Ga direct naar de inhoud.

De boertjes van buiten

Liefhebbers zeuren wel eens over 'commercieel', maar wat mag men zich hier gelukkig prijzen als men vergelijkt met wat buitenlandse kranten hun lezers voorschotelen.
Het is vaak zo misleidend, zo dom en zo onjuist dat je medelijden krijgt met liefhebbers die dergelijke informatie door de strot geduwd krijgen.
Het verklaart de dwaze vragen die buitenlanders soms stellen. Ze weten niet beter en kunnen niet beter weten.
Een paar voorbeelden. Om de gedachte te bepalen.
Ooit van Wegge gehoord? Nee?
Dat is geen verontrustend hiaat in Uw duivenkennis.
Wegge was een liefhebber wiens duiven na zijn dood in 1903 werden verkocht.
Hij moet goede hebben gehad en die haalde hij, zo blijkt uit het verkoopprogramma, waar hij ze halen kon.
Hij had geen ras en kennelijk ook nimmer de bedoeling een ras te vormen. Edoch:
In Amerika zitten ze nog met duizenden. De 'zuivere Wegges.'
Zoals ook de Dordins, Bricoux, Hansennes enzovoorts en allemaal even zuiver.
Vaak is niet eens sprake van slechte wil en menen die sukkelaars er echt dat ze de soort van mensen die al 100 jaar dood zijn nog zuiver hebben.
En men pakt er mee uit.
Zijn hier veel verkopingen?
In Amerika lijkt iedereen een heel jaar uitverkoop te houden.
En de aangeboden duiven zijn niet alleen raszuiver, ze hebben ook het onvermijdelijke 'eye-sign'. 'Eye-sign' is zoiets als een teken in het oog dat elke goede duif zou hebben.

RASGEK
Ook de Busschaerts, de 'Mexico Janssens' (wat er ook onder verstaan mag worden) de Huyskens van Riels, de Hofkensduiven en de Verheyens (van Oesselgem) liggen er goed in de markt.
Over Hofkens en Huyskens van Riel weet ik toevallig meer.
Zo was Hofkens een echte kruiser.
Blijkt ook uit het verkoopprogramma dat na diens dood werd samengesteld. Veel van zijn duiven droegen niet eens zijn ringen veel andere waren gekweekt uit bijgehaalde duiven. Dus ‘ras’ had de slager uit Merksplas zeker niet.
Het waren anderen die na zijn dood met het 'ras Hofkens' uitpakten.
Georges van Riel uit Zandhoven heb ik nog nooit horen schermen met de zuivere soort van vader maar in het buitenland krioelt het van de Huyskens van Riels.
Vaak 'teruggaand tot voor de oorlog'.
En dan te weten dat de tandem haar grote opgang kende na in 1945 duiven te hebben aangeschaft bij Jos van den Bosch uit Berlaar.
Eens waagde ik me op mijn klompen door de porseleinkast van de Amerikaanse rassenwaan. Dat was tijdens een forum.
Ik beweerde niet in ras te geloven, bestreed de raszuiverheid van de duiven die daar veelvuldig werden geadverteerd en men knikte gretig.
'Zo was het ja' maar er veranderde niets. De rassenwaan zit er zo diep ingeworteld dat je die er waarschijnlijk nooit meer uitkrijgt.
Maar in buitenlandse kranten lees je soms ook interessante zaken. Zoals in dat Amerikaanse blad dat voor me ligt.

DUIZELINGWEKKEND
Daarin staat nu eens iets dat er NIET om liegt.
In een paginagrote advertentie worden liefhebbers uitgenodigd deel te nemen aan de 'Summer classic' van de Fernando Valley club.
Die club organiseert elk jaar een wedstrijd waarop bijna 1 miljoen euro wordt uitgekeerd, de deelname is soms niet groter dan 400 duiven.
In feite gaat het om drie vluchten binnen een week met dezelfde (jonge) duiven.
De winnaars krijgen telkens zo’n 25.000 euro.
Wint dezelfde duif de drie wedstrijden, theorie maar niet echt onmogelijk, dan strijkt die 100.000 euro op.
En dan te weten dat dit niet eens de grootste geldrace is.
Te gek natuurlijk maar feit is wel dat die 'money races' leven in de States. Dat duivensport juist daar bloeit waar 'wat' te verdienen is. Verdwazing? Echt Amerikaans?
Best mogelijk maar meen niet dat duivensport en het grote geld elkaar alleen daar vinden.

ONVOORSTELBAAR
Zo was ik eens, in oktober weet ik nog, in een klein dorpje in Belgisch Brabant.
Wie schetst mijn verbazing toen ik daar iemand met een klak op het hoofd, een sjekkie in de mond en een constateur in de hand een 'duivenlokaal' binnen zag stappen.
'Speelt men hier nu nog met duiven?' Ging het door me heen. Nu bereiden anderen zich voor op de kweek!
Even later echter zag ik weer iemand met 'nen constateur' en toen weer een. Allemaal begaven ze zich richting duivenlokaal.
Daar wilde ik meer van weten en ook ik naar binnen.
Een verbijsterende ervaring was het.
En dan doel ik niet alleen op constateurs uit de prehistorie.
Een Quievrainvlucht met ongeveer 150 duiven bleek de liefhebbers tot elkaar te hebben gebracht. Dit verbaasde me omdat er wel 150 man binnen leek te zijn.
Al gauw werd duidelijk waarom. Er had bijna 150 man meegedaan!
De overgrote meerderheid speelde maar met een of twee duifjes en... nu komt het:
Op die 150 duiven was zo'n 15.000 euro gepould!
In Belgiè floreert de sport in sommige regio dus nog enorm maar wel in oktober en wel daar waar veel gepould wordt.
Ligt het oude duivenspel hartje zomer zo goed als op zijn gat, in het najaar wordt meer gepould dan op sommige nationale en provinciale vluchten.
Ik zag wat uitslagen:
13 oktober 418 duiven:
De eerste prijs won 49.000 frs. de 2e 36.000 frs, de 25e prijs 64.000 frs de 31e prijs nog 20.000.
In Hofstade, een plaatsje in de buurt ging het er al even ruig aan toe. Prijzen van 57.000 frs, 38.000 frs, 42.000 frs, en zelfs 82.000 frs.
Toegegeven het was inderdaad vlak voordat de euro zijn intrede deed.

BOERTJES
Ik was nieuwsgierig naar de winnaars van die grote geldprijzen.
Wat dat voor liefhebbers waren.
Het bleken vaak 'boertjes van den buiten' te zijn.
Het verbaasde me de namen te missen van beroemdheden uit de streek die bekend staan als notoire poulers.
Al gauw werd duidelijk waarom. Ze durfden niet!
Wat voor duiven dat waren waartegen die grote namen niet durfden spelen? 'Gewoon' soort uit eigen streek.
Kweeksystemen, namen of stambomen interesseerden die lui niet.
Goede duiven die winnen dat is er de norm.
'Weet ge' fluisterde de schrik van de regio me toe:
'Als ge versterking zoekt moet ge èèn ding goed in Uw oren knopen: Ga naar een liefhebber die plaatsgebrek heeft. Die ziet zich genoodzaakt betere duiven op te ruimen. Voor middelmatige duiven hebben ze niet alleen geen plaats, die kosten ook geld. Want waar veel te winnen is wordt natuurlijk ook veel verloren. En veel geld verlies je niet met slechte duiven, daarop poul je niet. Veel geld verlies je met duiven die net niet goed genoeg zijn. Dus zoek nooit versterking bij mannen die volop ruimte en dito duiven hebben.
Omdat ze de ruimte hebben worden bij de selectie andere normen gehanteerd. De beste duiven zitten waar men om veel geld speelt.'
Tot daar de schrik van de streek.
En die zal het wel weten zeker.