? Terwijl hij met zijn mandje langs de weg zat zag hij zijn tweede ronde overkomen die hij thuis had losgelaten. "Waar ben ik in 's hemelsnaam mee bezig" ging het door hem heen. Wat hij bedoelde is duidelijk. Gezonde jonge duiven trekken veel verder van huis dan we denken. Ikzelf heb in het verleden ook heel wat tijd verspild aan nutteloze tripjes. Daarvan ben ik afgestapt.

VERANDERD
Ik maak de sprongen nu groter.

  • Door dat artikel van v d H.
  • Door de voorbeelden van onopgeleerde piepers die per ongeluk werden ingemand en "gewoon" naar huis kwamen.
  • Door die aanvliegers die ik ooit op flink wat kilometers van huis vrij laat en vaak verbazingwekkend snel thuis zijn. Bij mij thuis dan!
  • Door die dag toen ik enkele duiven geblesseerd thuiskreeg. Enkele was ik er kwijt, twee werden opgegeven. Gevonden onder de draden, 30 km van huis!

Die uitstapjes van 3, 5, 10 en 15 kilometer? Een vrij zinloze bedoening als men het mij vraagt. Je zou, denk ik, de duiven evengoed in de mand kunnen zetten en ze na een tijdje op het eigen erf loslaten dan er zulke korte eindjes mee te rijden.

INTERESSANT
Opleren in de vliegrichting of uit alle richtingen? Mogelijk dat het geen verschil maakt maar ik verkies de vliegrichting. Verder heeft intensief vliegen invloed op de rui. Als je in augustus wat duiven op rust stelt en vervolgens hun ruiproces vergelijkt met hokgenoten die intensief gespeeld werden merk je het verschil. Als het wennen aan de mand, de euforie en het remmen van de rui de voornaamste voordelen zouden zijn van trainen zou je dat inderdaad even goed uit alle richtingen kunnen doen. Dan wennen die ook aan de mand, vliegen ze ook. Ik durf het evenwel niet. En ook die Amerikanen niet die hun zwaar gepoulde duiven zo trainen. Wat is wijsheid? Goed leren en veelvuldig spelen in ieder geval. Dat jonge duiven moeten "recupereren" is een achterhaald dogma dat de nieuwe generatie hard spelende liefhebbers overboord heeft gegooid.

CIRKEL
Soms wordt mensen verweten als ze hun duiven veelvuldig trainen. In de geest van "ja geen wonder, zo kan ik het ook". Die verwijten getuigen van weinig verstand en nog minder beschaving. Er zijn volop liefhebbers die goed opleren en slecht spelen, die druppelen en slecht spelen, die verlichten of verduisteren en slecht spelen. Er zijn zelfs volop liefhebbers met goede duiven die slecht spelen. Omdat ze de cirkel niet rond hebben.Trainen is slechts een deel van de cirkel en trainen alleen maakt je geen kampioen. Als men liefhebbers verwijt dat ze spelen met goed geleerde duiven of met jongen op weduwschap is de stap niet ver meer om ze te verwijten dat ze er veel voor doen. Overigens zijn het zelden goede spelers die kritiek hebben op goede spelers.

VREEMD
Wat die kritiek betreft moet om een of andere duistere reden vooral de uitblinker met jonge duiven het ontgelden. Men praat alsof sprake is van een soort vijfde kolonne waarvan iedereen over hetzelfde "geheim" zou beschikken. Weet U wat ik denk? Dat de hegemonie van de specialist voort zal duren zolang de geklopten niet beseffen dat je ook goede duiven nodig hebt en melker moet zijn! Alle achterklap en de gebeurtenissen in België de laatste jaren ten spijt! Ik acht het zelfs niet onmogelijk dat veel minder succesvolle liefhebbers meer met medicijnen knoeien dan die gasten van wie ze rammel krijgen. Zeker mensen die ook jaren kenden waarin ze prima presteerden maar bij wie het nu minder gaat zouden beter moeten weten. Toen ging het toch ook zonder? Misschien zouden ze zich de vraag moeten stellen of ze nog wel dezelfde duiven hebben. Of dezelfde inzet. Ik ken veel jonge duivenspecialisten en hun duiven. Dat doet de vraag rijzen of er ook niet iets bestaat als een soort dat vroeg rijp is, ontstaan door selectie gebaseerd op het resultaat in het geboortejaar.

DE SOORT ?
Je koppelt je beste jongen met je beste jongen, de no-nonsense methode, en het jaar nadien heb je ze weer, jongen die hard vliegen. Kweken uit naamduiven laat de specialist aan de concurrentie over. Te veel liefhebbers laten zich leiden door de naam. Maar wat betekent die in feite? Veelal niet meer dan de vlag die de waardeloze lading moet dekken. Kwaliteit moet je ten allen tijde hebben. Die spuit of druppel je er echt niet in al willen sommigen je dat doen geloven. Als mensen beweren dat goed spelen met jonge duiven niets met kwaliteit te maken heeft dan is dat iets waar elk specialist alleen maar verdrietig om kan worden. Of misschien juist niet! Het kan ook een veilig gevoel geven. "Laat ze het maar elders zoeken". Dienaangaande een sprekend voorbeeld uit België. Een man die destijds met sprakeloze verbazing de resultaten van ene Eddy Leutenez volgde was Raoul Verstraete. Tot hij van hem zo'n hardvliegende jonge duif op het hok kreeg waaruit hij een jong fokte die op haar beurt een 1e nationaal zou winnen tegen meer dan 20.000 duiven.

LOGICA
Verder is een beetje logisch denken nooit weg. En logisch denken veronderstelt niet te snel conclusies trekken. Druppelen, intensief opleren, lichten of verduisteren leiden niet automatisch tot succes hebben velen al tot hun teleurstelling moeten ondervinden. Die zaken gebeuren thans zo massaal dat het eerder normaal is dat een winnende duif goed geleerd, verlicht of verduisterd werd. Als de helft van de ingemande duiven rood van kleur is dan is de kans groot dat de winnaar ook een rode is. Moet je daarom rode hebben omdat die gemakkelijk winnen? Nee toch. In de 70-er jaren was de spuit van de Nederlandse dierenarts v d Brink spreekwoordelijk. Duiven werden zo massaal gespoten dat het amper anders kon of.. de winnende duif was een gespoten duif. Dàt was het, de spuit, meende men toen. Nu wordt er niet meer over gepraat!

KLUTEN EN GORIS
Limburger Kluten maakte, toen het nog mocht, er geen geheim van dat hij de duiven druppelde. Kluten speelde de sterren van de hemel, apen apen apen na en dus begon heel de streek te druppelen. Maar Kluten bleef ze de baas. Van Flor Goris wordt beweerd dat hij "de Belgen leerde lichten". Met een X aantal kaliber Watt lichtte hij de pennen van de jonge duiven er uit met als gevolg dat hij in september ingeruide duiven had die ook nog keihard vlogen. En weer gebeurde hetzelfde: Massaal volgde men hem na en brandden overal in de omgeving Heist op den Berg tot diep in de nacht de lampen op de jonge duivenhokken. Het heeft maar even geduurd. Want dat was "het" blijkbaar niet. Goris bleef de vloer aanvegen met de concurrentie. Omdat hij betere duiven had, melker was, de cirkel rond had. Goeie heb je nodig. Ten allen tijde! Voor 100 en voor 1000 kilometer, voor vluchten met tegenwind en wind mee, voor spel met oude en met jonge duiven. Wat sommigen ook mogen beweren.

Einde Deel 6